Zoeken in deze site

Overgangsrecht Tracéwet

Voor de Tracéwet geldt overgangsrecht voor de instrumenten: gedoogplicht, tracébesluit en verzoek schadevergoeding.

Gedoogplicht

De Tracéwet merkt 'werken voor de aanleg of wijziging van een hoofdweg, landelijke spoorweg of hoofdvaarweg, en werken voor het opnieuw in gebruik nemen van een landelijke spoorweg' aan als 'openbare werken van algemeen nut' uit de Belemmeringenwet Privaatrecht (artikel 21, Tracéwet). Voor de aanleg of instandhouding van deze werken geldt de gedoogplicht uit artikel 1 van de Belemmeringenwet Privaatrecht. Het overgangsrecht voor deze gedoogplicht volgt uit artikel 4.2 van de Invoeringswet Omgevingswet.

Gelijkstelling

Een opgelegde gedoogplicht voor aanleg of instandhouding van openbare werken (artikel 1, Belemmeringenwet Privaatrecht) geldt als gedoogplicht voor het tot stand brengen of opruimen van een werk van algemeen belang als bedoeld in artikel 10.21 van de Omgevingswet. Dit volgt uit artikel 4.16, lid 1, van de Invoeringswet Omgevingswet.

Lopende procedure gedoogplicht

Als de procedure voor het opleggen van de gedoogplicht nog niet is afgerond, dan blijft het oude recht daarop van toepassing tot:

  • het besluit onherroepelijk is, als tegen het besluit beroep openstaat
  • het besluit van kracht is, als tegen het besluit geen beroep openstaat

Dit staat in artikel 4.3, 4.4 of 4.5, Invoeringswet Omgevingswet.

Vordering schadevergoeding gedoogplicht

Als door een gedoogplicht schade is ontstaan vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet, dan blijft het oude recht van toepassing op:

  • een vordering tot schadevergoeding die is ingesteld binnen 5 jaar na de inwerkingtreding van de Omgevingswet
  • toewijzing van die vordering, totdat de toegewezen schadevergoeding volledig is betaald

Dit staat in artikel 4.16, lid 3, van de Invoeringswet Omgevingswet.

Tracébesluit

Er geldt overgangsrecht voor verschillende instrumenten in de procedure voor het vaststellen van een tracébesluit.

Startbeslissing

Een startbeslissing (artikel 2, Tracéwet) geldt als kennisgeving van het voornemen tot het nemen van een projectbesluit als vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet kennis is gegeven van die startbeslissing (artikel 4.42, Invoeringswet Omgevingswet).

Het bevoegd gezag moet de procedure voortzetten volgens de regels van de Omgevingswet. Er wordt toegewerkt naar een projectbesluit. De volgende bepalingen van de Omgevingswet zijn niet van toepassing:

  • derden in de gelegenheid stellen oplossingen aan te dragen voor de opgave (artikel 5.47, lid 3)
  • kennisgeven hoe burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheden worden betrokken (artikel 5.47, lid 4)
  • de mogelijkheid bieden aan derden om een verzoek in te dienen voor advies van een onafhankelijke deskundige over een aangedragen oplossing (artikel 5.48, lid 2)
  • beslissen of aangedragen oplossingen in beschouwing worden genomen (artikel 5.48, lid 3)

Ontwerp structuurvisie

Een ontwerp van een structuurvisie (artikel 6, lid 1, Tracéwet) geldt als een ontwerp van een voorkeursbeslissing (artikel 4.43, Invoeringswet Omgevingswet).

Tracébesluit voor projecten uit bijlage I, Invoeringsregeling Omgevingswet

Een tracébesluit (artikel 5.2, Tracéwet) geldt als projectbesluit (artikel 4.47, lid 1, Invoeringswet Omgevingswet).

Op de tracébesluiten voor de Blankenburgverbinding en ViA15 die onherroepelijk zijn, blijft de Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15 van toepassing op de tolheffing (artikel 4.46, Invoeringswet Omgevingswet).

Het oude recht blijft van toepassing op de vaststelling van een tracébesluit als vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet een ontwerptracébesluit ter inzage is gelegd, tot het tracébesluit onherroepelijk is (artikel 4.44, lid 1, Invoeringswet Omgevingswet).

Als het tracébesluit na de inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt vastgesteld, hoeft in het tracébesluit geen termijn te staan voor het uitvoeren van een onderzoek naar de gevolgen van de aan te leggen of te wijzigen hoofdweg, landelijke spoorweg of hoofdvaarweg (artikel 4.44, lid 2, Invoeringswet Omgevingswet).

Het oude recht blijft van toepassing op de vaststelling van een tracébesluit, als vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet:

  • een startbeslissing is genomen
  • de verkenning zich in een vergevorderd stadium bevindt
  • het project is aangewezen in een ministeriële regeling èn
  • binnen 1 jaar na inwerkingtreding van de Omgevingswet een ontwerptracébesluit ter inzage wordt gelegd (artikel 4.45, lid 1, Invoeringswet Omgevingswet)

Tracébesluit voor projecten uit bijlage II, Invoeringsregeling Omgevingswet

Het oude recht blijft van toepassing op de vaststelling van een tracébesluit als vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet:

Voor deze projecten kan na 1 jaar na inwerkingtreding van de Omgevingswet een ontwerpprojectbesluit ter inzage worden gelegd. De artikelen 5.47, 5.48 en 5.49 van de Omgevingswet zijn dan niet van toepassing (artikel 4.45, lid 3, Invoeringswet Omgevingswet).

Tracébesluit (projectbesluit) geldt als vergunning

Een tracébesluit geldt als een projectbesluit waarin uitdrukkelijk is bepaald dat het geldt als:

  • een omgevingsvergunning voor een buitenplanse , voor zover het in strijd is met het omgevingsplan
  • een omgevingsvergunning voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit, voor zover voor de uitvoering van werken of werkzaamheden op grond van het omgevingsplan een omgevingsvergunning kan worden verleend
  • een verkeersbesluit als bedoeld in artikel 15 van de Wegenverkeerswet 1994, voor zover ter uitvoering van het besluit handelingen worden verricht waarvoor krachtens dat artikel een verkeersbesluit is vereist

Dit staat in artikel 4.47, lid 1, van de Invoeringswet Omgevingswet.

Voor zover een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit betrekking heeft op het gebied in een tracébesluit wordt de omgevingsvergunning geweigerd als de activiteit in strijd is met het projectbesluit (artikel 4.47, lid 2, Invoeringswet Omgevingswet).

Tracébesluit als onteigeningsbelang

Voor zover het tracébesluit niet in strijd is met het omgevingsplan, geldt het tracébesluit als onteigeningsbelang zoals bedoeld in artikel 11.6 van de Omgevingswet (artikel 4.47, lid 3, Invoeringswet Omgevingswet).

Verzoek schadevergoeding (artikel 22, lid 1)

Het oude recht blijft van toepassing op een verzoek om schadevergoeding als vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet:

  • een van de volgende voorwaarden geldt:
    • een aanvraag voor een vergunning is ingediend
    • een ontwerp van een ambtshalve te nemen besluit is ter inzage gelegd
    • voor een ambtshalve te nemen besluit is toepassing gegeven aan artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht
  • en de voorwaarde geldt: het verzoek om schadevergoeding wordt ingediend binnen 5 jaar nadat het besluit is vastgesteld

tot het besluit op het verzoek om schadevergoeding onherroepelijk wordt en, bij toewijzing van het verzoek, de schadevergoeding volledig is betaald.

Dit staat in artikel 4.17 van de Invoeringswet Omgevingswet.

Meer informatie



Begrip: Onherroepelijk

Bij onherroepelijk:

  • is tegen een besluit geen bezwaar en beroep meer mogelijk
  • is tegen een besluit geen hoger beroep meer mogelijk, na een uitspraak van de rechter op een beroep

Begrip: Omgevingsplanactiviteit (OPA)

De omgevingsplanactiviteit (OPA) kent 2 vormen:

  1. Binnenplanse omgevingsplanactiviteit: dit is een activiteit waarvoor de gemeente in het omgevingsplan bepaalt dat het uitvoeren zonder omgevingsvergunning verboden is.
  2. Buitenplanse omgevingsplanactiviteit: dit is een activiteit die in strijd is met de regels van het omgevingsplan.

Meer informatie op de pagina Omgevingsplanactiviteit.