Handhaven van gedoogplichten
Bij overtreding van gedoogplichten kan het bevoegd gezag handhavend optreden. Dit geldt voor gedoogplichten die van rechtswege bestaan en gedoogplichten die bij besluit zijn opgelegd.
Wetsartikelen over bestuurlijke handhaving van gedoogplichten
In artikel 18.2, vierde lid van de Omgevingswet is de bestuurlijke handhaving van gedoogplichten uit hoofdstuk 10 van de Omgevingswet geregeld. Niet voor alle gedoogplichten is bestuurlijke handhaving effectief. In het Omgevingsbesluit staat per afzonderlijke gedoogplicht of bestuurlijke handhaving nodig is. De gevallen waarin het bevoegd gezag handhavend kan optreden staan in artikel 13.2 van het Omgevingsbesluit.
Gedoogplichten van rechtswege
Gedoogplichten die van rechtswege bestaan kunnen bestuursrechtelijk worden gehandhaafd (afdeling 10.2 Omgevingswet).
Gedoogplichten bij besluit opgelegd
Bij de oplegging van de volgende gedoogplichten die bij besluit zijn opgelegd is ook bestuursrechtelijke handhaving mogelijk (afdeling 10.3 Omgevingswet):
- de gedoogplicht voor het doen van onderzoek in het belang van bodembescherming op of nabij een stortplaats (artikel 10.3a, eerste lid Omgevingswet)
- de gedoogplichten voor het onderzoeken, aanbrengen en in stand houden van waterstaatswerken (artikel 10.17 Omgevingswet)
- de gedoogplichten voor het betreden van terreinen voor archeologisch onderzoek, verrichten van metingen of opgravingen (artikel 10.19, eerste en tweede lid Omgevingswet), en
- de gedoogplicht voor het tot stand brengen of opruimen van werken voor de uitoefening van defensietaken (artikel 10.19a Omgevingswet)
Voor overige gedoogplichten is er niet voldoende publiekrechtelijk belang om bestuursrechtelijke handhaving toe te passen.
Strafrechtelijke handhaving van gedoogplichten
Gedoogplichten zijn erop gericht om grond te mogen betreden. Het is dan handig om de politie te kunnen inroepen als bijvoorbeeld de grondeigenaar het betreden niet toelaat. Dit betekent dat overtreding van alle gedoogplichten strafrechtelijk handhaafbaar zijn.