Instructieregels gelden bij iedere wijziging van het omgevingsplan
Voor het stellen van die regels voor een evenwichtige toedeling van functies aan locaties (ETFAL) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) stelt het Rijk in hoofdstuk 5 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) instructieregels Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) over de inhoud van het omgevingsplan. De provincie kan in de omgevingsverordening ook instructieregels opnemen. Bij iedere wijziging van het omgevingsplan moet de gemeente de instructieregels volgen.
Instructie van Rijk of provincie
Het Rijk of de provincie kan de gemeente met een instructie Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) opdracht geven om het omgevingsplan te wijzigen. Bij de instructie geeft het Rijk of de provincie aan voor welk gebied deze geldt. In de instructie staat wat de gemeente in het omgevingsplan moet wijzigen en binnen welke termijn.
Het Rijk of de provincie moet bij het geven van een instructie rekening houden met de instructieregels voor het omgevingsplan in hoofdstuk 5 van het Bkl. De instructie mag niet leiden tot een situatie die volgens de instructieregels niet mag worden toegelaten.
Implementatie nieuw beleid
Nieuw gemeentelijk beleid kan doorwerken in de regels van het omgevingsplan. Ook beleid van Rijk en provincie kunnen doorwerken. In die gevallen zal het Rijk of de provincie instructieregels in het Bkl of de omgevingsverordening aanvullen of wijzigen.
Verwerken ruimtelijke regels uit tijdelijk deel omgevingsplan
Gedurende de overgangsfase moeten gemeenten de ruimtelijke regels die door artikel 4.6, Invoeringswet Omgevingswet onderdeel zijn geworden van het tijdelijk deel van het omgevingsplan omzetten naar regels die voldoen aan de eisen van de Omgevingswet.
Verwerken omgevingsplanregels van rechtswege
In de overgangsfase moeten gemeenten de omgevingsplanregels van rechtswege die door hoofdstuk 7, Invoeringsbesluit Omgevingswet (bruidsschat omgevingsplan) onderdeel zijn geworden van het tijdelijk deel van het omgevingsplan omzetten naar regels die voldoen aan de eisen van de Omgevingswet. Hierbij moet de gemeente ook de aanvullingen op die regels uit de Vangnetregeling Omgevingswet betrekken.
Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen
Regels over nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen neemt de gemeente op in het omgevingsplan. In deze gevallen moet de gemeente alle ruimtelijke regels uit het tijdelijk deel van het omgevingsplan ook gelijk omzetten naar regels die voldoen aan de eisen van de Omgevingswet.
Regels over activiteiten met gevolgen voor de fysieke leefomgeving
De gemeente kan in het omgevingsplan regels stellen over activiteiten die gevolgen hebben of kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving. Dit zijn activiteiten die tot inwerkingtreding van de Omgevingswet werden opgenomen in gemeentelijke verordeningen, zoals de algemene plaatselijke verordening (APV), monumentenverordening, kapverordening, etc.
Zie de pagina Bestaande gemeentelijke verordeningen en het omgevingsplan voor meer informatie over de gevolgen voor enkele veel voorkomende gemeentelijke verordeningen door de introductie van het omgevingsplan.