Inspiratieverhaal aanpak milieucriminaliteit: een afvalverwerker in de Eemshaven
Een bouwafval- en grondstoffenbedrijf in de Eemshaven voelt zich door de provincie Groningen ten onrechte in de criminele hoek gezet. De provincie weigerde het bedrijf een permanente milieuvergunning te geven, omdat het in het verleden een aantal milieu- en arbo-overtredingen heeft begaan. Daar liet het bedrijf het niet bij zitten en het stapte naar de rechter.
Dit is 1 van de verhalen over de rol van bestuurders bij de bestrijding van milieucriminaliteit.
In 2008 blijkt dat een bouwafval- en grondstoffenbedrijf in de Eemshaven de milieuwetten ernstig heeft overtreden. Zo heeft het langere tijd een grote hoeveelheid magnesiumzouten illegaal opgeslagen. Dit gevaarlijke chemisch afval zorgde zelfs voor een explosie bij het bedrijf.
Bibob-toets
In 2015 vraagt het bedrijf aan de provincie Groningen om een uitbreiding voor de milieuvergunning in de Eemshaven. In Groningen is een zogeheten Bibob-toets standaard voor afvalbedrijven. Deze toets is een controle op het risico dat een vergunning wordt misbruikt voor criminele activiteiten. Het Bibob-advies over het bedrijf luidt: er bestaat 'ernstig gevaar dat de aangevraagde vergunning mede zal worden gebruikt om strafbare feiten te plegen'. Dit meldt de rechtbank Noord-Nederland. Het bedrijf heeft een trackrecord van strafbare feiten sinds 1993, inclusief een reeks opgelegde bestuurlijke boetes.
Tijdelijke vergunning
Toch besluit de provincie de vergunning te verlenen – zij het voor een beperkte periode van 5 jaar. Met een tijdelijke vergunning hoopt de provincie het bedrijf effectiever te dwingen zich aan de regels te houden. Na de 5 jaar wil het college van Gedeputeerde Staten bekijken of het bedrijf zijn leven heeft verbeterd. Het college wil pas daarna een besluit nemen over een eventuele verlenging.
De vergunning helemaal weigeren ziet de provincie niet zitten: dat zou leiden tot sluiting van het bedrijf. En het heeft volgens de provincie een functie voor de regionale én circulaire economie.
Investeringen op losse schroeven
Het bedrijf vecht de tijdelijke vergunning aan. Door de tijdelijke vergunning staan de geplande investeringen op losse schroeven, aldus het bedrijf. Zo wil het een splinternieuw depot voor klein gevaarlijk afval (kga) bouwen. Als het dat depot over 5 jaar weer moet afbreken, heeft het geen zin om dat te bouwen. Laat staan dat het bedrijf financiering voor de grote investeringen vindt. De rechtbank is daar niet van onder de indruk; die vindt dat de tijdelijke vergunning nog mild is in het licht van het Bibob-advies.
Criminele hoek
In 2018 buigt de Raad van State zich over de zaak. Daar blijkt dat het bedrijf vindt dat de provincie Groningen het bedrijf geheel misplaatst in de criminele hoek heeft geduwd. De raadsman van het bedrijf noemt die kwalificatie volstrekt misplaatst, omdat de meeste overtredingen van lang geleden zijn en bij andere vestigingen in het land zijn begaan. Volgens de advocaat heeft de provincie na constatering van een aantal incidenten veel te snel integriteitsbureau Bibob ingeschakeld. Bibob viel volgens de advocaat over een aantal milieu-, arbo- en vervoersovertredingen die zeker niet ernstig waren en gebruikelijk in de afvalbranche.
Ten onrechte geweigerd
De advocaat van de provincie Groningen stelt daarop dat het bedrijf de afgelopen jaren een alarmerend aantal overtredingen heeft begaan en dat het verlenen van een tijdelijke vergunning een mild besluit was. De Raad van State bepaalt uiteindelijk dat de provincie het bedrijf ten onrechte een permanente vergunning heeft geweigerd. Hiermee wordt het oordeel van de rechtbank in 2019 alsnog van tafel geschoven.
Het bedrijf had al sinds 2005 een milieuvergunning voor eerdere activiteiten, zo stelt de Raad van State, en in het laatste jaar voor de vergunningaanvraag zijn er geen incidenten meer geweest. De Raad vindt overigens dat de provincie terecht onderzoek naar het bedrijf heeft gedaan, maar vindt niet dat het nu zwaar beperkt moet worden omdat er zich in het verleden allerlei incidenten hebben voorgedaan. De provincie zal nu een nieuw besluit over de vergunning moeten nemen.
Milieubelang belangrijker geworden
Uit deze vergunde situatie vallen twee lessen te trekken:
- Toekomstige ontwikkelingen kunnen maken dat overheden, zowel vanuit een bestuurlijk als maatschappelijk oogpunt, anders tegen een vergunde situatie kunnen aankijken. In de periode van vergunningverlening golden het economisch belang en het belang van werkgelegenheid als belangrijke speerpunten in de regio Groningen. Inmiddels is het milieubelang belangrijker geworden en is de vraag of vanuit dit oogpunt op dit moment een dergelijke ruime vergunning zou worden verleend of wenselijk zou zijn.
- De vergunning maakt tevens dat er sprake is of kan zijn van een forse negatieve restwaarde. Zeker gelet op toegestane hoeveelheden. In de huidige situatie ligt het risico hiervoor grotendeels bij de provincie en de maatschappij. Het huidige oogpunt is dat bedrijven verantwoordelijkheid moeten nemen en de overheid er niet is om allerlei (financiële) risico's af te dekken. Daarom is de vraag of op dit moment een vergunning op dezelfde wijze zou moeten worden vergund.
Nog meer lezen?
Lees en beluister nog meer verhalen bij Aanpak van milieucriminaliteit