Instructieregels voor bereiken aanvaardbaar geluid door één activiteit
Paragraaf 5.1.4.2.2 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) bevat verplichtingen en mogelijkheden bij het voorzien in een aanvaardbaar geluid door een standaardactiviteit. Het bevoegd gezag regelt dit met gebruik van de standaardwaarden of de flexibiliteitsbepalingen van het Bkl. Daarbij geldt een grenswaarde voor de binnenwaarde in een geluidgevoelig gebouw.
Toepassingsbereik
De instructieregels uit paragraaf 5.1.4.2.2 van het Bkl Geluid door activiteiten anders dan door specifieke activiteiten, richten zich op het toelaten van één activiteit op een locatie via een omgevingsplan, omgevingsplanactiviteit of projectbesluit.
Het geluid van één activiteit is het geluid van activiteit op basis van artikel 5.58 van het Bkl (meerdere activiteiten beschouwen als één activiteit) van geluidgevoelige gebouwen.
Tip bij toepassen - Duidelijk toepassingsbereik voor geluidregels in het Omgevingsplan
De instructieregels uit deze paragraaf richten zich niet op de volgende activiteiten:
- Wonen
- Doorgaand verkeer op wegen, vaarwegen en spoorwegen
- Activiteiten op een industrieterrein met een geluidproductie-plafond
- Activiteiten in openbaar gebied
- Evenementen. Met uitzondering van een speciaal voor evenementen ingericht niet-openbaar terrein waar het gehele jaar evenementen plaatsvinden, zoals een concertzaal.
- Geluid dat niet representatief is voor een activiteit, zoals uitzonderlijke bedrijfssituaties
Daarnaast richten deze instructieregels zich niet op geluidgevoelige gebouwen die de gemeente korter dan 10 jaar toelaat in een omgevingsplan.
Meer informatie over dit onderwerp vindt u op de pagina Toepassingsbereik instructieregels geluid en activiteiten.
Direct werkende regels op basis van de instructieregels
Artikel 5.64 van het Bkl koppelt de specifieke bepalingen uit paragraaf 5.1.4.2.2 van het Bkl aan de voorwaarde voorzien in een aanvaardbaar geluid door een activiteit uit artikel, 5.59, lid 2, Bkl. Deze specifieke bepalingen bevat een aantal plichten en mogelijkheden voor de regels in omgevingsplan. Deze plichten en mogelijkheden omvatten:
- standaardwaarden
- grenswaarden
- flexibiliteit, voor een andere wijze van reguleren
Immissiewaarden opnemen voor het regelen van één activiteit
Het bevoegd gezag kan, om de aanvaardbaarheid van één activiteit te regelen, immissiewaarden opnemen. Voor deze waarden kan het bevoegd gezag zich baseren op de standaardwaarden voor verschillende situaties.
Ter bescherming van het binnenmilieu gelden er grenswaarden. Een gemeente hanteert standaard- en grenswaarden om te zorgen dat het geluid van een activiteit van geluidgevoelige gebouwen aanvaardbaar is.
Tip bij toepassen: (Standaard)waarden gelden ook voor onversterkt muziekgeluid
Verplicht niet betrekken bij het vaststellen en toetsen van waarden
Voor een aantal geluidbronnen geldt dat u het geluid niet mag betrekken bij het vaststellen van en toetsen aan de immissiewaarden en grenswaarden (artikel 5.73 Bkl). Een dergelijke regel neemt de gemeente op in het omgevingsplan. Het gaat om het geluid van:
- hulpvoertuigen
- menselijk stemgeluid, tenzij het muziekgeluid is of daarmee vermengd is
Voor menselijk stemgeluid is het mogelijk gebruiksregels voor te schrijven. Voor hulpvoertuigen geldt deze mogelijkheid niet.
Vaststellen en toetsen aan waarden gebeurt dus als het stemgeluid klinkt als muziek, dat bijvoorbeeld een (onversterkte) zanger of koor maakt. Ook als mensen praten of meezingen met muziek. Daarbij maakt het niet uit of de muziek niet of wel versterkt is.
Standaardwaarden toelaatbaar geluid op een geluidgevoelig gebouw
In artikel 5.65 van het Bkl staat de onderstaande tabel met daarin standaardwaarden voor de verschillende beoordelingsgrootheden en -perioden. Een gemeente kan deze standaardwaarden als immissiewaarden voor een bepaald gebied opnemen in het omgevingsplan ter bescherming tegen geluid door een activiteit. Deze waarden gelden dan voor bestaande bedrijven en bij de toelating van nieuwe geluidgevoelige gebouwen en nieuwe activiteiten.
Tip bij toepassen: Gebruik standaardwaarden hoeft voor gemeente geen aanvaardbaar geluid te geven
Deze standaardwaarden sluiten grotendeels aan bij de waarden uit het Activiteitenbesluit. Zij zorgen in het algemeen voor voldoende bescherming tegen geluid. Daarom is een uitgebreide motivering van het opnemen van deze waarde niet nodig. Bezin u wel op de vraag of dit algemene (landelijke) perspectief ook past voor uw specifieke situatie.
Tip bij toepassen: Geluidgevoelige gebouwen met een lagere geluidwering dan normaal -
07.00–19.00 uur | 19.00–23.00 uur | 23.00–07.00 uur | |
---|---|---|---|
Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau LAr,LT als gevolg van activiteiten | 50 dB(A) | 45 dB(A) | 40 dB(A) |
Maximaal geluidniveau LAmax veroorzaakt door aandrijfgeluid van transportmiddelen | - | 70 dB(A) | 70 dB(A) |
Maximaal geluidniveau LAmax veroorzaakt door andere piekgeluiden | - | 65 dB(A) | 65 dB(A) |
Andere standaardwaarden bij veelvoorkomende situaties
Paragraaf 5.1.4.2.2 van het Bkl benoemt een aantal situaties die veel voorkomen, of waarvoor eerder landelijke regels golden, waarvoor de bovenstaande standaardwaarde meestal niet passend is. Voor deze situaties benoemt het Bkl andere standaardwaarden:
- Bedrijventerrein. De gemeente kan de standaardwaarden voor LAr,LT en LAmax met 5 dB verhogen (artikel 5.65, lid 2, Bkl).
- Agrarisch gebied. De gemeente kan de standaardwaarden voor LAr,LT met 5 dB verlagen (artikel 5.65, lid 3, Bkl).
- Woonschip. De gemeente kan de standaardwaarden voor LAr,LT en LAmax op de grens van de ligplaats met 5 dB verhogen. Deze mogelijkheid geldt alleen voor ligplaatsen die voor 1 juli 2012 (de datum waarop ligplaatsen geluidgevoelig zijn geworden) als zodanig waren bestemd, en voor ligplaatsen die op die datum waren gelegaliseerd via een gemeentelijke verordening en die voor 1 juli 2022 in het omgevingsplan zijn opgenomen (artikel 5.65, lid 4, Bkl).
Ook voor deze situaties is een uitgebreide motivering niet nodig. De gemeente kan hier volstaan met de constatering van de aard van het gebied, het aanwijzen van die gebieden in het omgevingsplan en het opnemen van de immissiewaarden voor dat gebied.
Tip bij toepassen: Beperkte motivatie aanvaardbaarheid geluid bij toepassen standaardwaarden
Grenswaarden toelaatbaar geluid in geluidgevoelige ruimten binnen in- en aanpandige geluidgevoelige gebouwen
In artikel 5.65 van het Bkl staan de onderstaande grenswaarden. Een gemeente moet deze als binnenwaarden opnemen in haar omgevingsplan.
07.00–19.00 uur | 19.00–23.00 uur | 23.00–07.00 uur | |
---|---|---|---|
Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau LAr,LT als gevolg van activiteiten | 35 dB(A) | 30 dB(A) | 25 dB(A) |
Maximaal geluidniveau LAmax veroorzaakt door aandrijfgeluid van transportmiddelen | - | 55 dB(A) | 55 dB(A) |
Maximaal geluidniveau LAmax veroorzaakt door andere piekgeluiden | - | 45 dB(A) | 45 dB(A) |
De bovenstaande grenswaarden gelden niet voor woonwagens en -schepen. Deze geluidgevoelige gebouwen hebben geen geluidgevoelige ruimten (artikel 5.57, lid 2, Bkl).
In uitzonderlijke gevallen hoeft u niet aan deze grenswaarde te voldoen:
- Als er bouwkundige bezwaren zijn tegen maatregelen aan de gevel. U dan wel zoveel mogelijk andere maatregelen treffen.
- De eigenaar van het geluidgevoelige gebouw werkt niet mee aan het onderzoek naar de binnenwaarde en de mogelijke maatregelen.
- De eigenaar weigert geluidwerende maatregelen aan te brengen.
Flexibiliteit op gebiedsniveau of bij een concrete situatie
Het Bkl biedt een aantal mogelijkheden voor flexibiliteit. Deze mogelijkheden staan in het Bkl voor het geval dat de standaardwaarden niet leiden tot het gewenste evenwicht tussen beschermen en benutten. Het is daarbij mogelijk af te wijken van standaardwaarden bij geluidgevoelige gebouwen. Als er geen standaardwaarden gelden (bijvoorbeeld bij de festiviteitenregeling), dan gelden er ook geen grenswaarden.
Als de gemeente deze flexibiliteit gebruikt, onderbouwt de gemeente dat het geluid door één activiteit bij geluidgevoelige gebouwen aanvaardbaar is (artikel 5.64, lid 2, Bkl).
Tip bij toepassen: Zorg voor beleid over het toepassen van flexibiliteitsbepalingen
Vaststellen andere immissiewaarden mogelijk
Een gemeenteraad kan andere immissiewaarden vaststellen dan de standaardwaarden hierboven (artikel 5.66, lid 1, Bkl). Dit kunnen zowel hogere als lagere waarden zijn.
Hogere immissiewaarden opnemen dan de standaardwaarde
Een gemeente kan in een omgevingsplan hogere immissiewaarden dan de standaardwaarde opnemen (artikel 5.66, lid 2, Bkl). Bijvoorbeeld als de gemeente gewenste of noodzakelijke activiteiten toelaat die meer geluidbelasting veroorzaken, of in gemengde gebieden. Uit de motivatie blijkt dan ook dat het redelijkerwijs niet mogelijk is de geluidbelasting te verminderen. Het geluid van de activiteiten moet voldoen aan de grenswaarden, ook als het geluidgevoelig gebouw niet in- of aanpandig is.
Tip bij toepassen: Borgen binnenwaarde bij het opnemen van een hogere immissiewaarde
Overgangsrecht en binnenwaarde
Het is mogelijk dat een activiteit meer geluid mag veroorzaken dan de grenswaarde in geluidgevoelige ruimte. Dit kan geregeld zijn (vaak via een grenswaarde op de gevel) in een omgevingsvergunning (Wabo) of maatwerkvoorschrift (Activiteitenbesluit).
In dat geval mag hogere immissiewaarde dan de standaardwaarde in het omgevingsplan leiden tot een overschrijding van de binnenwaarde (artikel 5.66, lid 2 onder b). Ook is een hogere binnenwaarde dan de grenswaarde in het omgevingsplan toegestaan (artikel 5.66, lid 5) bij in- en aanpandige geluidgevoelige gebouwen. Maar deze immissiewaarden in het omgevingsplan mogen niet hoger zijn dan die eerder toegestane waarde. Hiermee de eerbiedigende werking geregeld.
Lagere immissiewaarden dan de standaardwaarden opnemen
Een gemeente kan van oordeel zijn dat een lagere immissiewaarden dan de standaardwaarden bijdragen aan het akoestische kwaliteit. Bijvoorbeeld in of nabij een rustige woonwijk. Ook kunnen lagere waarden wenselijk zijn in verband met cumulatie van geluid op een specifieke locatie (Staatsblad 2018 292, pagina 358).
Tip bij toepassen: Onderbouwen van lagere immissiewaarden
Overheden mogen deze mogelijkheid niet gebruiken bij een militair terrein. Voor een militair terrein mag het omgevingsplan alleen standaardwaarden of hogere immissiewaarden bevatten (artikel 5.72, Bkl).
Andere dosismaat opnemen
Als de dosismaat dB(A) niet past bij een activiteit, kan de gemeente in het omgevingsplan ook een waarde met een andere dosismaat opnemen in plaats van de standaardwaarde. Dit kan bijvoorbeeld bij een activiteit die vooral veel laagfrequent geluid produceert. Een normering in dB(C) kan dan beter passen (Staatsblad 2018 292, pagina 359).
Mogelijkheid om piekwaarden overdag op te nemen
In de 2 tabellen hierboven zijn geen piekwaarden opgenomen in de dagperiode bij de standaardwaarden en bij de grenswaarden. Een gemeente kan voor die situaties, gebiedsgericht of in een individueel geval, wel een waarde voor het maximale geluidsniveau opnemen (artikel 5.67, Bkl).
Overheden mogen deze mogelijkheid niet gebruiken bij een militair terrein.
Festiviteiten
Een gemeente kan bepalen dat immissie- en de binnenwaarden niet gelden bij festiviteiten. Dit kan betrekking hebben op collectieve feesten en feesten met een individueel karakter, maximaal 12 etmalen per jaar (artikel 5.68, Bkl).
Een locatie die dichterbij ligt
In het omgevingsplan kunnen de waarden ook gelden op locaties die dichter bij een activiteit liggen dan de gevel van een geluidgevoelig gebouw of de grens van een ligplaats of woonwagenterrein. Dit staat in artikel 5.69 van het Bkl.
Tip bij toepassen: Afwijkende locaties voor geluidimmissiepunten
Een gemeente mag deze mogelijkheid niet gebruiken bij een militair terrein (artikel 5.72, lid 2, Bkl).
Keuze om geen waarden immissie- of binnenwaarden op te nemen
Een gemeente kan ervoor kiezen geen immissie- of binnenwaarden op te nemen in het omgevingsplan bij specifieke gevallen (artikel 5.70, Bkl). Denk bijvoorbeeld aan werkzaamheden op een akker, of eenmaal per maand een nachtelijke laad- en losactiviteit. De keus om geen immissie- of binnenwaarden op te nemen kan gaan over bepaalde activiteiten of gebieden. Bij de onderbouwing kan de gemeente aandacht besteden aan de aard of locatie van de activiteiten, zoals het moment of de tijdstippen dat de activiteiten geluid produceren óf de afstand van de activiteiten tot geluidgevoelige gebouwen. De gemeente moet in ieder geval motiveren dat er sprake is van een aanvaardbaar geluid bij geluidgevoelige gebouwen.
Andere regels dan waarden
Een gemeente kan in plaats van – of als aanvulling op – immissie- en binnenwaarden ook andere regels opnemen in haar omgevingsplan. Dit staat in artikel 5.71 van het Bkl. Hiervoor is een goede motivering nodig. Andere regels zijn bijvoorbeeld gebruiks- en bouwregels. Onder gebruiksregels vallen voorzieningen of gedragsregels, zoals een begrenzer (in vaktaal: limiter) op een muziekinstallatie, bepaalde sluitingstijden voor bedrijven of terrassen, of venstertijden voor transport. Bouwregels zijn bijvoorbeeld een scherm of het bouwvlak en bouwhoogte van een (afschermende) loods. Ook kunnen er regels worden opgenomen die een afstand bepalen tussen belastende activiteiten en geluidgevoelige gebouwen. Een voorbeeld is het vastleggen van een laad- of losplek, of de locatie van een inrit.
De gemeente kan ook gebruiksregels opnemen naast de immissie- en binnenwaarden. Een gemeente mag geen gebruiksregels opnemen voor een militair terrein.
Begrip: Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.
Lees meer over het Besluit kwaliteit leefomgeving.
Begrip: Activiteit, één
Het geluid door één activiteit is het geluid van een clustering van activiteiten op basis van artikel 5.58 van het Bkl (meerdere activiteiten beschouwen als één activiteit) op een geluidgevoelig gebouw. Eén activiteit is vaak een bedrijf, maar een evenement kan ook één activiteit zijn.
Begrip: Eerbiedigende werking
Eerbiedigende werking houdt in dat de 'oude' gevallen worden ontzien en alleen de 'nieuwe' gevallen onder de werking van de wet vallen. Het oude recht blijft voortbestaan naast het nieuwe recht.