Voor een directe lozing die onder rijksregels valt gelden in principe alleen algemene regels, tenzij die lozing in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)als vergunningplichtig is aangewezen. Dit is een verandering ten opzichte van de Waterwet, waarbij lozen van stoffen en warmte vergunningplichtig was tenzij er algemene regels golden met vrijstelling van de vergunningplicht.
Ook zijn meer lozingen volledig decentraal geregeld en kan het waterschap bij vele lozingen waarvoor wel rijksregels gelden bij waterschapsverordening regels beter toespitsen op het gebied, via maatwerkregels, of waar nodig aanvullende vergunningplichten instellen.
Ook de mogelijkheden voor individueel maatwerk (maatwerkvoorschriften) zijn verbreed ten opzichte van de Waterwet.
Minder vergunningplichten
Onder de Waterwet was een lozing van afvalwater in principe vergunningplichtig. Maar omdat er ook onder de Waterwet al veel vrijstellingen van de vergunningplicht waren opgenomen in Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB's), is de verandering in de praktijk voor de grotere bedrijfsmatige activiteiten niet zo groot.
Verandering is er wel voor vele kleinere lozingen op rijkswater die eerder vanwege hun geringe omvang of aantal niet expliciet waren vrijgesteld, terwijl er ook geen noodzaak voor vergunningplicht bestond. Bij die lozingen is er geen twijfel meer of vergunningverlening moet plaatsvinden of niet. Er gelden alleen algemene regels, vaak alleen de specifieke zorgplicht.
Bij kleinere lozingen op regionaal water bepalen de waterschappen zelf welke regels ze stellen.
Meer lozingen decentraal
Er zijn minder lozingen specifiek in rijksregels geregeld. De lozingsactiviteiten die het Rijk heeft losgelaten, regelen de waterschappen in de waterschapsverordening.
Om te voorkomen dat bij inwerkingtreding van het stelsel voor deze lozingen geen regels gelden worden de bestaande regels via de zogenoemde bruidsschat in de waterschapsverordeningen ingebouwd. De waterschappen kunnen deze bruidsschatregels vervolgens vanaf de eerste dag naar eigen inzicht aanpassen.
Geen onderscheid meer tussen kwaliteit en kwantiteit
Het begrip lozingsactiviteit omvat zowel de kwantiteit als de kwaliteit van het te lozen water. In de Waterwet werd onderscheid gemaakt tussen lozen (stoffen en warmte, de kwaliteit) en brengen van water in een oppervlaktewaterlichaam (de hoeveelheid of kwantiteit). Het lozen van stoffen en warmte werd onder de Waterwet volledig centraal geregeld met vergunningplichten en algemene rijksregels; het lozen van water op regionaal water volledig decentraal. Onder de Omgevingswet bestaat dit onderscheid niet meer.
Mogelijkheid tot stellen van maatwerkregels
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) maakt het mogelijk om maatwerkregels te stellen over de lozingsactiviteiten die onder algemene rijksregels vallen. Dat kan in de waterschapsverordening. Die mogelijkheid bestond onder de Waterwet niet.