Keuringsplicht voor stookinstallaties onder de Omgevingswet
Onder de Omgevingswet verandert er technisch gezien niets aan de keuringsplicht voor stookinstallaties. Er heeft wel een verschuiving plaatsgevonden in de wetgeving.
Verschuiving in wetgeving
De keuringsplicht voor gebouwgebonden stookinstallaties bij bedrijven volgen uit Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). De keuringsplicht voor andere stookinstallaties vanaf 100 kW die volgde uit het Activiteitenbesluit milieubeheer volgt nu uit het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Dit betekent ook een verschuiving van het bevoegd gezag.
Keuringsplicht in het Bal
In het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is de keuringsplicht geregeld in paragraaf 4.126 (kleine en middelgrote stookinstallaties op een standaard brandstof). Om onder deze paragraaf te vallen, moet een activiteit aangewezen zijn in paragraaf 3.2.1 (mba: stookinstallaties). Dit is het geval voor installaties vanaf 100 kW.
De keuringsplicht in paragraaf 4.126 Bal is uitgeschreven in artikelen 4.1326 tot en met 4.1330. Dit is overeenkomstig met de keuringsplicht die volgde uit het Activiteitenbesluit, met één verschil. Namelijk, de keuring van kleine niet-gasgestookte stookinstallaties (minder dan 100 kW) vallen hier niet meer onder.
Zie ook Keuringsplicht en keuringsfrequentie en Keuring en onderhoud voor kleine en middelgrote stookinstallaties op standaard brandstoffen.
Keuringsplicht in het Bbl
In het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is de keuringsplicht opgenomen in paragraaf 6.5.3 (stookinstallaties). Het gaat hier om zogenoemde 'gebouwgebonden' stookinstallaties. In het besluit wordt er gesproken van 'installaties die onderdeel zijn van het technische bouwsysteem'. Dat zijn bijvoorbeeld installaties voor gebouwverwarming, warm tapwater levering en elektriciteitsvoorziening ter plaatse. Ook geldt deze keuringsplicht niet voor installaties in particuliere woningen, tenzij het gemeenschappelijke installaties betreft. Een houtketel thuis zal er dus niet onder vallen, maar een gedeelde houtketel in een technische ruimte van een appartementencomplex wel.
Zie ook Keuring gebouw-gebonden stookinstallaties.
Vermogens optellen
De regels voor het optellen van stookinstallaties die gezien worden als één technische eenheid, gelden nog steeds. In plaats van de stookruimte, spreken we nu van het brandcompartiment. In principe is een stookruimte een technische ruimte voor stookinstallaties die functioneert als een brandcompartiment. Voor het begrip stookruimte is echter geen wettelijke bepaling meer.
Zie ook Keuring, stookruimte en optellen van vermogens.
Consequenties voor de praktijk
Bij de implementatie van de Omgevingswet is er een verschuiving van bevoegdheden gekomen. Nu hebben de bouw- en woninginspectie van gemeenten ook de keuring van stookinstallatie onder zich. Deze taak lag voorheen volledig bij omgevingsdiensten. Als gemeenten willen dat dit zo blijft, kunnen zij de omgevingsdienst mandaat geven voor paragraaf 6.5.3. Omgevingsdiensten kunnen dan de keuringsplicht van niet-gasgestookte stookinstallaties (bijvoorbeeld houtketels en olieketels) van 20 kW of meer blijven uitvoeren, net als voor 1 januari 2024.
Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)
Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bbl bevat regels over bouwwerken.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.