Samenwerken is de enige manier om verder te komen
Interview met Jeannette Baljeu, voorzitter RBO Rijn-West en Gedeputeerde Zuid-Holland
Is er in Zuid-Holland een water dat u aanspreekt vanwege de goede kwaliteit?
“Ik heb nog lang niet al het water in Zuid-Holland gezien. Maar de Zevenhuizerplas is heel erg goed. Het zwemwater daar is uitstekend en er is een mooie combinatie met natuur. Het is echt een voorbeeldplas waar de ecologie centraal staat. Er is zelfs een film over de Zevenhuizerplas gemaakt.”
Waarom is werken aan schoon water belangrijk?
“Wonen, werken, recreëren, natuur, de leefomgeving, alles is met elkaar verbonden. De hele Randstad is ontzettend druk bevolkt. En als je fijn wilt leven heb je een aangename en gezonde leefomgeving nodig. Daar is schoon water een heel belangrijk onderdeel van. Inzetten op schoon water is trouwens ook belangrijk in het licht van de discussie over droogte en drinkwatervoorziening.”
We maken nu plannen voor de 3e KRW-periode 2022-2027. Wat zijn wat u betreft de belangrijkste opgaven waar we voor staan?
“Er zijn natuurlijk in het verleden enorme slagen gemaakt. Neem de afvalwaterzuivering in het gebied van Hollandse Delta, die is pas in 1986 aangesloten op de riolering. Je kan je nu niet meer voorstellen dat dat vroeger op de rivier loosde.”
“We zullen nog keihard moeten werken om in 2027 onze doelen te halen. Dat vraagt iets van ons allemaal. Ik hoop dat het overal gaat lukken, maar er zijn nogal wat verschillen. De Nieuwkoopse Plassen zitten er tegenaan, dat geldt ook voor de Bergse Plassen. Ik hoop dat die met een gebiedsgerichte aanpak nog een sprongetje kunnen maken, vooral ook met de stikstofaanpak.”
“In veel gebieden hebben we nog een flinke slag te maken. Bijvoorbeeld met de meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen, en er blijven steeds nieuwe stoffen komen, zoals microplastics. We hebben nog veel stappen te zetten. En een belangrijke vraag is: hoe breng je het allemaal bij elkaar? De stikstofdiscussie gaat hierin heel erg helpen, we kunnen het nodige bereiken met nieuwe technieken en ook door boerderijen die vee gaan houden op een iets groter gebied. Dit gaat ook helpen voor de KRW. Dat vraagt van boeren stappen en dat is voor hen niet altijd leuk. Maar je ziet dat ze steeds meer bewust worden van hun omgeving. Tegelijk moeten ze ook een boterham kunnen blijven verdienen.”
Er wordt steeds meer nadruk gelegd op een integrale aanpak: koppeling van wateropgaven met andere opgaven. Hoe kunnen we een integrale aanpak verder versterken?
“We moeten kansrijke combinaties zoeken: combinatie met wonen, met verzilting, met ontwikkeling van natuur. En de combinatie met bodemdaling is een no-brainer. Dat kan heel veel opleveren. En als je slim combineert kan je ook financieel voor wat meer ruimte zorgen. Een mooi voorbeeld van een succesvolle combinatie is de Groene Cirkel Kaas en Bodemdaling in de Alblasserwaard (https://www.groenecirkels.nl/kaas-en-bodemdaling). Daar zijn we goed met de boeren in gesprek. Dat is belangrijk, je moet met elkaar spreken over wat het betekent, ook voor een bedrijf. Maar soms is een combinatie erg complex, dan moet je soms ook iets laten schieten. Want we moeten wel het doel van de KRW voor ogen houden. Het moet niet al te ingewikkeld worden, maar wel de kansen gebruiken die er zijn.”
Waar kan de provincie het verschil maken bij werken aan schoon water?
“Onze rol is andere overheden met elkaar verbinden waar dat nodig is. We gaan er natuurlijk niet tussen zitten als het niet nodig is. Maar bij de KRW bijvoorbeeld zie ik wel een taak om de verbinding te zoeken. Het is bij uitstek een taak die we als provincie kunnen en willen vervullen. Een voorbeeld is het project in de Alblasserwaard, daar werken we samen met heel veel partijen. En bij de stikstofaanpak zijn we heel ver met de gebiedsaanpak Nieuwkoop. In de Zuidwestelijke Delta zijn we aan de slag met de zoet-zout problematiek en het Nationaal Park. Wij trekken dat project en daarmee breng je echt onderwerpen bij elkaar. Dat kost tijd, we werken met veel verschillende partijen, zoals boeren, gemeenten, ondernemers. Maar dit zijn gebieden waar we goed stappen zetten.”
Is het nodig de samenwerking in Rijn-West een extra impuls te geven en op welke punten zou dat dan moeten gebeuren?
“Ik heb nog niet veel vergaderingen meegemaakt. Ik zal vaker moeten komen en dat ben ik ook van plan. Ik ben heel blij met onze superactieve tweede voorzitter. Het is een heel interessant gezelschap, alle partijen zitten hier bij elkaar, je kan daar goed het gesprek aan. En dat is nodig, want samenwerken is de enige manier om verder te komen. Het moet daarom echt iets van de bestuurders zijn. Mijn wens is dat we het met elkaar kunnen doen.”
“Belangrijk is wat we nu echt gaan doen om de KRW gaan halen. Ik denk dat we echt scherper kunnen, dieper, en tot concrete afspraken kunnen komen. En dat we die afspraken ook gaan opvolgen. Aan praatstukken hebben bewoners niet veel. Je zou kunnen denken aan een bestuursovereenkomst. Dat kunnen we laten zien wat we doen, bijvoorbeeld in projecten.”
Stel dat u in 2027 nog steeds gedeputeerde bent, waarop zou u dan graag met trots terugkijken als resultaat van werken aan schoon water?
“Hoofdpunt is dat we de KRW-doelen halen, dat is echt scherp. Integraliteit is belangrijk maar we mogen dit doel niet uit het oog verliezen. En het wordt best ingewikkeld om die doelen in 2027 te halen. Dat gaat denk ik niet overal lukken, maar voor het overgrote deel wel. En dan ben ik er vooral trots op dat we het dan samen hebben gedaan.”
Jeannette Baljeu (VVD) is sinds 2017 Gedeputeerde van Zuid-Holland. Haar portefeuille bestaat uit Financiën, Water, EU en internationaal, Transitie haven en industrie, Warmterotonde en Programma Aanpak Stikstof (PAS). Eerder was zij onder meer gemeenteraadslid en wethouder in Rotterdam.