Toelichting circulaire basistakenpakket

Veranderingen bij de omzetting van het basistakenpakket

Bij de omzetting van het basistakenpakket van wet- en regelgeving onder de Wabo naar de Omgevingswet is het uitgangspunt dat deze omzetting beleidsneutraal is. Dit is onder meer zichtbaar in het aanwijzen van het overgrote deel van het basistaken via hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bal). Hiermee is het basistakenpakket onder de Omgevingswet helder geformuleerd en is de mogelijkheid tot verschillende interpretaties van taken ingeperkt. Wel zijn er door het vervallen van het begrip 'inrichting' hier en daar verschuivingen.

Kap-, reclame- en inritvergunningen of meldingen vallen niet meer onder het basistakenpakket. Dat was onder de Wabo wel het geval, wanneer de provincie bevoegd gezag was.

Vindplaats activiteiten en werkzaamheden

De activiteiten die onder het basistakenpakket vallen, staan in bijlage VI van het Omgevingsbesluit. Welke werkzaamheden erbij horen staat in artikel 13.12 van het Omgevingsbesluit. Het basistakenpakket geldt alleen wanneer Gedeputeerde Staten of burgemeester en wethouders het bevoegd gezag zijn.

Stabiel basistakenpakket

Er zijn geen grote verschuivingen meer te verwachten voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Rijk hadden verschillende inzichten over welke gemeentelijke taken onderdeel moesten worden van het basistakenpakket. Ondanks dit verschil van mening is er voor alle partijen duidelijkheid gecreëerd en kunnen de basistaken onder de Omgevingswet tijdig worden ingeregeld.

Ook over voorgenomen aanpassingen aan hoofdstuk 3 van het Bal is er duidelijkheid voor alle partijen. Een deel van de milieubelastende activiteiten uit de paragrafen 3.7.1, 3.7.8, 3.8.4 en 3.8.6 gaat in de toekomst naar de lokale regels. Tot die tijd worden deze milieubelastende activiteiten uitgezonderd van het basistakenpakket.

Eventuele toekomstige wijzigingen

Er kunnen altijd wijzigingen optreden van wet- en regelgeving die van invloed kunnen zijn op het basistakenpakket. Dan is er afstemming nodig tussen de opdrachtgever (gemeente/provincie) en de omgevingsdienst om te zien hoe dit moet worden ingeregeld.

Ook kan de wetgever besluiten dat er taken worden toegevoegd of uitgenomen. Dat gaat in afstemming met gemeenten en provincies (via de VNG en het Interprovinciaal Overleg (IPO)) en via een vastgesteld afwegingskader.

Plustaken

Er mogen meer taken aan een omgevingsdienst opgedragen worden: de zogenaamde plustaken. Zo vallen de uiteindelijke juridische besluiten niet onder de uitvoering. Maar het bevoegd gezag kan dit wel mandateren aan de omgevingsdienst.

Bij twijfel of iets een basistaak is, is het verstandig vooraf afspraken te maken tussen bevoegd gezag en omgevingsdienst. Bij klachten bijvoorbeeld wie als eerste naar de klacht gaat. Als bekend is wat de oorsprong van de klacht is, kan met behulp van het basistakenpakket worden besloten wie deze behandelt.