Zoeken in deze site

Specifieke bepalingen toepassen van tarragrond

Voor het toepassen van tarragrond gelden de regels voor het toepassen van grond of baggerspecie. Een aantal regels en uitzonderingen geldt specifiek voor tarragrond. Deze staan in artikel 4.1280 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal).

Tarragrond alleen toegestaan op de landbodem en boven grondwaterpeil

De initiatiefnemer past tarragrond alleen toe op de landbodem. Toepassen in een oppervlaktewaterlichaam of onder het maaiveld is niet toegestaan. Daar kunnen door onbestorven organisch materiaal ongewenste gevolgen voor de fysieke leefomgeving optreden, zoals zuurstofloosheid van het oppervlaktewaterlichaam.

Afwijkende kwaliteitseisen voor tarragrond

hoeft voor enkele stoffen niet te voldoen aan de algemene kwaliteitseisen (artikel 4.1272, lid 1, van het Bal) en voor grootschalig toepassen op de landbodem (artikel 4.1274, lid 2, onder a). Dit staat in tabel 1 van bijlage B van de Regeling bodemkwaliteit 2022. Het betreft de volgende uitzonderingen:

  • Voor tarragrond gelden voor cresolen (som), fenol, tolueen en minerale olie geen kwaliteitseisen als de aanwezigheid van die stoffen een gevolg is van natuurlijke processen.
  • Voor tarragrond die is behandeld met chloorprofam, geldt voor monochlooranilinen (som) geen kwaliteitseis.

De reden is dat in tarragrond vers en onbestorven organisch materiaal van gewasresten (zoals loof en wortelen) voorkomt. De afbraak van de gewasresten kan onder anaerobe (zuurstofarme) condities leiden tot tussenproducten als cresolen, fenol, tolueen en minerale olie. Het gaat dus niet om stoffen die aan de tarragrond zijn toegevoegd, maar om een natuurlijk afbraakproces. Als het afbraakproces onder aerobe condities plaatsvindt, nemen de aangetoonde gehalten af totdat ze onder de kwaliteitseisen voor de kwaliteitsklassen voor toepassen op de landbodem uitkomen.

De initiatiefnemer moet de kwaliteit van de tarragrond aantonen met een .

Bijzondere eisen voor chloorprofam

Voor tarragrond die ontstaat bij het schoonmaken van aardappelen behandeld met chloorprofam (een kiemremmer), geldt een bijzondere regel. Het is niet toegestaan om deze tarragrond toe te passen in een gebied dat onderdeel is van het natuurnetwerk Nederland.

Tarragrond van aardappelen is over het algemeen schone grond. In de praktijk voldoet deze tarragrond door de aanwezigheid van chloorprofam niet altijd aan de kwaliteitseisen voor toepassing op de landbodem. Als de tarragrond van aardappelen op de landbodem boven het grondwaterniveau wordt toegepast, verloopt de afbraak van chloorprofam zo snel, dat er geen risico's zijn voor de kwaliteit van het grondwater. Maar gebruik van deze tarragrond is niet gewenst in het natuurnetwerk Nederland.

Meer informatie

Op de pagina Inhoudelijke regels toepassen van grond of baggerspecie vindt u meer informatie.



Begrip: Tarragrond

Tarragrond is aanhangende grond die vrijkomt bij het behandelen van gewassen na de oogst. Dit staat in artikel 1 van het Besluit bodemkwaliteit. Tarragrond heet ook wel spoelgrond of zeefgrond, en kent zowel droge als natte verschijningsvormen. Er gelden specifieke bepalingen voor het toepassen van tarragrond op of in de bodem.

Begrip: Milieuverklaring bodemkwaliteit

Schriftelijke verklaring over de milieuhygiënische kwaliteit van een partij bouwstof, grond, baggerspecie, mijnsteen of vermengde mijnsteen of de (water)bodem, die is afgegeven op grond van het Besluit bodemkwaliteit (Bbk). De verklaring is bedoeld om als wettig bewijsmiddel te dienen dat aan de toepasselijke kwaliteitseisen is voldaan, behalve als sprake is van bewijs van onjuistheid of onvolledigheid. In het Bbk staan in hoofdstuk 2A regels voor de afgifte van milieuverklaringen bodemkwaliteit. De uitwerking van deze regels staat in de Regeling bodemkwaliteit 2022. Zie: Milieuverklaring bodemkwaliteit.