Procescriteria beleidscyclus VTH-taken
De procescriteria zijn de eisen die worden gesteld aan de beleidscyclus bij de taken van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH). U vindt de procescriteria in het Omgevingsbesluit, artikelen 13.5 tot en met 13.11.
Twee cycli: beleidvormend en uitvoerend
De procescriteria vormen twee cycli, een beleidvormende (strategische) cyclus en een uitvoerende (operationele) cyclus. Op het snijvlak van beide cycli ligt het uitvoeringsprogramma.
De beleidvormende cyclus is voornamelijk het domein van de bevoegde gezagen. Hier worden de kaders geformuleerd voor het uitvoeringsprogramma. De uitvoerende cyclus ligt deels bij omgevingsdiensten en deels bij bevoegde gezagen zelf.
BIG-8 model is samenhangend geheel
Het samenhangende geheel van beide cycli wordt ook wel BIG-8 genoemd. Dit model maakt vanuit een strategisch kader de vertaling naar operationeel beleid ten behoeve van kwaliteitsborging samen met een sluitende planning- en controlcyclus.
Door deze cycli te volgen, wordt de cyclus, die begint bij het opstellen van het beleid en via de uitvoering uiteindelijk leidt tot het bijstellen van het beleid, gesloten.
De procescriteria volgens de Omgevingswet
De procescriteria geven de elementen aan die minimaal aanwezig moeten zijn. Daarnaast moeten de criteria worden gebruikt bij het inrichten van de organisatie. De volgende procescriteria worden onderscheiden:
- de uitvoeringsstrategie (artikel 13.5 en 13.6)
- de handhavingsstrategie (artikel 13.5 en 13.6)
- het uitvoeringsprogramma (artikel 13.8)
- de uitvoeringsagenda (artikel 13.6)
- de uitvoeringsorganisatie (artikel 13.9)
- de borging van middelen (artikel 13.10)
- de evaluatierapportage (artikel 13.11)
Huidige regelgeving opgenomen via Invoeringswet
Via de Invoeringswet Omgevingswet is de huidige regelgeving over VTH uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) opgenomen in paragraaf 18.3.2 (strategische en programmatische uitvoering en handhaving) van de Omgevingswet. Bij algemene maatregelen van bestuur (zoals het Omgevingsbesluit) stellen de betrokken bestuursorganen regels over de strategische en programmatische uitoefening van deze taken Dat doen zij in het belang van een doelmatige uitoefening van de uitvoeringstaak en de handhavingstaak.
Randvoorwaarden hogere kwaliteit handhaving
In hoofdstuk 13 van het Omgevingsbesluit staan de randvoorwaarden voor gemeenten en provincies om tot een hogere kwaliteit van handhaving te komen. Met name de artikelen 13.5 tot en met 13.11 gaan dieper in op de procescriteria, de afzonderlijke onderdelen van de strategische en programmatische uitvoering en handhaving.