Juridische status van een pleziervaartuig om binnen te mogen komen
Om naleving van de regels te controleren, is het noodzakelijk om de woonruimte van een pleziervaartuig, de kajuit, binnen te kunnen gaan. Hier is een juridisch punt van aandacht. Dit omdat de leefruimte van pleziervaartuigen wettelijk te zien zijn als een als woning.
Toestemming om aan boord te gaan
Het betreden van de woonruimte van een pleziervaartuig, de kajuit, moet ook kunnen als de schipper daarvoor geen toestemming wil geven. Anders kan een handhaver zijn of haar werk niet doen: controleren of de voorschriften voor toiletlozingen door pleziervaartuigen worden nageleefd.
Daarvoor is speciale toestemming nodig. Onder de Omgevingswet kan een handhaver deze toestemming vooraf hebben gekregen. Dus voor het bezoek zelf. Onder de Algemene wet op het binnentreden kon dit niet.
Omgevingswet en het Besluit tot aanwijzing van toezichthouders
Het bevoegd gezag kan bepalen in het besluit tot aanwijzing van toezichthouders, dat toezichthouders wel aan boord mogen. Zij zijn bevoegd om een woning (die ook een pleziervaartuig is) te betreden, zonder toestemming van de bewoner (schipper). Dat staat in de Omgevingswet, artikel 18.6 en 18.7.
Een toezichthouder moet de bevoegdheid ook echt en regelmatig nodig hebben om zijn werk goed te doen. Dit betekent dat niet alle toezichthouders deze bevoegdheid krijgen.
Algemene wet op het binnentreden
Toen de Algemene wet op het binnentreden nog van toepassing was, mocht een schipper de toezichthouder de toegang weigeren. Dan mocht de toezichthouder ook daadwerkelijk niet aan boord komen.
Als dat binnentreden volgens de toezichthouder toch nodig zou zijn, moest hij hiervoor naar de burgemeester. De handhaver moest dan onderbouwd om een machtiging vragen van de burgemeester, voor het uitvoeren van een inspectie aan boord van de specifieke woonruimte. Onder de Omgevingswet is dit dus anders.