Gebruiksruimte en het omgevingsplan
De gebruiksruimte is de binnen een gebied aanwezige juridische ruimte voor activiteiten in de fysieke leefomgeving. Het gaat hierbij om de balans tussen beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving.
Wat de gebruiksruimte is
De gebruiksruimte is de binnen een gebied aanwezige juridische ruimte voor activiteiten in de fysieke leefomgeving. De gebruiksruimte is bedoeld om activiteiten in de fysieke leefomgeving mogelijk te maken zonder dat de doelen voor een goede kwaliteit van de fysieke leefomgeving in het gedrang komen. Bij de gebruiksruimte en de verdeling hiervan gaat het dus om de balans tussen beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving.
De gemeente wijst hiervoor functies aan in het omgevingsplan en kent hier regels aan toe. Het geeft de gemeente mogelijkheden om gebruiksruimte te reserveren voor toekomstige gebruikers en om actief te sturen op het terugdringen van overbelaste situaties.
Verschillende invalshoeken
De gemeente kan vanuit verschillende invalshoeken keuzen maken over de verdeling van de gebruiksruimte. Mogelijke invalshoeken zijn:
- brongerichte invalshoek
- gebiedsgerichte invalshoek
- kwaliteitsgerichte invalshoek
De gemeente kan voor onderdelen van het omgevingsplan verschillende invalshoeken kiezen. Want elk thema zoals geluid, geur, lucht en water heeft zijn eigen gebruiksruimte. Afhankelijk van de gebiedskenmerken zijn 1 of meer thema's van belang. De gemeente kan hier regels aan stellen om de gebruiksruimte te verdelen.
Brongerichte invalshoek
De brongerichte invalshoek verdeelt de gebruiksruimte vooral door het stellen van algemene regels voor activiteiten. De regels aan activiteiten beperken de mogelijke belasting van de fysieke leefomgeving bij de bron. Dit gaat vooral om emissiegerichte regels voor milieubelastende activiteiten en lozingsactiviteiten. Het uitgangspunt van de regels is preventieve maatregelen, de toepassing van de beste beschikbare technieken Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (BBT) en het voorkomen van significante milieuverontreiniging.
Voorbeeld: Om geurhinder te voorkomen, moeten horecabedrijven een afvoer 2 meter bovendaks hebben of anders een ontgeuringsinstallatie.
Gebiedsgerichte invalshoek
Bij de gebiedsgerichte invalshoek staat het evenwicht tussen benutting en bescherming van de fysieke leefomgeving in een bepaald gebied centraal. Beoordeling van de verdeling van de gebruiksruimte vindt plaats vanuit de gevolgen van activiteiten in dat gebied op de omgeving. De gebiedsgerichte invalshoek regelt de gebruiksruimte vanuit het voorkomen van teveel gevolgen van activiteiten in een bepaald gebied.
De gemeente kan de gebiedsgerichte benadering in het omgevingsplan benutten voor situaties waarbij sturing op bronniveau niet voldoende is voor het borgen van alle belangen. Bijvoorbeeld in gebieden met een hogere druk op de fysieke leefomgeving of als er voor een gebied gebiedsspecifieke ambities zijn om te ontwikkelen en de kwaliteit te vergroten.
Voorbeeld: In een gebied is regelmatig wateroverlast. Bij hevige regenbuien is de capaciteit van de riolering beperkt en kan dit de lozing van de bedrijven niet aan. De gemeente neemt in het omgevingsplan op dat bestaande bedrijven binnen 10 jaar een tijdelijke waterberging moeten realiseren. Nieuwe bedrijven moeten direct de waterberging realiseren.
Kwaliteitsgerichte invalshoek
Bij de kwaliteitsgerichte invalshoek legt de gemeente in het omgevingsplan de kwaliteit van de fysieke leefomgeving vast. Monitoring is een noodzakelijk onderdeel van deze invalshoek. De kwaliteitsnorm is niet direct bindend voor burgers of bedrijven. Wel kan de gemeente op basis van de kwaliteitsnorm bron- of gebiedsgerichte regels stellen die per activiteit, kavel of gebied de gebruiksruimte toekennen. Regels stellen grenzen aan de maximaal toelaatbare belasting voor alle activiteiten die onder die regel vallen.
De gemeente kan de kwaliteitsgerichte benadering in het omgevingsplan benutten voor situaties waar cumulatie een aandachtspunt is of in overbelaste gebieden.
Voorbeeld: Als 1 bedrijf de maximaal beschikbare ruimte voor bijvoorbeeld geur in een bepaald gebied helemaal gebruikt, dan is de aanwezige gebruiksruimte 'op'. Nieuwe ontwikkelingen leiden dan tot overbelaste situaties door cumulatie geur. De gemeente kan de gebruiksruimte in een gebied verdelen door in het omgevingsplan een geurnorm per kavel vast te leggen.
Verdeling van de gebruiksruimte: complex en niet-complex
De opgaven verschillen per situatie en dus verschilt ook de aanpak van de gemeente. Het gebied en de opgave bepalen deze aanpak. Eenvoudige opgaven kan de gemeente aanpakken met lichtere instrumenten. Mogelijk is de zorgplicht al voldoende of is de opgave te realiseren door voldoende afstand te houden tussen bijvoorbeeld een geurrelevant bedrijf en een woonwijk. Voor complexere opgaven kan de gemeente zwaardere instrumenten inzetten. Het zwaarste instrument dat de gemeente kan inzetten is de vergunningplicht.
Het advies is dus: doe het eenvoudig waar het kan en complexer waar het nodig is.
Opgave | Voorbeeld mogelijke aanpak |
---|---|
Historische binnenstad conserveren. | Gedetailleerde functietoedeling en veel beschermende regels. |
Realiseren van een gebiedstransitie naar gemengd wonen. |
Globale functietoedeling met milieurandvoorwaarden die kaders bieden voor initiatieven uit de samenleving. |
Lokale wateroverlast voorkomen of energietransitie stimuleren. | Stimuleringsmaatregelen of geboden in het omgevingsplan. |
Snelle uitgifte van gronden voor nieuwkomers op een industrieterrein, of omgekeerd, aanpak van die gebieden die overbelast zijn door geur van veehouderijen. | Kavelgewijze verdeling van de gebruiksruimte, al dan niet in combinatie met het instrument van de programmatische aanpak. |
Beste beschikbare technieken (BBT)
Het meest doeltreffende en geavanceerde ontwikkelingsstadium van de activiteiten en exploitatiemethoden waarbij de praktische bruikbaarheid van speciale technieken om het uitgangspunt voor de emissiegrenswaarden en andere vergunningvoorwaarden te vormen is aangetoond, met als doel emissies en gevolgen voor het milieu in zijn geheel te voorkomen, of wanneer dit niet mogelijk is, te beperken, waarbij wordt verstaan onder:
- technieken: zowel de toegepaste technieken als de wijze waarop de installatie wordt ontworpen, gebouwd, onderhouden, geëxploiteerd en ontmanteld
- beschikbare: op zodanige schaal ontwikkeld dat de betrokken technieken, kosten en baten in aanmerking genomen, economisch en technisch haalbaar in de betrokken industriële context kunnen worden toegepast, onafhankelijk van de vraag of die technieken wel of niet binnen Nederland worden toegepast of geproduceerd, mits zij voor de exploitant op redelijke voorwaarden toegankelijk zijn,
- beste: het meest doeltreffend voor het bereiken van een hoog algemeen niveau van bescherming van het milieu in zijn geheel
Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.