Instructieregels voor rekening houden met geluid bij toelaten activiteit, (spoor)weg, industrieterrein of geluidgevoelige gebouw
Bij toelaten van een activiteit, lokale (spoor)weg of geluidgevoelig gebouw op een locatie houdt het bevoegd gezag rekening met geluid. Hierbij bepaalt het bevoegd gezag welke geluidkwaliteit bij de situaties of het gebied past.
Situaties
Bij toelaten van een activiteit, gemeenteweg, waterschapsweg, lokale spoorweg of geluidgevoelig gebouw op een locatie houdt het bevoegd gezag in ieder geval rekening met geluid. Deze regel bevat geen concreet kwaliteitsniveau voor geluid. Daarom heeft het bevoegd gezag een grote beoordelingsvrijheid. Onderstaande tabel geeft weer met welk geluid het bevoegd gezag rekening houdt in een situatie.
Situatie: toelaten van |
Rekening houden met het geluid van |
artikel |
---|---|---|
locatiegebonden activiteit |
activiteiten samen op geluidgevoelig gebouw |
5.59 lid 1 Bkl |
lokale weg of spoorweg |
lokale wegen of spoorwegen samen op geluidgevoelige gebouw |
5.78l lid 1 Bkl |
geluidgevoelig gebouw bij een activiteit |
activiteiten samen op geluidgevoelig gebouw |
5.59 lid 1 Bkl |
geluidgevoelig gebouw in een geluidaandachtsgebied |
wegen, spoorwegen en industrieterreinen samen op geluidgevoelige gebouw |
5.78s lid 1 Bkl |
Afwegen
In de afweging betrekt het bevoegd gezag de specifieke plaatselijke situatie en de cumulatieve gevolgen voor de gezondheid van haar burgers en het milieu. Het bevoegd gezag kan in haar beleid bepalen hoe zij rekening houdt met geluid. Zij kan per situatie en/of gebiedstype een andere geluidkwaliteit overwegen. Ze beoordeelt de geluidkwaliteit daarbij in samenhang met andere belangen, zoals bijvoorbeeld mobiliteit en werkgelegenheid.