Zoeken in deze site

Let op: de informatie over regelgeving geldt na inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024.


Casus 3 – Waterschap Rijn en IJssel

Voor traject 50-2 zullen we het werkatelier als bedoeld in de Regeling bijlage XXXIIA gaan doorlopen. Daarbij zullen we ons richten op de selectie van dominante faalpaden en het opstellen van een Plan van Aanpak voor de analyse ervan.

Beschrijving casus

In deze casus maken we kennis met het werkatelier zoals bedoeld in de Omgevingsregeling bijlage XXXIIA. We richten ons op de selectie van dominante faalpaden en het opstellen van een Plan van Aanpak voor de analyse ervan. We doen dat aan de hand van de beoordeling (LBO1) van traject 50-1 van waterschap Rijn en IJssel. Onderstaande figuur bevat de ligging van het traject.

50-1_1

Dijktraject 50-2 vormt samen met dijktraject 50-1 de dijkring Zutphen. De primaire kering van traject 50-2 is circa 8,1 km lang. Het traject is gelegen aan de oostzijde van de IJssel en aan de zuidzijde van het Twentekanaal rondom Zutphen.

De beoordeling van traject 50-2 in LBO1 is in eerste instantie ingestoken als een voorlopig oordeel. De aanpak die daarbij is gehanteerd, is een voorlopig oordeel ‘met inzicht’. Aan het eind van de beoordeling is uiteindelijk alsnog gekozen om een definitief oordeel af te geven. Het waterschap heeft in LBO1 gekozen om voor traject 50-2 alleen voor de belangrijkste en dominante faalmechanismen (GEKB, STPH, STBI en KW) een reguliere beoordeling uit te voeren.

Opdrachtomschrijving voor de Uitvoerbaarheidstoets

In deze casus maken we kennis met het werkatelier als bedoeld in de Omgevingsregeling bijlage XXXIIA. We richten ons op de selectie van dominante faalpaden en het opstellen van een Plan van Aanpak voor de analyse ervan.

In de beoordeling kan, op basis van de analyse van de relevante faalpaden (geen onderdeel van deze casus), per doorsnede worden bepaald wat de faalkans per faalmechanisme, per vak en voor het traject is. Deze analyse wordt gefaciliteerd in Riskeer en vormt de basis voor het bepalen van de dominante faalpaden. Voor deze casus gaan we uit van de faalkansen zoals voor 50-2 bepaald in LBO1. Online is een nieuwe versie van Riskeer is beschikbaar.

De dominante faalpaden zijn de faalpaden met de grootste bijdrage aan de overstromingskans van een dijktraject. Voor de bepaling en de duiding van de overstromingskans wordt een inschatting gemaakt of het uitvoeren van nadere analyses van de dominante faalpaden kan leiden tot een significante aanscherping van hun bijdragen aan de overstromingskans en de veiligheidsopgave van het dijktraject, gegeven het gewenste handelingsperspectief.

We vragen deelnemers individueel te reflecteren op de beschikbare informatie aan de hand van de hieronder genoemde huiswerkvragen.

Huiswerkvragen

1. Neem bijlagen XXIIIA en B van de Omgevingsregeling, het Draaiboek LBO2 en de Handleiding Overstromingskansanalyse door en lees in het bijzonder de passages over het selectie van dominante faalpaden, aanpak nadere analyse dominante faalpaden en het werkatelier.

  • Welke aspecten zijn volgens u van belang bij de selectie van dominante faalpaden?
  • Leest u die aspecten voldoende terug in de Omgevingsregeling en Handleiding?
  • Verwacht u dat u in staat bent de dominante faalpaden te selecteren, met behulp van de regeling? Wat behoeft verduidelijking of nadere uitwerking? Zijn er nog wezenlijke zaken die ontbreken?

2. Lees de beoordelingsrapportage van traject 50-2 uit LBO1 (andere documenten uit het beoordelingsdossier zijn beschikbaar en kunt u facultatief doornemen).

  • Tot welke dominante faalpaden komt, met behulp van de Omgevingsregeling, de Handleiding Overstromingskansanalyse en (facultatief) Riskeer?
  • Voor welke faalpaden lijkt nadere analyse u zinvol? Waarom?
  • Welke mogelijkheden voor nadere analyse ziet u (zie ook de Handleiding Overstromingskansanalyse)?
  • Welke verbeterpunten ziet u voor de Omgevingsregeling en/of handleiding?
  • Welke hulmiddelen zou u, aanvullend op beschikbare instrumenten, voor uw eigen werkpraktijk wensen voor de selectie van dominante faalpaden en het komen tot een aanpak voor de analyse?

Het beoogde resultaat van deze casus

  • Inzicht in doel en werkwijze van het werkatelier zoals bedoeld in de regeling.
  • Leerervaringen met de selectie van dominante faalpaden en het opstellen van een plan van aanpak voor de analyse ervan.
  • We hebben in beeld welke onderdelen uit de Regeling en algemene Handleiding verduidelijking behoeven.
  • We hebben de behoefte aan (nader uit te werken) hulpmiddelen (denk aan voorbeelden, cursus, handreiking, werkatelier) om met het werkatelier aan de slag te gaan in beeld.
  • We hebben zicht op hoe de conclusies uit het werkatelier de werkprocessen van de beheerder beïnvloeden.

Beschikbare informatie

Benodigde informatie uit het BOI voor deze casus

  • Bijlagen XXIIIA en B van de Omgevingsregeling
  • Handleiding Overstromingskansanalyse
  • Draaiboek LBO-2
  • Riskeer 22.1.1 (online versie)

Beschikbare informatie traject 50-2

Wilt u meer achtergronden lezen en bijlagen inzien neem dan contact op met uitvoerbaarheidstoets@dijk53.nl

Delen van uw bevindingen

Houd tussentijdse bevindingen over de beschikbare BOI documenten zelf bij. U kunt ze op 2 manieren delen:

  1. Tijdens de werksessie op donderdag 8 september 2022
  2. Via een enquête die u na afloop van de werksessie ontvangt. Tussentijds vragen we u om uw bevindingen bij te houden op het feedbackformulier (xlsx, 62 kB).

Praktische vragen over deze casus

Hebt u vragen over de beschikbare informatie, de opdracht of andere praktische zaken? Neem dan contact op via uitvoerbaarheidstoets@dijk53.nl.