Overgangsrecht Schade door gedoogplichten
De Invoeringswet Omgevingswet regelt dat onder voorwaarden het oude recht van toepassing blijft op procedures voor vergoeding schade door een gedoogplicht.
Oude recht blijft onder voorwaarden van toepassing
Is er schade door een gedoogplicht ontstaan vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet? Daarop blijft het oude recht van toepassing als het gaat om:
- een vordering tot schadevergoeding, die is ingesteld binnen 5 jaar na de inwerkingtreding van de Omgevingswet
- bij toewijzing van die vordering, totdat de toegewezen schadevergoeding volledig is betaald
Dit staat in artikel 4.16, lid 3, van de Invoeringswet Omgevingswet voor de gedoogplichten uit:
- de artikelen 9 en 10, Waterstaatswet 1900
- de artikelen 8.51 en 17.11, Wet milieubeheer
- artikel 8a.6, Wet luchtvaart
- de artikelen 24 en 25, Spoorwegwet
- artikel 8, Wet lokaal spoor
- artikel 4, Mijnbouwwet
- artikel 24, Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden
- artikel 5, Belemmeringenwet Landsverdediging
- de Belemmeringenwet Privaatrecht
- artikel 2.3, lid 11, Crisis- en herstelwet
- artikel 7, Drinkwaterwet
- de artikelen 9g en 20, Elektriciteitswet 1998
- artikel 39a, Gaswet
- artikel 71 in samenhang met artikel 15, onder b, Kernenergiewet
- artikel 57, leden 1 en 2, Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet
- artikel 5, Mijnbouwwet
- de artikelen 21g, lid 1, eerste en tweede zin, en 21h, lid 1, Ontgrondingenwet
- artikel 24, lid 3, Spoorwegwet
- artikel 21, Tracéwet
- artikel 23, lid 1, Uitvoeringswet Nederlands-Duits Grensverdrag
- artikel 38, Warmtewet
- artikel 70, Wet bodembescherming
- artikel 60, lid 1, Wet inzake de luchtverontreiniging
- artikel 3.36a, Wet ruimtelijke ordening
Is de 5-jarige overgangstermijn verstreken? Dan wordt schade door deze gedoogplichten, die is ontstaan voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet, vergoed volgens afdeling 15.2 van de Omgevingswet. Voor de geldigheidsduur van een aanspraak op schade vanwege een gedoogplicht is artikel 310 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek bepalend.
Overgangsrecht schade door gedoogplichten op grond van de Wet inrichting landelijk gebied en de onteigeningswet
Gelijk aan het hiervoor beschreven overgangsrecht is er overgangsrecht voor de schade door gedoogplichten op grond van:
- de artikelen 22 en 41 van de Wet inrichting landelijk gebied
- artikel 64b, lid 2, van de onteigeningswet
Dit overgangsrecht staat in artikel 4.8 van de Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet.
Overgangsrecht schade door gedoogplichten op grond van de Waterwet
Is er schade door een gedoogplicht op grond van de artikelen 5.21 tot en met 5.26 van de Waterwet? Daarop blijft het oude recht van toepassing als het verzoek om schadevergoeding wordt ingediend binnen 5 jaar nadat:
- de schade zich heeft geopenbaard, of
- de benadeelde redelijkerwijs op de hoogte had kunnen zijn van de schade
De benadeelde moet het verzoek uiterlijk binnen 20 jaar na de schadeveroorzakende gebeurtenis doen.
Het oude recht blijft dan van toepassing op het verzoek om schadevergoeding tot het besluit onherroepelijk wordt. En bij toewijzing van de vordering, totdat de toegewezen schadevergoeding volledig is betaald. Dit is geregeld in artikel 4.21 van de Invoeringswet Omgevingswet. (Artikel 4. 21 van de Invoeringswet Omgevingswet ziet overigens niet alleen op schade door gedoogplichten. Het ziet op alle schades veroorzaakt door de uitoefening van een taak of bevoegdheid als bedoeld in artikel 7.14, lid 1, van de Waterwet.)
Schade door gedoogplicht voor onttrekken grondwater of infiltreren grondwater
Het overgangsrecht voor schade door de gedoogplicht voor het onttrekken van grondwater of infiltreren van grondwater krachtens een watervergunning op grond van artikel 5.27, Waterwet is geregeld in artikel 4.76, Invoeringswet Omgevingswet.
Is er voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet schade door zo’n gedoogplicht ontstaan? Dan blijft daarop het oude recht van toepassing. Tot het ‘oude recht’ behoren in ieder geval de artikelen 7.18 en 7.19 én de bepalingen in de verordening van het waterschap, bedoeld in artikel 7.19, lid 1, van de Waterwet.
Is voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet een vordering voor schadevergoeding op grond van artikel 7.18, lid 2, van de Waterwet ingediend? Dan blijft het oude recht van toepassing:
- tot het tijdstip waarop het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan
- bij toewijzing van die vordering, totdat de toegewezen schadevergoeding volledig is betaald.
Heeft de eigenaar van de onroerende zaak voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet een vordering tot overname van de onroerende zaak op grond van artikel 7.18, lid 3, van de Waterwet ingediend? Dan blijft het oude recht van toepassing tot het tijdstip waarop het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan en, bij toewijzing van die vordering:
- de eigendom van de onroerende zaak is overgenomen, en
- de overnemingssom volledig is betaald
Kan het tijdstip waarop de schade aan een onroerende zaak is ontstaan niet of niet binnen een redelijke termijn worden vastgesteld? Dan is op de vordering op grond van artikel 7.18, lid 2 of lid 3, van de Waterwet, de Omgevingswet van toepassing.
Wat onherroepelijk betekent
'Onherroepelijk' betekent:
- dat er geen bezwaar en beroep meer tegen mogelijk is
- als iemand beroep heeft ingesteld, de rechter uitspraak heeft gedaan en geen hoger beroep meer mogelijk is
Wat 'vonnis in kracht van gewijsde gegaan' betekent
Een vonnis is in kracht van gewijsde gegaan als er geen (gewone) rechtsmiddelen meer tegen openstaan, zoals hoger beroep of verzet. Een in kracht van gewijsde gegaan vonnis kan alleen nog door buitengewone middelen worden aangetast, zoals herroeping.
Meer informatie
Meer informatie over gedoogplichten is te vinden op de overzichtspagina Gedoogplichten. Daar staan ook verwijzingen naar andere pagina's over overgangsrecht rond gedoogplichten.