Terughoudend gebruik
De provincie mag instructies alleen inzetten voor:
- een provinciaal belang, als het betrokken gemeente- of waterschapsbestuur dat belang niet goed behartigt
- een doelmatige en doeltreffende uitvoering van de Omgevingswet
- de uitvoering van een internationaalrechtelijke verplichting
Toepassing instructie per overheidsniveau
Een instructie kan worden gegeven aan de gemeenteraad, het waterschapsbestuur en het dagelijks bestuur van het waterschap. De instructie kan dan van toepassing zijn op regels die hieronder kort nader zijn toegelicht.
Gemeenteraad
Deze instructie gaat over het stellen van regels voor de toedeling van functies aan locaties Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) in het omgevingsplan Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup), als dat nodig is voor de evenwichtige toedeling van functies. Bijvoorbeeld: De gemeente wil een waterbergingsgebied mogelijk maken. Zij kunnen dan een instructie geven om een bepaalde functieaanduiding in het omgevingsplan op te nemen.
Waterschapsbestuur
Deze instructies gaan over
- het geluid afkomstig van wegen in beheer bij het waterschap, als dat nodig is voor een doelmatige beheersing van het geluid afkomstig van die wegen
- het regionaal waterbeheer als dat nodig is voor een samenhangend en doelmatig waterbeheer.
Dagelijks bestuur van het waterschap
Instructies gaan in dit geval over een projectbesluit Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup), als dat nodig is voor de evenwichtige toedeling van aan locaties.
Instructie niet toegestaan
De provincie mag een instructie volgens artikel 2.33 Omgevingswet niet geven als de provincie gebruik kan maken van het generieke interbestuurlijke toezichtinstrumentarium:
- het in de plaats van de gemeente nemen van bepaalde besluiten (indeplaatstreding)
- het schorsen of vernietigen van bepaalde door de gemeente genomen besluiten
- het schorsen of vernietigen van bepaalde door het waterschapsbestuur genomen besluiten
Hierop zijn twee uitzonderingen:
- bij het ongedaan maken of herstel van ongewenste feitelijke handelingen door een gemeente of waterschap
- bij het niet of niet voldoende optreden van een waterschapsbestuur bij gevaar voor waterstaatswerken (zie hierna).
Daarvoor kan wel op een reactieve wijze gebruik worden gemaakt van de bevoegdheid tot het geven van een instructie.
Bijzondere omstandigheden: instructie bij gevaar voor waterstaatswerken
Artikel 19.16 van de Omgevingswet geeft Gedeputeerde Staten de bevoegdheid om een instructie te geven aan het waterschapsbestuur bij gevaar voor waterstaatswerken. Dit kan alleen als het waterschapsbestuur niet of niet voldoende optreedt bij gevaar voor waterstaatswerken.
Is het vanwege spoedeisende omstandigheden nodig om een instructie te geven? En geven Gedeputeerde Staten bij gevaar voor waterstaatswerken geen instructie aan het waterschapsbestuur? Dan mag de commissaris van de Koning een instructie geven aan het waterschapsbestuur.
Met het begrip «gevaar» wordt hier bedoeld: omstandigheden waardoor de goede staat van een of meer waterstaatswerken onmiddellijk en ernstig in het ongerede is of dreigt te geraken.
Geeft het waterschapsbestuur niet (op tijd) uitvoering aan de instructie? Dan kunnen Gedeputeerde Staten de instructie in de plaats van het waterschapsbestuur uitvoeren. Dit volgt uit artikel 19.16, lid 2 van de Omgevingswet.