Enkelvoudige aanvraag, andere activiteit

Zo ja, dan is de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bevoegd gezag. Bij dergelijke activiteiten gaat het doorgaans om projecten van publiek belang die gezien hun omvang en complexiteit geen projectbesluit vergen, maar waarvoor toch een belangenafweging op nationaal niveau moet worden gemaakt.

De basis hiervoor is artikel 4.8 lid 1 van het Omgevingsbesluit.

Zo nee, ga naar blok 2.

• Een milieubelastende activiteit voor het aanleggen en exploiteren van een mijnbouwwerk.
• Een mijnbouwlocatieactiviteit.
• Een beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot een mijnbouwinstallatie in een waterstaatswerk. Dit staat in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal), de artikelen 6.45 en 7.67.

Zo ja, dan is de minister van Economische Zaken en Klimaat bevoegd gezag. De basis hiervoor is artikel 4.10 lid 1 van het Omgevingsbesluit.

Zo nee, ga naar blok 3.

Zo ja, dan zijn Gedeputeerde Staten bevoegd gezag. Dit gebeurt volgens het principe van de Omgevingswet dat luidt: 'Eens bevoegd gezag, altijd bevoegd gezag'. De basis voor deze aanwijzing is artikel 4.16 van het Omgevingsbesluit.

Zo nee, ga naar blok 4.

• Een ontgrondingsactiviteit in rijkswater, anders dan in het winterbed van een rivier.
• Een milieubelastende activiteit waarbij nationale veiligheidsbelangen zijn betrokken.
• Een milieubelastende activiteit die geheel of in hoofdzaak plaatsvindt op een militair terrein of militair object dat in bijlage XIV, onder A van het Besluit kwaliteit leefomgeving wordt aangewezen.
• Een beperkingengebiedactiviteit rond:
  • een rijksweg
  • de luchthaven Schiphol
  • een burgerluchthaven van nationale betekenis
  • een hoofdspoorweg
  • bijzonder spoor
• Een andere activiteit zoals hierboven opgesomd in de territoriale zee of de exclusieve economische zone (EEZ).

Zo ja, dan is de minister van Infrastructuur en Waterstaat bevoegd gezag. De basis voor deze aanwijzing is artikel 4.11 lid 1 van het Omgevingsbesluit.

Zo nee, ga naar blok 5.

• Natura 2000- of flora- en fauna-activiteit van nationaal belang
• milieubelastende activiteit zuiveringsslib op of in de bodem
• valkeniersactiviteit

Zo ja, dan is de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bevoegd gezag. De basis voor deze aanwijzing is artikel 4.12 van het Omgevingsbesluit.

Zo nee, ga naar blok 6.

• Natura 2000-activiteit of flora- en fauna-activiteit die niet is aangewezen op grond van artikel 1.3, 5e lid, van de Wet natuurbescherming en waarvoor de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bevoegd gezag is.
• Een omgevingsplanactiviteit van provinciaal belang. Daarbij gaat het doorgaans om projecten van publiek belang die gezien hun omvang en complexiteit geen projectbesluit vergen, maar waarvoor de provincie toch een belangenafweging op bovenlokaal niveau moet maken.
• Een ontgrondingsactiviteit buiten rijkswater of in het winterbed een rivier die rijkswater is.
• Een milieubelastende activiteit voor een open bodemenergiesysteem. Dit staat in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal), artikel 3.19, lid 1, aanhef en onder a.
• Een milieubelastende activiteit voor ondergrondse CO₂-opslag. Dit staat in artikel 3.48 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal).
• Een milieubelastende activiteit als die een complex bedrijf betreft.
• Een beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot:
  • een burgerluchthaven van regionale betekenis
  • een lokale spoorweg waar Gedeputeerde Staten het bevoegd gezag is

Zo ja, dan zijn Gedeputeerde Staten bevoegd gezag. De basis voor deze aanwijzing is artikel 4.6 lid 1 van het Omgevingsbesluit.

Zo nee, ga naar blok 7.

Zo ja, dan is de minister van Defensie bevoegd gezag. De basis voor deze aanwijzing is artikel 4.9 van het Omgevingsbesluit.

Zo nee, ga naar blok 8.

Zo ja, dan is de vervoersregio als uitvoeringsorganisatie bevoegd gezag. De basis voor deze aanwijzing is artikel 4.7 van het Omgevingsbesluit.

Zo nee, ga naar blok 9.

Zo ja, dan is de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bevoegd gezag.

In alle andere gevallen is het college van burgemeester en wethouders bevoegd gezag. De basis voor deze aanwijzing is artikel 4.13 van het Omgevingsbesluit.