Instructieregels voor aanvaardbaar geluid door één specifieke activiteit
Het bevoegd gezag moet via direct werkende regels in het omgevingsplan zorgen dat het geluid van één activiteit bij geluidgevoelige gebouwen aanvaardbaar is. Paragraaf 5.1.4.2.3 van het Besluit kwaliteit leefomgeving bevat instructieregels voor een aantal specifieke activiteiten om hierin te voorzien.
Specifieke activiteiten
Voor de volgende specifieke activiteiten bevat het Besluit kwaliteit leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bkl) instructieregels bij het voorzien in een aanvaardbaar geluid:
- windturbines en windparken
- civiele buitenschietbanen
- militaire buitenschietbanen en militaire springterreinen
Op deze specifieke activiteiten zijn ook de instructieregels uit paragraaf 5.1.4.2.1 van het Bkl van toepassing.
Windturbines en windparken
Toepassingsbereik
De instructieregels uit artikel 5.74 en 5.75 Bkl richten zich op het toelaten van windturbines of windparken voor het opwekken van elektriciteit op een locatie via een omgevingsplan, omgevingsplanactiviteit of projectbesluit. Ook voorzien ze in het toelaten van een geluidgevoelig gebouw bij een windturbine of windpark die al bestaan.
Direct werkende regels op basis van de instructieregels
Het bevoegd gezag moet via direct werkende regels Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) in het omgevingsplan zorgen dat het geluid van deze specifieke activiteiten bij geluidgevoelige gebouwen aanvaardbaar is.
De instructieregels voor het toelaten van windturbines en windparken in artikel 5.74 Bkl omvatten:
- het hanteren van standaardwaarden
- het hanteren van andere waarden dan standaardwaarden: flexibiliteit op gebiedsniveau of bij een concrete situatie.
Met het toepassen van de instructieregels van artikel 5.74 Bkl wordt voldaan aan de eis van aanvaardbaarheid van artikel 5.59 lid 2 Bkl. Dat regelt artikel 5.75 Bkl.
Standaardwaarden
Het bevoegd gezag moet waarden opnemen om de aanvaardbaarheid van een windturbine of windpark te regelen. Voor deze waarden kan het bevoegd gezag zich baseren op de standaardwaarden. Als het bevoegd gezag de standaardwaarden hanteert, is het geluid ervan bij geluidgevoelige gebouwen in ieder geval aanvaardbaar.
De standaardwaarde voor geluid door die windturbine of windpark op een geluidgevoelig gebouw is 47 dB Lden en 41 dB Lnight. Dit staat in artikel 5.74 lid 1 Bkl.
Flexibiliteit op gebiedsniveau of bij een concrete situatie
Het Bkl biedt met artikel 5.74 lid 2 een mogelijkheid voor flexibiliteit voor het geval dat de standaardwaarde niet leidt tot het gewenste evenwicht tussen beschermen en benutten. Het bevoegd gezag kan hogere of lagere immissiewaarden in het omgevingsplan opnemen.
De immissiewaarden mogen alleen lager zijn dan de standaardwaarde als dat nodig is om een aanvaardbaar geluidniveau te bereiken. Deze noodzaak kan uitsluitend aan de orde zijn bij:
- een cumulatie met het geluid van een andere windturbine of een ander windpark, óf
- vanwege de bijzondere aard van het gebied, zoals een stiltegebied
Het is niet toegestaan de aanvaardbaarheid van het geluid te bereiken door het stellen van andere en/of aanvullende regels in het omgevingsplan. Dit staat in artikel 5.74 lid 3 Bkl. Andere regels zijn bijvoorbeeld gebruiks- en bouwregels, maar ook het opnemen van een binnenwaarde.
Civiele buitenschietbanen
Toepassingsbereik
De instructieregels uit artikel 5.76 en 5.77 Bkl richten zich op het toelaten van civiele buitenschietbanen op een locatie via een omgevingsplan, omgevingsplanactiviteit of projectbesluit. Ook voorzien ze in het toelaten van een geluidgevoelig gebouw bij een bestaande buitenschietbaan.
Bij civiele buitenschietbanen gaat het om exploitatie:
- in de buitenlucht, of
- in een gebouw zonder afdekking, of
- in een gebouw met een open zijde
Op deze banen schieten mensen met vuurwapens. Daarom valt een kleiduivenbaan hier wel onder maar een paintballterrein niet.
Direct werkende regels op basis van de instructieregels
Het bevoegd gezag moet via direct werkende regels Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) in het omgevingsplan zorgen dat het geluid van deze specifieke activiteiten bij geluidgevoelige gebouwen aanvaardbaar is.
De instructieregels voor het toelaten van een civiele schietbaan in artikel 5.76 Bkl omvatten:
- het hanteren van standaardwaarden
- het hanteren van lagere waarden dan standaardwaarden: flexibiliteit op gebiedsniveau of bij een concrete situatie
Met het toepassen van de instructieregels van artikel 5.76 Bkl wordt voldaan aan de eis van aanvaardbaarheid van artikel 5.59 lid 2 Bkl. Dat regelt artikel 5.77 Bkl.
Standaardwaarde
Het bevoegd gezag neemt een waarde op om de aanvaardbaarheid van een civiele buitenschietbaan te regelen. Als het bevoegd gezag de standaardwaarde hanteert, is het geluid ervan bij geluidgevoelige gebouwen in ieder geval aanvaardbaar.
De standaardwaarde voor geluid door het gebruik van een civiele buitenschietbanen op een geluidgevoelig gebouw is 50 dB Bs,dan. Dit staat in artikel 5.76 lid 2 Bkl.
Flexibiliteit op gebiedsniveau of bij een concrete situatie
Het Bkl biedt met artikel 5.76 lid 3 een mogelijkheid voor flexibiliteit voor het geval dat de standaardwaarde niet leidt tot het gewenste evenwicht tussen beschermen en benutten.
De gemeente kan in het omgevingsplan bij geluidgevoelige gebouwen een lagere waarde opnemen dan de standaardwaarde.
Het is niet mogelijk dat de waarde voor civiele buitenschietbanen in het omgevingsplan hoger is dan 50 dB Bs,dan.
Het is niet toegestaan de aanvaardbaarheid van het geluid te bereiken door het stellen van andere en/of aanvullende regels in het omgevingsplan. Dit staat in artikel 5.76, lid 4 Bkl. Andere regels zijn bijvoorbeeld gebruiks- en bouwregels, maar ook het opnemen van een binnenwaarde.
Militaire buitenschietbanen en militaire springterreinen
Toepassingsbereik
De instructieregels uit artikel 5.76 en 5.77 Bkl richten zich op het toelaten van militaire buitenschietbanen en militaire springterreinen op een locatie via een omgevingsplan, omgevingsplanactiviteit of projectbesluit. Ook voorzien zij in het toelaten van een geluidgevoelig gebouw bij een bestaande militaire buitenschietbaan of springterrein.
Bij militaire buitenschietbanen en militaire springterreinen gaat het om exploitatie:
- in de buitenlucht, of
- in een gebouw zonder afdekking, of
- in een gebouw met een open zijde
De militaire buitenschietbanen en militaire springterreinen liggen op een militair terrein zoals aangewezen in bijlage XIII Bkl.
Direct werkende regels op basis van de instructieregels
Het bevoegd gezag moet via direct werkende regels Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) in het omgevingsplan zorgen dat het geluid van deze specifieke activiteiten bij geluidgevoelige gebouwen aanvaardbaar is.
De instructieregels voor het toelaten van een civiele schietbaan in artikel 5.76 Bkl omvatten
- het hanteren van standaardwaarden
- het hanteren van hogere waarden dan standaardwaarden: flexibiliteit op gebiedsniveau of bij een concrete situatie
Met het toepassen van de instructieregels van artikel 5.76 Bkl wordt voldaan aan de eis van aanvaardbaarheid van artikel 5.59 lid 2 Bkl. Dat regelt artikel 5.77 Bkl.
Standaardwaarde
Het bevoegd gezag neemt een waarde op om de aanvaardbaarheid van een militaire buitenschietbaan en een militaire springterrein te regelen. Als een gemeente de standaardwaarden hanteert, is het geluid ervan bij geluidgevoelige gebouwen in ieder geval aanvaardbaar.
De standaardwaarde voor geluid door militaire buitenschietbanen en militaire springterreinen op een geluidgevoelig gebouw is 50 dB Bs,dan. Dit staat in artikel 5.76, lid 2 Bkl.
Flexibiliteit op gebiedsniveau of bij een concrete situatie
Het Bkl biedt met artikel 5.74 lid 3 een mogelijkheid voor flexibiliteit voor het geval dat de standaardwaarde niet leidt tot het gewenste evenwicht tussen beschermen en benutten.
Het is niet toegestaan om een waarde voor militaire schietbaan of militaire springterrein op te nemen die lager is dan 50 dB Bs,dan.
Het is mogelijk dat het omgevingsplan bij geluidgevoelige gebouwen een hogere waarde bevat dan de standaardwaarde. Als het bevoegd gezag deze flexibiliteit gebruikt, onderbouwt zij dat het geluid bij geluidgevoelige gebouwen aanvaardbaar is. Dit staat in artikel 5.77 lid 2 Bkl. Dit kan bijvoorbeeld door verwijzing naar een bestaande omgevingsvergunning milieubelastende activiteit. Dit is immers het resultaat van een eerdere afweging.
Voor het geluid van een militaire schietbaan of militaire springterrein mag de waarde in het omgevingsplan hoger zijn dan 50 dB Bs,dan. Maar niet hoger dan:
- 60 dB Bs,dan als voor de baan of het terrein een omgevingsvergunning (artikel 3.335 Besluit activiteiten leefomgeving) is vereist
- 55 dB Bs,dan als er geen omgevingsvergunning is vereist
Het is niet toegestaan de aanvaardbaarheid van het geluid te bereiken door het stellen van andere en/of aanvullende regels in het omgevingsplan. Dit volgt uit artikel 5.76 lid 4 Bkl. Andere regels zijn bijvoorbeeld gebruiks- en bouwregels, maar ook het opnemen van een binnenwaarde.
Begrip: Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.
Lees meer op de pagina Inhoud Besluit kwaliteit leefomgeving.
Begrip: Direct (rechtstreeks) werkende regels
Direct werkende regels (ofwel rechtstreeks werkende regels) zijn regels die rechtstreeks gelden voor bedrijven, burgers en andere initiatiefnemers bij het uitvoeren van een activiteit. Het gaat dan vaak om doel- en middelvoorschriften voor die activiteit. Maar ook regels over de specifieke zorgplicht, informatie-, meld- en vergunningplicht zijn rechtstreeks werkende regels. De term direct (rechtstreeks) werkende regels wordt ook gebruikt om deze regels te onderscheiden van instructieregels.