Klimaatadaptatie per beleidsdomein
Elk beleidsdomein pakt klimaatadaptatie anders aan. Op deze pagina vindt u per beleidsdomein hoe dat gebeurt. Sommige beleidsdomeinen zijn al ver met het ontwikkelen van een aanpak, andere staan nog aan het begin. Deze pagina is nog in ontwikkeling en daarom niet compleet. Het doel is om hier uiteindelijk van 15 tot 20 domeinen een beschrijving te geven van de aanpak.
Op deze pagina
- Overstijgend: vitale en kwetsbare functies
- Cultureel erfgoed
- Gebouwde omgeving en Ruimtelijke ordening
- Landbouw
- Natuur
- Verkeersinfrastructuur
- Volksgezondheid
- Waterkwantiteitsbeheer
Overstijgend: vitale en kwetsbare functies
Uitval van vitale functies, zoals internet of een deel van de infrastructuur, zorgt voor grote maatschappelijke ontwrichting en leidt vaak tot grote schade. Daarom is het belangrijk om te weten of deze functies kwetsbaar zijn voor overstromingen, wateroverlast, hitte en droogte. En welke maatregelen nodig zijn om de kwetsbaarheid te verminderen.
Sinds enkele jaren is er daarom de nationale aanpak Vitaal en Kwetsbaar. Daarin zijn 13 functies van nationaal belang ondergebracht, zoals elektriciteit, drinkwater en telecom. De verschillende ministeries zijn verantwoordelijk voor het klimaatbestendig en waterrobuust maken van hun eigen functies. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) coördineert de nationale aanpak.
Meer informatie is te vinden op Kennisportaal klimaatadaptatie - vitale en kwetsbare functies.
Cultureel erfgoed
De klimaateffecten op cultureel erfgoed hebben vaak te maken met de gevolgen van te veel of te weinig water. Bijvoorbeeld in de vorm van funderingsproblemen, of schade aan groenvoorzieningen zoals kasteeltuinen. Ook kan het gaan om schade door de toename van bepaalde soorten schimmels of ongedierte. Verder is waterschade aan gebouwen, collecties en archieven een reëel gevaar.
De mens is in de Nederlandse delta altijd bezig geweest met klimaat en water. Met de kennis over dat verleden kan erfgoed oplossingen en inspiratie bieden voor problemen ontstaan door klimaatverandering en daarmee bijdragen aan maatregelen in het kader van klimaatadaptatie.
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) draagt stelselverantwoordelijkheid voor het cultureel erfgoed.
Meer informatie over cultureel erfgoed vindt u op:
- Cultuurhistorie als kennisbron voor de klimaatstresstest
- Leven met water, toen en nu (met name de video)
Gebouwde omgeving en Ruimtelijke Ordening
De gebouwde omgeving krijgt te maken met de gevolgen van een veranderend klimaat en weersextremen.
- Extreme neerslag kan leiden tot schade aan woningen en gebouwen, straten en tuinen.
- Hittegolven zetten de gezondheid en leefbaarheid in de stad onder druk.
- Droogte kan leiden tot een watertekort van het stedelijk groen of schade aan funderingen.
- Hogere waterstanden leiden tot een hogere overstromingskans.
In het bollenschema gebouwde omgeving en ruimtelijke ordening (scroll naar beneden op de pagina Wat zijn de grootste klimaateffecten op de gebouwde omgeving? van Klimaatadaptienederland.nl vindt u een overzicht met meer klimaateffecten.
Investeringen in de gebouwde omgeving, in zowel fysieke gebouwen als de openbare ruimte, worden voor een langere periode gedaan. Bij grote investeringen moet rekening worden gehouden met het toekomstige klimaat. Dit geldt bij investeringen in de woningbouwopgave, maar ook bij investeringen in de bestaande woningvoorraad. Investeringen moeten zoveel mogelijk klimaatrobuust zijn.
Er zijn veel partijen actief om de gebouwde omgeving klimaatbestendig en waterrobuust in te richten:
- woningeigenaren
- gemeenten, zij stellen voor het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie (DPRA) uitvoeringsagenda’s klimaatadaptatie op
- waterschappen, zij zijn belangrijk bij de vraagstukken rond waterberging en beheer van het grondwaterpeil
- woningbouwcorporaties, zij passen hun vastgoed aan om hittestress tegen te gaan
- kennisinstellingen en adviesbureaus, zij jagen via onderzoek innovatie aan en maken kennis en data hanteerbaar
- daarnaast werken verschillende ministeries, waaronder aan beleid voor een groene en klimaatbestendige leefomgeving, zoals in de Nationale Omgevingsvisie en door City Deals
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor de coördinatie van het dossier klimaatadaptatie gebouwde omgeving.
Meer informatie over de gebouwde omgeving vindt u op:
- NAS-adaptatietool
- Nationale klimaatadaptatiestrategie 2016 (NAS)
- Klimaatadaptief bouwen mét de natuur
- Convenant Klimaatadaptief Bouwen
Landbouw
De landbouw ondervindt op dit moment al de gevolgen klimaatverandering. Het gaat onder andere om:
- toenemende neerslagextremen waardoor (te) lang water op het land blijft staan
- steeds langduriger droogteperioden die vooral een probleem vormen voor gebieden met beperkte mogelijkheden tot wateraanvoer
- langduriger en heviger hittegolven
- toenemende verzilting
- mogelijke wijzigingen in hagel, storm en blikseminslag
Verwacht wordt dat de impact van klimaatverandering op de landbouw op langere termijn gaat toenemen. Deze veranderingen leiden in toenemende mate tot:
- verminderde gewasopbrengsten en/of kwaliteitsverlies van het landbouwproduct
- beschadiging van productiemiddelen zoals kassen en stallen
Hoe groter de weersextremen, hoe moeilijker het is om hierop te anticiperen. Boeren zijn zich altijd al bewust van weer en klimaat. Ze zijn gewend om te anticiperen op het weer en bewegen mee met klimaatverandering. Maar klimaatverandering gaat sneller dan verwacht. Extremen volgen elkaar sneller op. Risico’s nemen toe. Het vraagstuk ontstijgt het boerenerf. Gezamenlijke analyse en actie van overheden, agrariërs en ketenpartijen is nodig. Daarom heeft het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) met stakeholders het Actieprogramma klimaatadaptatie landbouw ontwikkeld.
Actieprogramma klimaatadaptatie landbouw
Het Actieprogramma klimaatadaptatie landbouw is begin 2020 aan de Tweede Kamer aangeboden. De doelstelling van het actieprogramma is dat in 2030 alle ondernemers in de land- en tuinbouw erop zijn voorbereid om duurzaam en effectief te kunnen omgaan met de veranderingen in het klimaat.
Het actieprogramma bevat 5 pijlers: watersysteem, bodemsysteem, gewassen en teeltsystemen, veehouderij en ondersteunende instrumenten.
Watersysteem
Voor de pijler watersysteem zijn met name de activiteiten van de Deltaprogramma’s Zoetwater (DPZW) en Ruimtelijke Adaptatie (DPRA) en het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) van belang.
Bodemsysteem
De pijler bodemsysteem zet erop in om via het Nationaal Programma Landbouwbodems (NPL) de bodemstructuur en het organische stofgehalte van de landbouwbodems in Nederland te verbeteren. De landbouw wordt klimaatbestendiger, onder andere door verbetering van het vochtvasthoudend vermogen. En ook het waterbeheer profiteert (minder afstroming).
Gewassen, teeltsystemen en veehouderij
Voor de pijlers gericht op klimaatadaptieve gewassen en teeltsystemen en veehouderij vindt aansluiting plaats op LNV-beleidsprogramma’s voor kringlooplandbouw, gewasbescherming en veehouderij.
Ondersteunend instrumentarium
Als ondersteunend instrumentarium onderhoudt LNV een dynamische Kennisagenda klimaatadaptatie landbouw, die afgestemd wordt met DPZW, DPRA en DAW. Verder vindt de uitvoering van het Actieprogramma klimaatadaptatie landbouw plaats via een gebiedsgerichte aanpak. Er zijn grote regionale verschillen in opgaven en oplossingsrichtingen voor adaptatie in de landbouw. Dat vraagt om maatwerk. Daarbij is het de bedoeling de landbouwsector goed te betrekken bij de gebiedsprocessen die in ander verband georganiseerd worden, zoals voor het uitvoeren van stresstesten, risicodialogen, uitvoeringsagenda’s en analyses van de waterbeschikbaarheid.
Lees meer over landbouw op de website Klimaatadaptatie Nederland.
Natuur
Klimaatverandering heeft ingrijpende gevolgen voor de natuur. Volgens de Klimaatscenario’s van het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut(KNMI) uit 2014 is Nederland in 2050 warmer, natter, droger en zal de zeespiegel stijgen.
Planten en dieren ondervinden de gevolgen van deze klimaatverandering. Zo vormen zachte winters een probleem net als het verschuiven van klimaatzones. Sommige soorten passen zich makkelijk aan maar veel kwetsbare soorten hebben het moeilijk. Ze zijn niet altijd in staat ‘mee te schuiven’.
Voor een klimaatbestendige natuur is het belangrijk om nu al adaptatiemaatregelen te treffen. Denk aan:
- het vernatten van natuurgebieden en
- meer diversiteit brengen in bossen, zoals onder andere de Bossenstrategie beoogt
Natuur en meer groen kunnen ook bijdragen aan oplossingen voor andere opgaven. Denk aan het verminderen van hittestress in bebouwde omgeving en het opvangen van water in natuurbuffers. We spreken daarom over klimaatadaptatie van én met natuur.
Om klimaatadaptatie van én met natuur te realiseren heeft het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) in samenwerking met onder andere het ministerie van Infrastructuur en Water, provincies, waterschappen, gemeenten, Staatsbosbeheer, natuurorganisaties, banken, kennisinstituten en drinkwaterbedrijven dialogen gevoerd en op basis daarvan de Actielijnen klimaatadaptatie natuur ontwikkeld.
Voor de implementatie van de Actielijnen vindt afstemming plaats met onder meer Programma Natuur en de Deltaprogramma’s Ruimtelijke adaptatie en Zoet water. Ook wordt gewerkt aan kennisontwikkeling en -verspreiding en een gebiedsgerichte aanpak samen met het Actieprogramma klimaatadaptatie landbouw.
Meer informatie over klimaatadaptatie natuur is beschikbaar op:
- Programma Natuur
- Uitvoeringsprogramma natuur (IPO)
- Nature based solutions
- Afspraak Rijk en provincies: in 2030 37.000 hectare bos aangeplant | Nieuwsbericht | Rijksoverheid.nl
- Natuur - Klimaatadaptatie (klimaatadaptatienederland.nl)
- Interactief bollenschema natuur
- Nationale klimaatadaptatiestrategie 2016 (NAS) - Klimaatadaptatie (klimaatadaptatienederland.nl)
- Deltaprogramma
Verkeersinfrastructuur
Weersomstandigheden hebben altijd effect op de verkeersinfrastructuur, maar door klimaatverandering nemen de gevolgen in hevigheid en frequentie toe. Dit is van invloed op de veiligheid en bereikbaarheid van de verkeersinfrastructuur, die hier niet altijd op is ontworpen.
De gevolgen van klimaatverandering voor auto-, spoor- en vaarwegen zijn merkbaar. Door de toename van extreme neerslag is er vaker sprake van plasvorming op de weg, slecht zicht, erosie van taluds en stremmingen van vaarwegen. En bijvoorbeeld ook:
- door de combinatie van droogte en hitte waren er in 2019 3 keer zo veel bermbranden langs het hoofdwegennet als gemiddeld
- door de hitte konden in 2020 veel bruggen niet meer open en konden treinen niet meer rijden op plekken waar het spoor door de hoge temperaturen was uitgezet.
Rijkswaterstaat, ProRail en de provincies werken aan klimaatbestendigheid op basis van het Nationaal Waterprogramma, het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie en aansluitende eigen programma’s. Rijkswaterstaat werkt door middel van het programma Klimaatbestendige Netwerken aan het klimaatbestendig maken van de netwerken die zij in beheer heeft: het hoofdwegennet, hoofdvaarwegennet en hoofdwatersysteem.
Rijkswaterstaat en ProRail hebben inmiddels stresstesten voor de hoofdwegen en de spoorwegen uitgevoerd. Daarin zijn de klimaatdreigingen voor deze netwerken in kaart gebracht. De resultaten worden in 2021 samen met interne stakeholders (Rijkswaterstaatsregio’s) en externe stakeholders (onder andere provincies en waterschappen) gevalideerd. Dit moet bijdragen aan een uitvoeringsagenda. Tegelijkertijd worden werkwijzen, handreikingen en kaders voor beheer, onderhoud en aanleg aangepast. Zo heeft ProRail in 2019 een Handreiking Klimaatadaptatie opgesteld om op projectniveau de adaptatieopgave in beeld te krijgen en heeft Rijkswaterstaat de Handreiking Energie en Klimaat.
Provincies werken bij het klimaatbestendig maken van de infrastructuur intensief samen met gemeenten, waterschappen, het Rijk en maatschappelijke partners. Veel provincies hebben klimaateffect-kaarten voor de provinciale wegen gemaakt. Deze zijn vaak openbaar toegankelijk. Interne en externe bespreking van deze kaarten leiden doorgaans tot een overzicht van kwetsbare locaties in de provinciale infrastructuur van wegen en vaarwegen. De klimaatadaptatieopgave wordt door de provincies zoveel mogelijk gecombineerd met andere ruimtelijke opgaven. Zoals die voor de woningbouw, het waterbeheer, de energietransitie, het landelijk gebied, bedrijventerreinen en de vitale en kwetsbare functies. Bij al deze opgaven wordt klimaatbestendigheid als integraal doel meegenomen.
Meer informatie over verkeersinfrastructuur en klimaatverandering kunt u lezen op:
- Rijkswaterstaat, impact van klimaatverandering op onze wegen, rivieren en kanalen
- Handreiking klimaatadaptatie voor ProRail
- Provincies werken samen aan een klimaatbestendig Nederland
- Klimaatadaptatie Nederland - infrastructuur
Volksgezondheid
Door klimaatverandering wordt de volksgezondheid in Nederland beïnvloed. Het meest voor de hand liggend is een toename van gezondheidsklachten en sterfte door hitte en uv-straling. Ook verwachten deskundigen dat sommige ziekteverwekkers, zoals virussen en bacteriën, meer kans krijgen om te groeien en zich te verspreiden door veranderingen in het klimaat. En dat sommige insecten en allergenen, zoals pollen, meer problemen zullen veroorzaken. Daarnaast kunnen mensen stress en mentale gezondheidsproblemen ervaren vanwege de klimaatverandering.
Meer informatie over de relatie tussen gezondheid en klimaatverandering en klimaatadaptatie vindt u op:
- Klimaatadaptatie
- Gezondheidseffecten van klimaatverandering op ZonMW.nl
- European Climate and Health Observatory
- WHO – Climate change and health
Waterkwantiteitsbeheer
Voldoende zoet water is in ons land cruciaal. Onder meer voor de stabiliteit van dijken, natuur en voor de drinkwater- en elektriciteitsvoorziening. Diverse sectoren zijn voor hun productie afhankelijk van zoet water. Zoals landbouw, scheepvaart en veel industrieën. Deze sectoren hebben een aandeel van ongeveer 16% in de nationale economie. Ook om zakking van inklinkingsgevoelige gebieden tegen te gaan, voor het leefmilieu in de stad en de volksgezondheid, is voldoende zoet water van belang.
Het aanbod van zoet water is niet altijd toereikend voor de vraag. Dat bleek duidelijk tijdens de langdurige droogteperioden in 2018 en 2019, en het droge voorjaar van 2020. Ook verzilting (onder meer door de stijging van de zeespiegel) vormt een bedreiging voor de zoetwaterbeschikbaarheid in Nederland. Op basis van klimaatscenario’s is de verwachting dat droge perioden in de toekomst vaker voor gaan komen. Daarom wordt binnen het Deltaprogramma gewerkt aan ‘Nederland weerbaar tegen droogte in 2050’.
Meer informatie over beleid, maatregelen en onderzoek rondom droogte is te vinden op:
- Nationaal Deltaprogramma Zoetwater
- Publicaties per Deltaprogramma, bijvoorbeeld Deltaprogramma 2021, DP2021 H2 Synthesedocument Zoetwater
- Waterbeschikbaarheid.nl
- Kennisportaal klimaatadaptatie – Droogte
- Nieuwe zoetwaterstrategie 2021
- Op het kennisportaal klimaatadaptatie staan pagina's over Aan de slag als overheid, Kennisdossiers, Hulpmiddelen, Voorbeelden en Beleid en programma's.
Begrip: Stresstest klimaatadaptatie
In een stresstest worden de potentiële kwetsbaarheden voor de klimaatthema’s geïdentificeerd. De stresstest kan worden toegepast binnen een gebied, een beleidsveld, een systeem, enzovoorts.
Lees meer op de pagina's gevolgen van klimaatverandering en klimaatadaptatie per beleidsveld.