Mer in 2024: meer vragen en meer uitpluizen
Het aantal vragen dat het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) ontving over de milieueffectrapportage (mer) steeg het afgelopen jaar duidelijk. Veel veranderingen in regelgeving zorgden bovendien voor veel uitzoekwerk door het mer-team.
'Ik denk dat we ongeveer de helft van de vragen direct konden beantwoorden', zegt Inge van Leijenhorst, mer-specialist en werkzaam voor IPLO. 'Voor de andere helft moesten we het nodige uitpluizen. Even puzzelen dus, daar houden we wel van. Soms was dat een paar uurtjes werk. Maar er waren ook onderwerpen waar we een aantal weken in meerdere sessies met diverse specialisten mee bezig zijn geweest. Maar we zijn eruit gekomen.'
Zoals voor veel IPLO-onderwerpen gingen ook de mer-vragen in het 1e kwartaal van 2024 vaak over het overgangsrecht. Veel aanvragen voor vergunningen waren vlak voor 1 januari 2024 ingediend onder het oude recht. Die waren nog wel eens onvolledig, dus zonder mer-beoordeling of met een onvolledige mer-beoordeling. Dat zorgde voor vragen vanuit omgevingsdiensten en gemeenten over het soort recht waaronder deze aanvragen vielen.
Aanleg van een weg
Daarnaast was het mer-team druk met vragen over de interpretatie van categorieën in het Omgevingsbesluit (Bijlage V, een lijst die aangeeft of een mer of mer-beoordeling nodig is). Bij een aantal categorieën waren de ondergrenzen verdwenen. Zodat bij een vergunningaanvraag niet altijd duidelijk was of een mer- beoordeling moest plaatsvinden.
'Zoals in de categorie 'Wegen', geeft Inge een voorbeeld. 'Voorheen was een mer-beoordeling of merplicht nodig bij de aanleg van grote wegen als autowegen en snelwegen. Nu staat er in het Omgevingsbesluit de omschrijving 'wegen'. Dus dat riep vragen op bij verschillende bevoegd gezagen. 'Moet ik voor elk landweggetje nu een mer-beoordeling doen?' Dat gaat misschien iets te ver, maar deze categorie is wel een stuk uitgebreider dan voorheen. In principe is nu voor een nieuwe weg of de uitbreiding van een bestaande weg wel een mer-beoordeling verplicht.'
Varkens, kippen of alpaca's?
Een categorie die het mer-team het afgelopen jaar flink bezighield was 'installaties voor intensieve veehouderij'. De merplicht voor nieuwe dierenstallen was duidelijk: die geldt als het om installaties gaat waar kippen of varkens werden gehouden. Maar wanneer is een mer-beoordeling nodig? Dat was onduidelijk en de aanname bij sommige bevoegde gezagen was: ook alleen voor varkens en kippen. Dus niet voor stallen voor bijvoorbeeld koeien, alpaca’s of paarden. Inge: 'Die aanname bleek niet te kloppen, een mer-beoordeling is verplicht voor allerlei dieren, mits ze vallen onder de definitie van landbouwhuisdier. Dat wil zeggen een zoogdier of vogel voor de productie van vlees, eieren, melk, wol, pels of veren of voor het fokken.'
Uitpluizen
In dezelfde categorie kwamen plotseling veel vragen binnen over specifieke uitbreidingen aan de boerderij. Moesten deze nu wel of niet als onderdeel van de installatie worden gezien? Denk aan een windmolen, noodaggregaat, uitloop of mestverwerker. Daar bleek een definitieverschil de basis van het probleem. In het Omgevingsbesluit staat 'installaties voor intensieve veehouderij'. Maar in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) vind je dit begrip niet terug. Daar valt het onder de definitie 'andere milieubelastende installaties'.
Inge: 'Dat hebben we behoorlijk moeten uitpluizen, samen met IPLO-collega’s van landbouw en met de juristen. Uiteindelijk bleek het antwoord simpel: er was geen verschil bedoeld in de definities. Als bevoegd gezag vindt dat de uitbreiding tot de installatie behoort en er een vergunning voor aangevraagd moet worden, hoort daarbij ook altijd een mer-beoordeling.'
Meer informatie
Lees meer over de milieueffectrapportage (mer) op de website van IPLO.
Bijvoorbeeld over de intensieve veehouderij en mer.
Meer mer-vragen
Inge van Leijenhorst beantwoordt samen met Maartje van Ravesteijn, Wout van der Gun en Yulita Muspitasari vragen over mer (milieueffectrapportage). Zij ontvangen de vragen vanuit de IPLO helpdesk. Het afgelopen jaar beantwoordden zij 256 vragen. In 2023 waren dat er 150 en in 2022 105.