IPLO Uitgelicht juni 2025
In deze editie blikken we terug op de Schakeldag 2025, waar op 26 juni ruim 70 kennissessies plaatsvonden. We spraken er met enkele inhoudsdeskundigen die een sessie presenteerden: wat was de opbrengst, welke vragen van deelnemers werden beantwoord en waar is meer informatie te vinden?
Op 26 juni organiseerde het Informatiepunt Leefomgeving en diverse partners de Schakeldag met allerlei workshops over onderdelen uit de Omgevingswet. Zoals over bodem, geluid en het Digitaal Stelsel Omgevingswet. Maar ook over vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) en ruimte en het omgevingsplan.
Kennissessies uitgelicht
We lichten nuttige informatie uit een aantal sessies voor u uit. Handig om nog eens na te lezen voor degenen die erbij waren en voor wie er niet bij kon zijn. Van een aantal workshops zijn de presentaties te bekijken op presentaties Schakeldag 2025. Bij alle sessies die we hier uitlichten, staan links naar meer informatie op iplo.nl. Bekijk ook een impressie van de Schakeldag in het artikel Schakeldag: de vragen blijven stromen.
En voor in de agenda: een selectie van de workshops kunt u in november volgen op de Schakel Special in Leeuwarden.
Bodem
In het thema Bodem waren er onder meer sessies over:
- bodemkwaliteitskaarten en de Omgevingswet
- duurzaam hergebruik van grond en baggerspecie binnen de Omgevingswet
- PFAS: de gezamenlijke aanpak.
De presentaties vindt u op de overzichtspagina Presentaties Schakeldag.
Bodemkwaliteitskaarten en de Omgevingswet
Al voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet werd er gebruik gemaakt van bodemkwaliteitskaarten. Met de komst van de Omgevingswet is er echter een aantal veranderingen opgetreden. In deze sessie zijn we hierop ingegaan. Zo is het niet langer verplicht om de bodemkwaliteitskaarten op te stellen conform de voormalige Richtlijn bodemkwaliteitskaarten. Verder is het niet meer nodig om een bodemkwaliteitskaart op te stellen als voorwaarde voor het stellen van gebiedsspecifiek beleid (dit heet nu maatwerk).
Daarnaast hebben we toegelicht welke voorwaarden er gelden voor het gebruiken van de bodemkwaliteitskaart als basis voor de milieuverklaring bodemkwaliteit.
Voor meer informatie, zie:
- Milieuverklaring op grond van een (water)bodemkwaliteitskaart
- Handreiking bodemkwaliteitskaarten
- Transitie van de Nota bodembeheer naar de Omgevingswet
Duurzaam hergebruik van grond en bagger en maatwerk binnen de Omgevingswet
Hoe kun je als overheid je grond- en baggerstromen op een duurzame manier inzetten? We willen in Nederland in 2050 volledig circulair zijn. Dus het primaire grondstoffengebruik verminderen en meer hoogwaardige verwerking van materialen. Als je op een duurzame manier je grond en bagger inzet, heb je minder primaire grondstoffen nodig en kan dit ook bijdragen aan een gezonde bodem. Denk hierbij aan de kaders Beleidsbrief water- en bodem sturend (zie ook de pagina Bodem en klimaatverandering) en de EU-richtlijn bodemmonitoring en veerkracht.
Een manier om dit te doen als overheid is door bij gebiedsontwikkeling zelf meer de regie te houden op het grondverzet in plaats van het aan marktpartijen over te laten. Met gebiedsspecifiek beleid (dit heet nu maatwerk) is te sturen op hoogwaardiger hergebruik van vrijkomende grondstromen, zowel lokaal als regionaal en creëer je maatschappelijk meerwaarde. Er zijn al goede voorbeelden van. Zo vertelde eerder de provincie Friesland over 'Grip op Grond', waarin provincie en gemeenten onderling samenwerken. En de provincie Gelderland is ook een zogeheten lokale Buyergroup grondstromen aan het opstarten. Daarbij is het van belang het duurzaam hergebruik binnen je organisatie te verankeren. Hiervoor wordt onder meer een 'Marktvisie en inkoopstrategie voor het circulair gebruik van grond en bagger' ontwikkeld.
Voor maatwerk kun je de instrumenten uit de Omgevingswet gebruiken, zoals maatwerkregels in het omgevingsplan of in de omgevingsverordening. Maar ook de inzet van de MER, de milieueffectrapportage. En de mogelijkheid tot gebruik maken van de experimenteerruimte. Lees hier meer over bij: Experimenteerbepaling.
PFAS en de gezamenlijke aanpak
In de sessie over PFAS werd er een presentatie gegeven door 3 organisaties, namelijk: het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de provincie Gelderland en de vakgroep Bodem van het IPLO. Zij benadrukten de gezamenlijke aanpak voor PFAS: er is een landelijke opgave waar de decentrale overheden en het Rijk gezamenlijk mee aan de slag gaan. Bij de decentrale overheden leven er met name vragen over normen, de aanpak en innovatieve saneringstechnieken van bodemverontreiniging met PFAS.
Door de gezamenlijke opzet konden gemeenten in de sessie aangeven wat zij nodig hebben. Het Rijk gaf aan wat de bouwstenen voor een gezamenlijke aanpak richting 2030 zijn. Dit zijn onder andere:
- het in beeld brengen van de opgave
- prioritering en aanpak van meest risicovolle PFAS-verontreinigingen
- efficiënt inzetten van kennis en middelen
Het ministerie is bijvoorbeeld bezig om met organisaties een kennis- en informatieprogramma PFAS op te zetten. Dit is bedoeld om kennis te bundelen over onderzoeken en innovatieve technieken. Zodra hier meer over bekend wordt, melden we dat uiteraard op Iplo.nl.
Er was in de sessie op de Schakeldag ook aandacht voor de Handreiking Zorgplicht onder artikel 13 Wet bodembescherming bij bodemverontreiniging met PFAS. In de sessie werden er een aantal aspecten uit die handreiking toegelicht, zoals het stroomschema overgangsrecht zorgplicht, dat aangeeft of de Wbb of de Omgevingswet van toepassing is in een specifieke situatie. Dat staat in het hoofdstuk 'Vaststellen of sprake is van zorgplicht’ in de handreiking.
De presentatie PFAS en de gezamenlijke aanpak staat op de overzichtspagina met presentaties van de Schakeldag.
Ruimte en het omgevingsplan
Binnen het thema Ruimte was er een sessie over de BOPA (buitenplanse omgevingsplanactiviteit) en diverse workshops over het omgevingsplan. Gemeenten hebben veel behoefte aan voorbeelden van hoe andere gemeenten omgaan met het omgevingsplan.
Wijzigen omgevingsplan
De gemeente Boxtel-Sint-Michielsgestel vertelde over hun plan van aanpak voor de wijziging van een omgevingsplan. Zij hebben gekozen voor een verordenende insteek. Dit om straks zo min mogelijk onderhoud te hebben aan het omgevingsplan.
Bekijk hun programma ‘Transitiestrategie & handboek omgevingsplan’ op de pre-productieomgeving van het DSO en hun presentatie Beheer(s) het omgevingsplan – Boxtel-Sint-Michielsgestel.
De gemeente Zaanstad vertelde over hun eerste wijziging van het omgevingsplan. Ze hebben onder andere een deel van de bruidsschat omgezet en hier toepasbare regels voor gemaakt. De eerste wijziging is inmiddels vastgesteld en hun omgevingsplan is in te zien op Regels op de kaart.
Omgevingsplan uitbesteden
U kunt als gemeente het maken of wijzigen van een omgevingsplan ook uitbesteden. Veel gemeenten maken bijvoorbeeld gebruik van adviesbureaus. Daar is dan wel een goede en heldere opdracht voor nodig. En zo’n opdracht maken valt in de praktijk niet altijd mee. 1 van de sessies ging daarop in en lichtte ook onder meer de handreiking toe die de VNG heeft gemaakt: Handreiking goed opdrachtgeverschap.
In de presentatie Omgevingsplan uitbesteden staat een overzicht van waar u aan moet denken bij het uitbesteden. Welke rollen en taken moet u van tevoren vastleggen en hoe wilt u bijvoorbeeld de regie op wijzigingstrajecten beleggen?
BOPA
De sessie over de buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) ging, na een korte uitleg over de BOPA onder meer over de opvolgende BOPA. Daarmee kunt u een vergunning gefaseerd aanvragen. Het zijn wel 2 aparte aanvragen. Dit maakt het mogelijk om eerst een 'planologisch' basisbesluit aan te vragen voor het afwijken van de functie en de bouwmassa. En later de concrete aanvraag voor de omgevingsplanactiviteit bouwen. Meer informatie staat op de pagina Opvolgende BOPA.
Gemeenten maken veel gebruik van de BOPA, omdat ze het wijzigen van het omgevingsplan nog lastig vinden. Dat is bijvoorbeeld het geval als er meerdere wijzigingen parallel lopen. Waardoor vaak een wijziging van het omgevingsplan richting de vaststelling nog aangepast moet worden aan een eerdere wijziging. Ook zijn veel gemeenten nog bezig met de basisopzet van het omgevingsplan en willen ze dit proces niet doorkruisen met wijzigingen voor gebiedsontwikkelingen. Tot die tijd gebruiken ze dan de BOPA.
Maar in sommige gevallen is het wel beter een wijziging van het omgevingsplan te maken. Het voordeel daarvan is bijvoorbeeld dat u dan meteen de juridische regeling wijzigt en dat de oude regeling niet nog blijft gelden. En als u beperkingen op moet leggen, bijvoorbeeld aan een bedrijf in de omgeving, kunt u dat zo meteen regelen.
Als de basisregeling van het omgevingsplan nog opgebouwd wordt, is het een mogelijkheid om wijzigingen van het omgevingsplan voor gebiedsontwikkelingen (tijdelijk) in een apart hoofdstuk van uw omgevingsplan te zetten. En dit onderdeel later (bijvoorbeeld na de realisatie) integraal te verwerken in de basisregeling. Dus er zijn best wel opties om toch wel te kiezen voor wijzigen omgevingsplan.
Het staat allemaal uitgelegd op de pagina Keuze BOPA of wijziging omgevingsplan. Daar staat ook wanneer een BOPA niet kan. En ook een aantal voordelen op om wel een wijziging omgevingsplan toe te passen. Ook in de presentatie (On)mogelijkheden BOPA staan enkele voordelen.
Behoefte aan voorbeelden
Op de Schakeldag vertelden deelnemers dat ze behoefte hebben aan voorbeelden. De Omgevingswet is inmiddels anderhalf jaar in werking. Het werken aan/met de instrumenten van de Omgevingswet vormt steeds vaker de kern van het werk van de IPLO-doelgroep. Daarom wordt ook het delen van (succesvolle) voorbeelden belangrijker. Er is steeds meer behoefte aan voorbeelden hoe andere gemeenten, waterschappen, provincies en omgevingsdiensten de instrumenten van de Omgevingswet toepassen. Dit blijkt uit helpdeskvragen, maar ook uit de populariteit van Schakeldagsessies waarin zulke praktijkvoorbeelden centraal staan. Bijvoorbeeld over het wijzigen van het omgevingsplan of de invulling van een projectbesluit.
Voor het instrument omgevingsvisie zijn al diverse voorbeelden beschikbaar, omdat de visie een belangrijke basis vormt en zal doorwerken naar de andere instrumenten. IPLO kan voorbeelden delen, maar via regionale samenwerking kunnen decentrale overheden ook veel leren van elkaars praktijk. Ter ondersteuning ontsluit IPLO een overzicht met afspraken voor (samenwerkings)processen onder de Omgevingswet. Daarnaast zijn er Regionale Implementatiecoaches Omgevingswet (RIO's), die gemeenten helpen bij de overgang naar werken in de geest van de Omgevingswet.
Meer informatie
Geluid
Een flink deel van de bezoekers van de Schakeldag ging naar een of meer sessies over geluid. Ze konden kiezen uit 5 sessies. In alle sessies kwam de vraag ‘Welke instrument mag je waarvoor (niet) inzetten?’ aan bod. Dit is namelijk over de gehele breedte van het onderwerp geluid ingrijpend veranderd.
Geluid in het omgevingsplan
Een belangrijke boodschap was dat gemeenten zelf moeten beoordelen wat zij een aanvaardbaar geluid vinden. Dat vergt een andere manier van werken: geluid regelt u in het omgevingsplan en is onderdeel van de afweging. Bedenk eerst wat aanvaardbaar is en borg dat vervolgens in het ruimtelijke besluit. Meer informatie hierover staat op de pagina: Instructieregels over aanvaardbaarheid van geluid bij toelaten activiteit, (spoor)weg, industrieterrein of geluidgevoelig gebouw.
Het omgevingsplan is het instrument voor zowel toestaan van een aanpassing van een weg als van een activiteit. Ook voor activiteiten met een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit. De beoordeling van een aanvraag van een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit bevat dus geen toets op waarden in het omgevingsplan.
Ook gpp's (geluidproductieplafonds) voor een gemeentelijk industrieterrein zijn onderdeel van het omgevingsplan. Bij de casus over het industrieterrein Rollepaal was te zien hoe het Stappenplan voor eerste vaststelling geluidproductieplafonds industrieterrein in de praktijk werkt.
Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO)
Toepasbare regels
Tijdens de sessie over toepasbare regels legden DSO-deskundigen kort uit wat toepasbare regels zijn. Dit zijn vragenbomen die u ziet in het Omgevingsloket. Ze worden gebruikt bij de onderdelen Vergunningcheck, Aanvragen en Maatregelen op maat. Meer informatie over deze onderdelen vindt u op de overzichtspagina over het Omgevingsloket.
De sessie ging ook in op hoe je toepasbare regels maakt. Het is belangrijk om dit samen te doen in een team met mensen uit verschillende vakgebieden. Denk aan:
- de regelanalist (degene die de vragenboom maakt)
- iemand van Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH)
- collega’s die nieuwe regels schrijven
- en bijvoorbeeld iemand van communicatie
Op deze manier denkt u tijdens het maken van nieuwe regels meteen na over hoe u deze kunt omzetten in een vragenboom. Dat zorgt ervoor dat de toepasbare regels beter werken én dat de juridische regels duidelijker worden.
Meerdere deelnemers gaven aan dat in hun organisatie de regelanalist ook al meedenkt bij het opstellen van regels, zoals in het omgevingsplan.
Voorbeelden
De sessieleiders lieten 9 voorbeelden zien uit verschillende soorten regelgeving. Daarin werd duidelijk waar u op kunt letten bij het schrijven van regels, zodat ze makkelijker te gebruiken zijn in een vragenboom. Bijvoorbeeld: gebruik zoveel mogelijk dezelfde term voor een begrip. In 1 voorbeeld gebruikte een gemeente 6 verschillende woorden voor ‘erfgrens of perceelgrens’, zonder dat er een uitleg bij stond. Dat maakt het lastig voor de vragenboom én voor de gebruiker.
In een ander voorbeeld ging het over een regel voor het aanvragen van een vergunning. Daarin stond: ‘Zo nodig wordt een rapport verstrekt waarin de archeologische waarde van de locatie in voldoende mate is vastgesteld.’ Voor de regelanalist is het dan niet duidelijk wanneer zo’n rapport echt nodig is. Daardoor weet ook de aanvrager niet goed of hij het rapport wel of niet moet aanleveren.
Deelnemers in de zaal herkenden deze situaties. Ze komen ook in hun eigen werk voor. Uit deze voorbeelden blijkt dat het slim is om de regelanalist al vroeg te betrekken. Dan kunt u de regels nog aanpassen voordat ze officieel zijn vastgesteld.
Meer voorbeelden en meer informatie over toepasbare regels vindt u op de overzichtspagina Alles over toepasbare regels voor het Omgevingsloket.
Verwerk nu de vangnetregeling
De vangnetregeling Omgevingswet, wat moet je ermee als gemeente? De regeling bevat regels die gelden van rechtswege en vaak met terugwerkende kracht. Het bevat bijvoorbeeld aanvullingen voor de regels van de bruidsschat in het omgevingsplan. De vangnetregeling kent een aantal wijzigingen en er zullen er vast meer volgen. Het wijzigingenoverzicht kunt u vinden in het Wijzigingenoverzicht.
Gemeenten moeten er dus iets mee. De tip van de sessieleiders: het verwerken van de vangnetregeling is een uitgelezen kans om te oefenen met een omgevingsplanwijziging. In de sessie deelden de deskundigen hoe u dit stap voor stap aanpakt, voorbeelden die u kunt gebruiken en hoe andere gemeenten dit hebben ervaren.
Hoe u dit verwerken in het omgevingsplan doet, leest u op de website van de VNG: Vangnetregeling Omgevingswet: verwerken in omgevingsplan.
De presentatie over de Vangnetregeling vindt u op de overzichtspagina Presentaties Schakeldag.
Van wet naar loket
Bij het verwerken van activiteiten in uw omgevingsplan helpt het als u een vaste aanpak gebruikt om van wet naar loket te komen:
- stap 1: verkennen van alle regels (bepalen: waar bent u wel van en waar bent u niet van als bevoegd gezag)
- stap 2: uitwerken naar juridische en toepasbare regels
- stap 3: verwerken in het Omgevingsloket
In de regio Friesland gingen we aan de slag met de activiteiten 'Boom kappen of houtopstand vellen' en 'Dakkapel bouwen'. In deze sessie werd de aanpak en de ervaringen gedeeld van boom kappen. In de presentatie werd het denkwerk en stappen in de uitwerking getoond en de keuzes die gemaakt moeten worden. Hieronder een korte samenvatting:
- De juridische analyse in de eerste stap is in dit geval best veel werk. Wat staat er in het Bkl en Bal (Besluit kwaliteit leefomgeving en Besluit activiteiten leefomgeving)? Hoe zit het met de bebouwingscontour houtkap? Wat staat er ook in de provinciale verordening en wat betekent dat voor jou als gemeente? Wat staat er in uw APV (Algemene plaatselijke verordening), heeft u monumentale bomen, enzovoorts. Wat wilt u beleidsmatig bereiken en passen uw eigen regels daarbij?
- Daarna maakt u de juridische vertaling. Als u weet wat u wilt regelen, kunt u het toepassingsbereik, het oogmerk, de regelkwalificaties en geo-vragen bepalen. Let op dat u niet op de stoel van een ander bevoegd gezag gaat zitten. En kies vooral één structuur en schrijfwijze voor uw vertaling en gebruik die consequent. Zo blijft het leesbaar voor de gebruiker van het loket en het is natuurlijk ook handig voor uzelf.
- De stap om een en ander in het Omgevingsloket te verwerken, is na de voorgaande 2 stappen een stuk makkelijker. Alles staat immers op een rijtje. De tip daarbij is om vooral de preproductie-omgeving te gebruiken. Dan kunt u samen met uw collega's van Ruimtelijke ordening, VTH (vergunningverlening, toezicht en handhaving) en Groen bekijken hoe het Omgevingsplan en de toepasbare regels eruit zien en eventueel nog aanpassingen doorvoeren.
De sessie gaf een inkijkje in hoe u ook activiteitgericht bezig kunt zijn met het omgevingsplan. Maar ook hoe u geo-informatie zoals voor bijzondere bomen ook bij andere activiteiten kan gebruiken. Zoals graven in de bodem, roerende zaken plaatsen en het aanleggen van kabels en leidingen.
De deelnemers van de sessie waren heel gemêleerd qua organisaties en rollen, wat u dan ook in de vragen terugziet en wat ervoor zorgde dat deelnemers van elkaar konden leren.
Gaat u met verwerken van activiteiten aan de slag? Kijk dan vooral ook even hier:
VNG – Voorbeelden toepasbare regels gemeenten
IPLO – Juridische en toepasbare regels houtkap
IPLO – Stappenplan bebouwingscontour houtkap in het DSO
IPLO – instructieregel Rijk bebouwingscontour houtkap
De presentatie over Van wet naar loket vindt u op de overzichtspagina Presentaties Schakeldag.
Einde van TAM-IMRO
In de sessie tijdens de Schakeldag lichtte Wimfred Grashoff van de VNG (Vereniging van Nederlandse gemeenten) toe wat de 7 minimale acties zijn om afstand te doen van TAM-IMRO en gebiedsontwikkeling te faciliteren met STOP/TPOD.
Als eerste stap raadt hij gemeenten aan een planning te maken van alle aanstaande gebiedsontwikkelingen en initiatieven die komend jaar op de rol staan. Dat schept een basis om keuzes te maken voor het vervolg. Ook ging hij in op de mogelijkheid om een transitiehoofdstuk te gebruiken voor gebiedsontwikkeling. En hoe u dit kunt inpassen in de bredere transitiestrategie. Over stap 2 tot en met 7 vindt u informatie op de website van de VNG.
Wat opviel was dat nog veel gemeenten vasthouden aan TAM-IMRO en er in elk geval tot het eind van het jaar mee blijven werken. De VNG benadrukt dat gemeenten echt in september gestart moeten zijn met STOP/TPOD, omdat ze anders in de problemen komen met doorlooptermijnen.
Er zijn inmiddels regionale startsessies georganiseerd. VNG ondersteunt gemeenten met handreikingen die de komende maanden zullen verschijnen en oefensessies. Houd daarvoor de website van de VNG in de gaten.
Meer informatie vindt u op de website van de VNG:
- Nieuwsbericht TAM-IMRO eindigt per 1 januari 2026
- Artikel Einde TAM-IMRO: hoe pakt u dit aan in uw gemeente
- Artikel Checklist minimale acties einde TAM-IMRO
- Zelf aan de slag: informatie die u kan helpen bij de voorbereiding op het einde van TAM-IMRO (handreikingen, checklists, stappenplannen en praktijkvoorbeelden)
- Samen aan de slag: ondersteuning in de vorm van regionale sessies waarin u kunt oefenen en met collega-gemeenten ervaringen kunt uitwisselen
- Strategische keuzen: vragen die gemeenten kunnen gebruiken bij keuzes in het proces van uitfaseren van de TAM
Vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH)
Het taakveld Vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) was op de Schakeldag vertegenwoordigd met 2 presentaties: 'Wetsvoorstel Versterking VTH-stelsel' en 'De Toekomst van toezicht'.
Wetsvoorstel Versterking VTH-stelsel
Het ministerie van IenW werkt via een aantal sporen aan de versterking van het VTH-stelsel milieu. Daarbij wordt voortgebouwd op de opbrengst van het Interbestuurlijk Programma Versterking VTH-stelsel (IBP VTH). Een van deze sporen is wetgeving. Ook de maatregelen die in het wetsvoorstel worden genomen, vloeien voor een deel voort uit de opbrengst van het IBP VTH. Het wetsvoorstel is onderdeel van een breder pakket aan maatregelen om het VTH-stelsel te versterken.
Omdat een deel van de maatregelen nog nadere uitwerking nodig heeft, is ervoor gekozen het wetsvoorstel in 2 tranches in procedure te brengen. Het eerste wetsvoorstel wordt na de zomer voor internetconsultatie aangeboden. Daar kan iedereen in Nederland reageren op dit voorstel.
Het eerste wetsvoorstel stelt voor om de volgende maatregelen te nemen:
- Een grondslag creëren om de robuustheidscriteria voor omgevingsdiensten vast te stellen bij AMvB (Algemene Maatregel van Bestuur).
- De kringen van gemeenten op te heffen, waarbij een uitzonderingsgrond wordt opgenomen voor omgevingsdiensten die op 1 april 2026 voldoen aan de robuustheidscriteria.
- De Staat van vergunningverlening, toezicht en handhaving wettelijk te verankeren.
- Een mogelijkheid op te nemen voor de staatssecretaris van IenW om, als ultimum remedium, in te grijpen als de kwaliteit van de uitvoering daartoe aanleiding geeft.
- Een aantal technische wijzigingen door te voeren.
Wilt u meer lezen over de achtergrond van het wetsvoorstel, de maatregelen die worden voorgesteld voor het eerste en het tweede wetsvoorstel en de maatregelen die buiten regelgeving om worden uitgewerkt ter versterking van het stelsel? Meer informatie is te vinden in de Kamerbrief over maatregelen en wetsvoorstel versterking VTH.
Meer informatie? Mail naar PostbusVTH@minienw.nl. Daar kunt u zich ook abonneren op de Nieuwsbrief VTH.
Alle informatie over VTH vindt u via de overzichtspagina Vergunningverlening, toezicht en handhaving.
De Toekomst van Toezicht
De afgelopen maanden hebben medewerkers van taakveld VTH van het ministerie meer dan 35 mensen geïnterviewd die bij het toezicht betrokken zijn: mensen van omgevingsdiensten, gemeenten, provincies, bedrijven, belangenorganisaties, wetenschap en overheden. Centrale vragen daarbij waren: 'wat zijn de huidige en de toekomstige uitdagingen in het toezicht' en 'wat kunnen we doen om de kwaliteit van het toezicht op peil te houden en/of te brengen?'.
De eerste resultaten van die interviews zijn in de Schakeldagsessie met de meer dan 50 aanwezigen in een levendige discussie besproken. De bedoeling is nu om de resultaten van de interviews, aangevuld met de reacties uit de zaal samen te brengen in een rapport dat in eerste instantie gedeeld gaat worden met, in elk geval, de geïnterviewden. Met hen zal ook het vervolgtraject worden besproken. Daarna, 2e helft van dit jaar, wordt het traject breder gedeeld.
Meer informatie? PostbusVTH@minienw.nl.
Website en helpdesk
- De IPLO-website had in juni 596.085 paginaweergaven en 216.170 sessies.
- Bij de helpdesk zijn 2.295 vragen behandeld.
Verdeling vragen per onderwerp
De vragen gingen over de volgende onderwerpen:
1. Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) 33%
2. Regels voor activiteiten 14%
3. Bouwen 12%
4. Systematiek wetgeving en ruimte 11%
5. Bodem 10%
6. Water 8%
7. Landelijk Asbestvolgsysteem (LAVS) 5%
8. Geluid 4%
9. Veiligheid 3%
10. Overig* 1%
Taartdiagram van verdeling vragen aan IPLO in juni 2025

*Overig (1%): Ruimtelijke plannen, invoeringsondersteuning, overig, onbekend
Stel uw vraag aan een expert van IPLO
Het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) is het kenniscentrum van de overheid dat uitleg geeft over de Omgevingswet, het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en de regelgeving voor de leefomgeving. Op de website geven onze experts informatie over deze onderwerpen. En via de helpdesk beantwoorden we vragen van gemeenten, provincies, waterschappen en brancheorganisaties. Onze helpdesk is bij voorkeur bereikbaar via het contactformulier.
Ondernemers en inwoners met vragen over de Omgevingswet, het Omgevingsloket en de leefomgeving kunnen terecht bij hun gemeente.