Haarden en houtkachels, wat kunnen gemeenten doen?
VAN ONZE EXPERT LUCHTKWALITEIT – Het stookseizoen is weer begonnen. Dit betekent dat mensen weer houtkachels en haarden gaan gebruiken. De meesten stoken hun kachel als bij- of sfeerverwarming. Waar de stoker veel plezier beleeft van het vlammenspel, geeft dit ook een flinke uitstoot van fijnstof en andere vervuilende stoffen. Daarnaast klagen omwonenden regelmatig over rook- of stankoverlast.
Dit is een artikel uit de reeks Onze experts signaleren. Daarin gaan experts van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) in op kwesties die spelen in de praktijk, de rechtspraak of de actualiteit.
Kachels en haarden in huis dragen met ongeveer 23 procent veruit het meest bij aan de totale uitstoot van fijnstof (PM2,5 – zie kader) in Nederland. Daarnaast komen bij houtverbranding ook andere stoffen vrij, zoals roet, koolmonoxide, vluchtige organische stoffen (VOS) en polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK's).
Wat is fijnstof?
Fijnstof is een verzamelnaam voor verschillende deeltjes in de lucht. De grootte van fijnstofdeeltjes is mede bepalend voor de effecten. Fijnstof kleiner dan 10 micrometer in doorsnede wordt PM10 genoemd. Deeltjes kleiner dan 2,5 micrometer heten PM2,5 en deeltjes kleiner dan 0,1 micrometer PM0,1 (ultrafijnstof). In PM10 zit dus ook de deeltjes van PM2,5 en PM0,1. Hoeveel van de verschillende deeltjes vrijkomen, hangt onder andere af van de bron. De fijnstofemissie (PM10) van houtstook bestaat bijna volledig uit PM2,5. Hoe kleiner de deeltjes, hoe dieper ze in de longen kunnen doordringen.
Voorlichtingsmateriaal over houtstook beschikbaar
Vanuit Milieu Centraal is voorlichtingsmateriaal voor gemeenten beschikbaar onder de titel 'Eerlijk over houtstook'. Dit belicht de gezondheidseffecten van houtstook voor zowel de houtstoker als mensen in de nabije omgeving. Het voorlichtingsmateriaal is recent aangepast. De link leidt naar de meest recente versie. Milieu Centraal geeft op de website ook antwoord op de meest gestelde vragen over houtstook.
Wanneer beter niet stoken? De Stookwijzer helpt
Een belangrijk middel om overlast door stoken te verminderen is de Stookwijzer. Dit instrument van het RIVM geeft met kleurcodes per postcodegebied aan wanneer het vuur beter uit kan blijven. Welke code actief is, hangt grotendeels af van de lokale windsnelheid, maar ook van de al aanwezige luchtverontreiniging.
Inmiddels zijn ruim 160 gemeenten aangesloten bij de Stookwijzer. Elke gemeente kan zich hier kosteloos voor aanmelden. Aangesloten gemeenten kunnen overlastmeldingen via de Stookwijzer rechtstreeks binnenkrijgen.
Om inwoners te stimuleren meer gebruik te maken van de Stookwijzer, is communicatiemateriaal ontwikkeld onder de slogan 'Denk aan je buur, even geen vuur'. Gemeenten kunnen dit materiaal zelf aanpassen aan de lokale situatie. Een aantal gemeenten ging nog verder en kondigde een stookverbod af bij code rood of oranje van de Stookwijzer.
Van beleid tot handhaving
Diverse gemeenten ontwikkelen momenteel beleid rond houtstook. Dit varieert van verboden op basis van de Stookwijzer en het subsidiëren van schoorsteenverwijdering tot het geven van voorlichting. Op de website van het Schone Lucht Akkoord staat een opsomming van wat gemeenten allemaal kunnen doen. Daaronder vindt u onder meer een blauwdruk voor hoe beleid voor houtstook kan worden opgesteld onder de Omgevingswet met verschillende gradaties en mogelijkheden.
Gemeenten vinden het handhaven van houtstookbeleid vaak nog lastig. Een juridisch adviesbureau werkt momenteel aan een blauwdruk voor deze handhaving. Zodra deze klaar is, komt deze via de website van IPLO beschikbaar.