Parallelle Kaagbaan
Het reserveringsgebied parallelle Kaagbaan reserveert ruimte voor de aanleg van een nieuwe start- en landingsbaan voor de luchthaven Schiphol. Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) stelt via instructieregels voorwaarden aan wat de gemeente voor dit gebied in het omgevingsplan kan toestaan (Bkl, artikel 5.148). Er mogen geen nieuwe ontwikkelingen plaatsvinden die de aanleg van de parallelle Kaagbaan moeilijk of onmogelijk kunnen maken. Daarmee blijft er ruimte voor een bredere politiek-bestuurlijke afweging van maatschappelijke kosten en baten van aanleg van de parallelle Kaagbaan.
De grenzen van het reserveringsgebied staan in artikel 5.147 van het Bkl en artikel 2.29 en bijlage III van de Omgevingsregeling.
Omgevingsplan en reserveringsgebied
De gemeente kan in het reserveringsgebied parallelle Kaagbaan alleen functies en activiteiten in het omgevingsplan toestaan die vóór 1 februari 2014 al in het bestemmingsplan stonden. De gemeente mag hier geen nieuwe functies toedelen of andere activiteiten toestaan. Dit volgt uit artikel 5.148 van het Bkl.
Er zijn 2 uitzonderingen die de gemeente in het omgevingsplan mag toestaan:
- aanleg van de weg volgens het tracé Boerenlandvariant N201
- tijdelijke functieaanduidingen en activiteiten tot uiterlijk 1 januari 2024
Het toestaan van een uitzondering kan met een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit of met gebruiksregels in het omgevingsplan. De gemeente geeft dan in de gebruiksregels aan dat de nieuwe activiteit uiterlijk tot 1 januari 2024 is toegestaan.
Omgevingsvergunning bouwactiviteit in reserveringsgebied
In het reserveringsgebied parallelle Kaagbaan kan de overheid tijdelijk een bouwwerk toestaan. Als voor de bouwactiviteit een omgevingsvergunning nodig is, neemt het bevoegd gezag in de vergunning op dat het bouwwerk voor een beperkte periode is toegestaan. Deze periode geldt tot uiterlijk 1 januari 2024. Na de periode uit de vergunning moet het bouwwerk worden verwijderd. Dit volgt uit artikel 5.6 van de Omgevingswet.
Instructieregels gelden niet altijd
De instructieregels gelden niet voor activiteiten die zijn toegestaan op basis van een projectbesluit of een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit van het Rijk (Bkl, artikel 5.132).
Instrumenten waar de rijksinstructieregels voor gelden
De instructieregel voor het reserveringsgebied parallelle Kaagbaan geldt voor:
- het omgevingsplan (Bkl, paragraaf 5.1.6.5)
- een omgevingsverordening, als de provincie regels over activiteiten stelt voor een evenwichtige toedeling van functies aan locaties (Bkl, artikel 7.1)
- een projectbesluit van een provincie of waterschap (Bkl, artikel 9.1)
- een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit (Bkl, artikel 8.0b en 8.0c).
Ontheffing
Het is mogelijk om ontheffing van de instructieregel te vragen. Dit staat in het Besluit kwaliteit leefomgeving:
- artikel 5.166 voor het omgevingsplan
- artikel 7.15 voor de omgevingsverordening
- artikel 9.4 voor het projectbesluit