Waterbodemimmissietoets
Het Handboek Immissietoets is een BBT-document waaraan vergunningaanvragen van (in)directe lozingen op het oppervlaktewater van zowel de rijkswateren als de regionale wateren moeten worden getoetst. Een paragraaf uit dit handboek bevat de waterbodemimmissietoets.
Handboek Immissietoets
Sinds 2011 is het Handboek Immissietoets (vernieuwd in juli 2020) van kracht voor zowel het Rijk als de waterschappen. Het Handboek is een BBT-document waaraan vergunningaanvragen van (in)directe lozingen op het oppervlaktewater van zowel de rijkswateren als de regionale wateren moeten worden getoetst. De initiatiefnemer levert de gegevens aan en voert deze toets uit. Het is de taak van het bevoegd gezag om die gegevens vervolgens te beoordelen voordat bijvoorbeeld een vergunning kan worden verleend.
Paragraaf waterbodemimmissietoets
De paragraaf waterbodemimmissietoets van het Handboek Immissietoets gaat over potentiële lozingen vanuit de waterbodem die als gevolg van een vergunningplichtige ingreep of een projectbesluit in het watersysteem ontstaan. Het gaat hierbij niet om het beoordelen van effecten van het toepassen of verspreiden van grond of bagger in oppervlaktewateren, hiervoor is het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal, dit bevat regels voor milieubelastende activiteiten) het wettelijke kader. In de waterbodemimmissietoets wordt getoetst of de waterkwaliteit als gevolg van de (potentiële) lozing vanuit de waterbodem voldoet aan het geen achteruitgangsprincipe van de Kaderrichtlijn Water.
De waterbodemimmissietoets start met het toetsen aan twee criteria:
- is de waterbodemkwaliteit na de ingreep gemiddeld boven de interventiewaarde
- Is de waterbodemkwaliteit na de ingreep slechter dan voorheen
Tool waterbodemimmissietoets
Rijkswaterstaat heeft een tool ontwikkeld waarmee de waterbodemimmissietoets uitgevoerd kan worden voor Rijkswateren en regionale wateren. Meer informatie over de waterbodemimmissietoets leest u op de pagina Waterbodemimmissietoets.Begrip: Geen achteruitgangsprincipe van een waterlichaam
Er is sprake van achteruitgang als het waterlichaam als gevolg van een ingreep in een slechtere toestandklasse komt dan oorspronkelijk. Als het waterlichaam zich al in de slechtste toestandklasse bevindt, is de ruimte tot verslechtering bepaald door de meetnauwkeurigheid van de norm (klassegrens). Meer informatie leest u op de pagina Waterbodemimmissietoets.