Overgangsrecht gedoogplichten bij beschikking
Er is overgangsrecht voor de gedoogplichten die bevoegde gezagen onder het oude recht bij beschikking oplegden.
Gelijkstelling
De Invoeringswet Omgevingswet stelt bestaande onherroepelijke gedoogplichtbeschikkingen gelijk aan de corresponderende gedoogplichtbeschikkingen op grond van de Omgevingswet. Dit staat in artikel 4.16, lid 1, van de Invoeringswet Omgevingswet. Hierdoor blijven deze gedoogplichten dus gelden. Het gaat dan om de volgende gedoogplichten uit het oude recht:
- voor de aanleg, de instandhouding of het gebruik van een werk ten behoeve van de landsverdediging (artikel 5, Belemmeringenwet Landsverdediging)
- voor de aanleg of instandhouding van openbare werken (artikel 1, Belemmeringenwet Privaatrecht)
- voor het rooien of snoeien van bomen of beplanting (artikel 10, Belemmeringenwet Privaatrecht)
- voor het graven, opmeten of het stellen van tekens (artikel 11, Belemmeringenwet Privaatrecht)
- voor openbare werken van algemeen nut (artikel 2.3, lid 11, Crisis- en herstelwet)
- voor de aanleg, het herstel, de vernieuwing of uitbreiding van de infrastructuur van een drinkwaterbedrijf (artikel 7, Drinkwaterwet)
- voor de aanleg, instandhouding, wijziging of verplaatsing van een windpark met een capaciteit van ten minste 5 MW (artikel 9g, Elektriciteitswet)
- voor de aanleg, herstel, vernieuwing of uitbreiding van een elektriciteitsnet (artikel 20, Elektriciteitswet)
- voor in werking houden, onderhouden of ontwikkelen van een gastransportnet (artikel 39a, Gaswet)
- voor het betreden, het verrichten van metingen en het doen van opgravingen in het belang van archeologisch onderzoek (artikel 57, leden 1 en 2, Monumentenwet 1988, zoals dat gold voor inwerkingtreding van de Erfgoedwet)
- voor werken die worden of zijn uitgevoerd ten behoeve van het opsporen van CO2-opslagcomplexen, het opsporen of winnen van delfstoffen of aardwarmte of ten behoeve van het opslaan van stoffen (artikel 5, Mijnbouwwet)
- voor het verrichten van onderzoek, het aanbrengen, aanwezig zijn, het onderhoud, het gebruiken en het verwijderen van de voor dat onderzoek nodige middelen (artikel 21g, lid 1, Ontgrondingenwet)
- voor het verrichten van onderzoek (artikel 21h, lid 1, Ontgrondingenwet)
- voor de aanleg, her herstel, de vernieuwing of uitbreiding van een hoofdspoorweg (artikel 24, lid 3, Spoorwegwet)
- voor de aanleg van een hoofdweg, landelijke spoorweg of hoofdvaarweg, voor de wijziging van een hoofdweg, landelijke spoorweg of hoofdvaarweg of het opnieuw in gebruik nemen van een reeds aangelegde landelijke spoorweg (artikel 21, Tracéwet)
- voor maatregelen ten aanzien van grenswateren (artikel 23, Uitvoeringswet Nederlands–Duits Grensverdrag)
- voor werken die worden uitgevoerd of zijn uitgevoerd ten behoeve van de levering van warmte (artikel 38, Warmtewet)
- voor het uitvoeren van onderzoek of werkzaamheden (artikel 5.21, lid 1, Waterwet)
- voor het verrichten van onderzoek (artikel 5.22, lid 1, Waterwet)
- voor de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk of daarmee verband houdende werkzaamheden (artikel 5.24, lid 1, Waterwet)
- voor het verrichten van onderzoek, het aanbrengen, het aanwezig zijn, het onderhoud, het gebruik en het verwijderen van middelen (artikel 70, Wet bodembescherming)
- voor de aanleg en het beheer van lokale spoorweginfrastructuur (artikel 7, Wet lokaal spoor)
- ten behoeve van het bepalen van luchtverontreiniging (artikel 60, lid 1, Wet inzake de luchtverontreiniging)
Voor een concessie als bedoeld in artikel 71 in samenhang met artikel 15, onder b, van de Kernenergiewet bevat artikel 4.16, lid 2, Invoeringswet Omgevingswet een vergelijkbare regeling. Een onherroepelijke concessie geldt als een gedoogplichtbeschikking als bedoeld in artikel 10.14, aanhef en onder e, van de Omgevingswet.
Wat onherroepelijk betekent
'Onherroepelijk' betekent:
- dat er geen bezwaar en beroep meer tegen mogelijk is
- als iemand beroep heeft ingesteld, de rechter uitspraak heeft gedaan en geen hoger beroep meer mogelijk is
Lopende procedures
Op lopende procedures om een gedoogplicht bij beschikking op te leggen, blijft het oude recht van toepassing. Dat geldt ook voor rechtsbeschermingsprocedures. Dit staat in afdeling 4.1 van de Invoeringswet Omgevingswet.
Procedure nog niet afgerond
Is de procedure voor het opleggen van de gedoogplicht nog niet afgerond? Dan blijft het oude recht daarop van toepassing (artikel 4.3, 4.4 of 4.5, Invoeringswet Omgevingswet):
- tot het besluit onherroepelijk is (als tegen het besluit beroep open staat)
- tot het besluit van kracht wordt (als tegen het besluit geen beroep open staat)
Bovenstaande geldt voor de volgende gedoogplichtbeschikkingen uit het oude recht:
- voor de aanleg, de instandhouding of het gebruik van een werk ten behoeve van de landsverdediging (artikel 5, Belemmeringenwet Landsverdediging)
- voor de aanleg of instandhouding van openbare werken (artikel 1, Belemmeringenwet Privaatrecht)
- voor het rooien of snoeien van bomen of beplanting (artikel 10, Belemmeringenwet Privaatrecht)
- voor het graven, opmeten of het stellen van tekens (artikel 11, Belemmeringenwet Privaatrecht
- voor openbare werken van algemeen nut (artikel 2.3, lid 11, Crisis- en herstelwet)
- voor de aanleg, het herstel, de vernieuwing of uitbreiding van de infrastructuur van een drinkwaterbedrijf (artikel 7, Drinkwaterwet)
- voor de aanleg, instandhouding, wijziging of verplaatsing van een windpark met een capaciteit van ten minste 5 MW (artikel 9g, Elektriciteitswet)
- voor de aanleg, herstel, vernieuwing of uitbreiding van een elektriciteitsnet (artikel 20, Elektriciteitswet)
- voor in werking houden, onderhouden of ontwikkelen van een gastransportnet (artikel 39a, Gaswet)
- voor een inrichting waarvoor een vergunning op grond van de Kernenergiewet is verleend (artikel 71, in samenhang met artikel 15, onder b, Kernenergiewet)
- voor het betreden, het verrichten van metingen en het doen van opgravingen in het belang van archeologisch onderzoek (artikel 57, lid 1 en 2, Monumentenwet 1988 zoals dat gold voor inwerkingtreding van de Erfgoedwet)
- voor werken die worden of zijn uitgevoerd ten behoeve van het opsporen van CO2-opslagcomplexen, het opsporen of winnen van delfstoffen of aardwarmte of ten behoeve van het opslaan van stoffen (artikel 5, Mijnbouwwet)
- voor het verrichten van onderzoek, het aanbrengen, aanwezig zijn, het onderhoud, het gebruiken en het verwijderen van de voor dat onderzoek nodige middelen (artikel 21 g, lid 1, Ontgrondingenwet)
- voor het verrichten van onderzoek (artikel 21h, lid 1, Ontgrondingenwet)
- voor de aanleg, her herstel, de vernieuwing of uitbreiding van een hoofdspoorweg (artikel 24, lid 3, Spoorwegwet)
- voor de aanleg van een hoofdweg, landelijke spoorweg of hoofdvaarweg, voor de wijziging van een hoofdweg, landelijke spoorweg of hoofdvaarweg of het opnieuw in gebruik nemen van een reeds aangelegde landelijke spoorweg (artikel 21, Tracéwet)
- voor maatregelen ten aanzien van grenswateren (artikel 23, Uitvoeringswet Nederlands–Duits Grensverdrag)
- voor werken die worden uitgevoerd of zijn uitgevoerd ten behoeve van de levering van warmte (artikel 38 Warmtewet)
- oor het uitvoeren van onderzoek of werkzaamheden (artikel 5.21, lid 1, Waterwet)
- voor het verrichten van onderzoek (artikel 5.22, lid 1, Waterwet)
- voor de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk of daarmee verband houdende werkzaamheden (artikel 5.24, lid 1, Waterwet)
- voor het verrichten van onderzoek, het aanbrengen, het aanwezig zijn, het onderhoud, het gebruik en het verwijderen van middelen (artikel 70, Wet bodembescherming)
- voor de aanleg en het beheer van lokale spoorweginfrastructuur (artikel 7, Wet lokaal spoor)
- ten behoeve van het bepalen van luchtverontreiniging (artikel 60, lid 1, Wet inzake de luchtverontreiniging)
- ten behoeve van de uitvoering van het gemeentelijke, provinciale of nationale ruimtelijk beleid (artikel 3.36a, Wet ruimtelijke ordening)
Meer informatie
Meer informatie over gedoogplichten is te vinden op de overzichtspagina Gedoogplichten. Daar staan ook verwijzingen naar andere pagina's over overgangsrecht rond gedoogplichten.