Grootschalige elektriciteitsopwekking
Binnen een gemeente kan een locatie liggen voor grootschalige elektriciteitsopwekking. De gemeente moet dan voldoende ruimte opnemen in het omgevingsplan. Dit betekent voldoende ruimte voor bouwen, gebruik en milieu op de locatie van de grootschalige energieopwekking zelf. Dit volgt uit artikel 5.157 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).
Onder grootschalige elektriciteitsopwekking valt de productie van elektriciteit met een gezamenlijk vermogen van 500 MW of meer. Elektriciteitscentrales kunnen dus ook bestaan uit meerdere kleine installaties. Hierbij horen ook werken en infrastructuur die direct samenhangen met de grootschalige elektriciteitsopwekking. Voorbeelden zijn gasleidingen of elektriciteitsverbindingen met het hoogspanningsnetwerk. Het gaat hier niet om het opwekken van elektriciteit door kernenergiecentrales of windenergie.
De locaties van de grootschalige elektriciteitsopwekking staan in bijlage XV, onder A van het Bkl. Bijlage III van de Omgevingsregeling bevat de kaart met de ligging van deze locaties.
Toestaan nieuwe ontwikkelingen in het omgevingsplan
De gemeente mag geen functies, activiteiten of regels opnemen in het omgevingsplan die het gebruik van de grootschalige elektriciteitsopwekking beperken.
Kernenergiecentrales
In het Bkl is een aantal locaties gereserveerd voor de bouw van een nieuwe kernenergiecentrale.
De locaties van de kernenergiecentrales staan in bijlage XV, onder B van het Bkl. Bijlage III van de Omgevingsregeling bevat de kaart met de ligging van deze locaties.
Toestaan nieuwe ontwikkelingen in het omgevingsplan
Of een locatie geschikt is voor een kernenergiecentrale is onder andere afhankelijk van het aantal inwoners in de omgeving. Er gelden beperkingen binnen een straal van 1 km rondom een kernenergiecentrale. Deze staan in artikel 5.158 van het Bkl. Op de aangewezen locaties voor kernenergiecentrales en binnen de straal van 1 km gelden de volgende regels voor de gemeente:
Hierop geldt een uitzondering. De gemeente mag kwetsbare of zeer kwetsbare gebouwen of locaties toelaten als deze nodig zijn in het gebied of voor de toegelaten activiteit in dat gebied. Bijvoorbeeld: een industriefunctie of een transportbedrijf gekoppeld aan bestaande functies binnen een haventerrein.
Hoogspanningsverbindingen
De gemeente neemt in het omgevingsplan de hoogspanningsverbindingen op en laat het gebruik toe. Hieronder vallen ook de noodzakelijke hulpmiddelen, zoals de schakel- en transformatorstations. Het gaat om hoogspanningsverbindingen met een spanning van minimaal 220 kV. Dit volgt uit artikel 5.159 van het Bkl.
De locaties van de hoogspanningsverbindingen staan in bijlage XV, onder C van het Bkl. Bijlage III van de Omgevingsregeling bevat de kaart met de ligging van deze locaties.
Toestaan nieuwe ontwikkelingen in het omgevingsplan
Het omgevingsplan moet zorgen dat hoogspanningsverbinding bruikbaar blijft. Dit is nodig voor de leveringszekerheid en betrouwbaarheid van de elektriciteitsvoorziening. De gemeente moet het tracé van de hoogspanningsverbinding zoveel mogelijk vrijhouden van nieuwe ontwikkelingen die de werking kunnen belemmeren. Voorbeelden zijn bouwwerken met een bepaalde hoogte of de opslag van stoffen die brandgevaarlijk zijn. Lees meer over het toelaten en bouwen van hoogspanningsverbindingen.
Aanpassing tracé
Uitgangspunt is dat de gemeente geen ander tracé voor een hoogspanningsverbinding in het omgevingsplan aanwijst. Toch kan een aanpassing van het tracé nodig zijn om nieuwe ontwikkelingen toe te laten. De gemeente kan onder bepaalde voorwaarden in het omgevingsplan een ander tracé voor een hoogspanningsverbinding aanwijzen (Bkl, artikel 5.159, lid 3).
Het is nodig dat de gemeenteraad tijdig overlegt met de beheerder van het landelijk hoogspanningsnet over de gevolgen van het verleggen van het tracé. In de toelichting bij het omgevingsplan motiveert de gemeente hoe zij de belangen van de beheerder bij de wijziging van het tracé heeft betrokken en afgewogen.
Instructieregels gelden niet altijd
De instructieregels gelden niet voor (Bkl, artikel 5.149):
Instrumenten waar de instructieregels voor gelden
De instructieregels voor de elektriciteitsvoorziening gelden voor:
Ontheffing
Het is mogelijk om ontheffing van de instructieregels te vragen. Dit staat in het Besluit kwaliteit leefomgeving:
- artikel 5.166 voor het omgevingsplan
- artikel 7.15 voor de omgevingsverordening
- artikel 9.4 voor het projectbesluit