Voorbereidingsbesluit: overgangsrecht
De Invoeringswet Omgevingswet bevat het overgangsrecht voor voorbereidingsbesluiten op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). En voor besluiten die onder oud recht als voorbereidingsbesluit golden.
Opzet overgangsrecht
Het overgangsrecht voor voorbereidingsbesluiten maakt een onderscheid naar voorbereidingsbesluiten waarbij vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet:
- een ontwerp-bestemmingsplan of ontwerp-inpassingsplan waarvoor het voorbereidingsbesluit is genomen, ter inzage is gelegd
- géén ontwerp-bestemmingsplan of ontwerp-inpassingsplan waarvoor het voorbereidingsbesluit is genomen, ter inzage is gelegd
Voorbereidingsbesluiten waarbij een ontwerp-bestemmingsplan of ontwerp-inpassingsplan ter inzage is gelegd voor inwerkingtreding Omgevingswet
Voorbereidingsbesluiten waarop oud recht van toepassing blijft
Is het ontwerp van het bestemmingsplan of inpassingsplan waarvoor het voorbereidingsbesluit is genomen, voor inwerkingtreding van de Omgevingswet ter inzage gelegd? Dan blijft het oude recht van toepassing op een voorbereidingsbesluit voor de voorbereiding van een:
- bestemmingsplan (artikel 3.7, Wro)
- proactieve aanwijzing van de provincie (artikel 4.2, lid 3, en artikel 3.7, Wro)
- proactieve aanwijzing van het Rijk (artikel 4.4, lid 3, en artikel 3.7, Wro)
- inpassingsplan van provincie of Rijk (artikel 3.26, lid 2, of 3.28, lid 2, en 3.7, Wro)
Dit staat in de artikel 4.103, lid 1, en artikel 104, lid 1, Invoeringswet Omgevingswet.
Een aantal besluiten golden onder het oude recht als een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 3.7, Wro. Het gaat dan om een:
- luchthavenindelingsbesluit (artikel 8.4, Wet luchtvaart)
- luchthavenbesluit (artikel 8.43, lid 1, artikel 8.70, lid 1, of artikel 10.15, lid 1, Wet luchtvaart)
- besluit beperkingengebied buitenlandse luchthaven (artikel 8a.54, lid 1 en lid 2, Wet luchtvaart)
Ook op de gelding van deze besluiten als voorbereidingsbesluit blijft het oude recht van toepassing. Hiervoor geldt wel een voorwaarde. Het ontwerp van het bestemmingsplan dat voorziet in het in overeenstemming brengen van een bestemmingsplan met het:
- luchthavenindelingsbesluit
- luchthavenbesluit
- besluit beperkingengebied buitenlandse luchthaven
moet voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet ter inzage zijn gelegd. Dit staat in artikel 4.104a, lid 1, Invoeringswet Omgevingswet.
Het oude recht blijft gelden totdat het bestemmingsplan of inpassingsplan waarvoor het voorbereidingsbesluit is genomen of waarin het besluit is verwerkt, van kracht wordt.
Onderdeel tijdelijk deel omgevingsplan
Deze voorbereidingsbesluiten en besluiten die als voorbereidingsbesluit golden, maken na inwerkingtreding van de Omgevingswet deel uit van het tijdelijke deel van het omgevingsplan. Dit volgt uit artikel 4.6, lid 1, onder n, Invoeringswet Omgevingswet. Dit betekent dat de regels uit die besluiten ook voor aanvragen om een omgevingsvergunning onder het nieuwe recht belangrijk blijven. Meer daarover na het tussenkopje Nieuwe aanvragen omgevingsplanactiviteiten Omgevingswet: extra weigeringsgrond in artikelen 22.33 en 22.278 van de bruidsschat.
Voor lopende bouw- en aanleg aanvragen geldt artikel 4.3, Invoeringswet Omgevingswet: aanhoudingsplicht loopt door op grond van artikel 3.3, Wabo
Als er een voorbereidingsbesluit in werking was getreden, gold onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) een aanhoudingsplicht voor aanvragen om een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit of aanlegactiviteit. Dit stond in artikel 3.3, Wabo.
Is een aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet? Dan blijft het oude recht van toepassing. Dit oude recht blijft van toepassing tot het besluit op de aanvraag onherroepelijk is. Dit volgt uit artikel 4.3, aanhef en onder a, Invoeringswet Omgevingswet. Dit oude recht omvat ook de regels over de aanhoudingsplicht uit artikel 3.3, Wabo.
Nieuwe aanvragen omgevingsplanactiviteiten Omgevingswet: extra weigeringsgrond in artikel 22.33 en 22.278 van de bruidsschat omgevingsplan
De Omgevingswet kent geen aanhoudingsplicht zoals in het oude recht in artikel 3.3, Wabo. De voorbereidingsbesluiten die voor inwerkingtreding van de Omgevingswet zijn genomen, blijven echter ook belangrijk voor aanvragen om een omgevingsvergunning onder het nieuwe recht.
Omgevingsplanactiviteit bouwen, in stand houden en gebruiken bouwwerk
Het bevoegd gezag moet een aanvraag voor een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een bouwactiviteit en het in stand houden en gebruiken van het te bouwen bouwwerk weigeren, als voor de locatie waarop de aanvraag betrekking heeft, van kracht is:
- een onder oud recht genomen voorbereidingsbesluit
- een luchthavenindelingsbesluit, luchthavenbesluit of besluit beperkingengebied buitenlandse luchthaven
- een onder oud recht gedane aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht waarvoor nog geen tot bescherming daarvan strekkend omgevingsplan geldt
Dit staat in artikel 22.33 van de bruidsschat omgevingsplan.
Artikel 22.33, lid 2, bruidsschat omgevingsplan, bevat hierop een uitzondering. Het bevoegd gezag kan de vergunning toch verlenen als het bouwplan niet in strijd is met het omgevingsplan dat in voorbereiding is. Onder ‘omgevingsplan dat in voorbereiding is’ vallen ook die gevallen waarbij het ontwerp van het bestemmingsplan of inpassingsplan waarvoor het voorbereidingsbesluit is genomen, voor inwerkingtreding van de Omgevingswet ter inzage was gelegd.
Omgevingsplanactiviteit uitvoeren werk, niet zijnde een bouwwerk, of werkzaamheid
Gaat het om een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, niet zijnde een bouwwerk, of werkzaamheid? Dan geldt een vergelijkbare regeling. Die staat in artikel 22.278 bruidsschat omgevingsplan.
Is voor deze activiteit op grond van het tijdelijke deel van het omgevingsplan, een omgevingsvergunning vereist? Dan wordt de omgevingsvergunning voor die activiteit geweigerd, als voor de locatie waarop de aanvraag betrekking heeft van kracht is:
- een onder oud recht genomen voorbereidingsbesluit
- een luchthavenindelingsbesluit, luchthavenbesluit of besluit beperkingengebied buitenlandse luchthaven
- een onder oud recht gedane aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht waarvoor nog geen tot bescherming daarvan strekkend omgevingsplan geldt
Artikel 22.278 lid 2, bruidsschat omgevingsplan, bevat hierop een uitzondering. Het bevoegd gezag kan de vergunning toch verlenen als de activiteit niet in strijd is met het omgevingsplan dat in voorbereiding is. Onder ‘omgevingsplan dat in voorbereiding is’ vallen ook die gevallen waarbij het ontwerp van het bestemmingsplan of inpassingsplan waarvoor het voorbereidingsbesluit is genomen, voor inwerkingtreding van de Omgevingswet ter inzage was gelegd.
Geen goede beoordeling mogelijk
Kan het bevoegd gezag nog niet goed beoordelen hoe de aangevraagde activiteit zich verhoudt tot het omgevingsplan dat in voorbereiding is? Dan kan het bevoegd gezag met instemming van de aanvrager, de beslistermijn opschorten (artikel 4:15, lid 2, onder a, Awb).
Voorbereidingsbesluiten waarbij geen ontwerp-bestemmingsplan ter inzage is gelegd voor inwerkingtreding Omgevingswet
Gelijkstelling
Is het ontwerp van het bestemmingsplan of inpassingsplan waarvoor het voorbereidingsbesluit is genomen, niet voor inwerkingtreding van de Omgevingswet ter inzage gelegd? Dan geldt het volgende.
Een voorbereidingsbesluit voor de voorbereiding van een
- bestemmingsplan op grond van artikel 3.7, Wro, geldt als een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 4.14, lid 1, Omgevingswet
- proactieve aanwijzing van de provincie op grond van artikel 4.2, lid 3, Wro, geldt als een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 4.16, lid 1, Omgevingswet
- een proactieve aanwijzing van het Rijk op grond van artikel 4.4, lid 3, Wro, geldt als een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 4.16, lid 2, Omgevingswet
- inpassingsplan van de provincie op grond van artikel 3.26, lid 2, Wro, geldt als een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 4.16, lid 1, Omgevingswet
- inpassingsplan van het Rijk op grond van 3.28, lid 2 en 3.7, Wro, geldt als een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 4.16, lid 2, Omgevingswet
Dit staat in de artikelen 4.103, lid 2 tot en met 4, en artikel 4.104, lid 2, Invoeringswet Omgevingswet.
Voor het luchthavenindelingsbesluit, het luchthavenbesluit of het besluit beperkingengebied buitenlandse luchthaven bevat het overgangsrecht een vergelijkbare regeling. Is het ontwerp-bestemmingsplan dat voorziet in het in overeenstemming brengen van dat bestemmingsplan met zo’n besluit, niet voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet ter inzage gelegd? Dan geldt:
- het luchthavenindelingsbesluit, het luchthavenbesluit of het besluit beperkingengebied buitenlandse luchthaven als een voorbereidingsbesluit, zoals bedoeld in artikel 4.16, lid 2, Omgevingswet
- een luchthavenbesluit voor een luchthaven van regionale betekenis als een voorbereidingsbesluit, zoals bedoeld in artikel 4.16, lid 1, Omgevingswet
Dit staat in artikel 4.104a, lid 2, Invoeringswet Omgevingswet.
Geldigheidsduur van het voorbereidingsbesluit
Voor het bepalen van de geldigheidsduur ofwel de looptijd van deze voorbereidingsbesluiten bevat de Invoeringswet Omgevingswet een regeling.
Ad a
Bij het voorbereidingsbesluit voor een bestemmingsplan loopt de vervaltermijn uit artikel 4.14, lid 4, Omgevingswet, vanaf de datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet. Dit staat in artikel 4.103, lid 2, Invoeringswet Omgevingswet. Dit betekent dat de voorbeschermingsregels na 1 jaar en 6 maanden na het moment van inwerkingtreding van de Omgevingswet vervallen. Is de wijziging van het omgevingsplan met de nieuwe regels binnen 1 jaar en 6 maanden na inwerkingtreding van de Omgevingswet bekendgemaakt? Dan vervalt het voorbereidingsbesluit op het moment dat:
- de nieuwe regels in het omgevingsplan in werking treden, of
- de rechter de nieuwe regels in het omgevingsplan vernietigt.
Dit betekent dat de voorbeschermingsregels korter maar ook langer dan de 1 jaar en 6 maanden na inwerkingtreding van de Omgevingswet kunnen gelden. (Korter als de nieuwe omgevingsplanregels binnen 1 jaar en 6 maanden in werking treden of de rechter deze binnen die termijn vernietigt. Langer als binnen de 1 jaar en 6 maanden de wijziging van het omgevingsplan is bekendgemaakt maar deze pas na de 1 jaar en 6 maanden in werking treedt.)
Ad b
Bij het voorbereidingsbesluit voor een proactieve aanwijzing van de provincie loopt de vervaltermijn uit artikel 4.16, lid 5, Omgevingswet, af op het moment dat het omgevingsplan dat uitvoering geeft aan de aanwijzing, in werking treedt of de rechter het vernietigt. Dit staat in artikel 4.103, lid 3, Invoeringswet Omgevingswet.
Ad c
Bij het voorbereidingsbesluit voor een proactieve aanwijzing van het Rijk loopt de vervaltermijn in artikel 4.16, lid 5, Omgevingswet af op het moment dat het omgevingsplan dat uitvoering geeft aan de aanwijzing, in werking treedt of de rechter het vernietigt. Dit staat in artikel 4.103, lid 4, Invoeringswet Omgevingswet.
Ad d en e
Bij de voorbereidingsbesluiten als bedoeld onder d en e loopt de vervaltermijn uit artikel 4.16, lid 5, Omgevingswet, vanaf het moment van inwerkingtreding van de Omgevingswet. Dit staat in artikel 4.104, lid 2, Invoeringswet Omgevingswet. Dit betekent dat de voorbeschermingsregels na 1 jaar en 6 maanden na het moment van inwerkingtreding van de Omgevingswet vervallen. Is het projectbesluit binnen die termijn bekendgemaakt? Dan vervalt het voorbereidingsbesluit op het moment dat:
- het projectbesluit in werking treedt, of
- de rechter het projectbesluit vernietigt.
Dit betekent dat de voorbeschermingsregels korter maar ook langer dan de 1 jaar en 6 maanden kunnen gelden.
Voor het luchthavenindelingsbesluit, het luchthavenbesluit of het besluit beperkingengebied buitenlandse luchthaven eindigt de gelding als voorbereidingsbesluit op het tijdstip waarop het overeenkomstig dat besluit gewijzigde omgevingsplan in werking treedt of de rechter het vernietigt. Dit staat in artikel 4.104a, lid 2, Invoeringswet Omgevingswet. Dit wijkt dus af van de regeling in artikel 4.16, lid 5, Omgevingswet.
Voor lopende bouw- en aanlegaanvragen continueert aanhoudingsplicht op grond van artikel 4.80a, Invoeringswet Omgevingswet
Op aanvragen om een omgevingsvergunning voor een bouw- en aanlegactiviteit, ingediend voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet, blijft het oude recht van toepassing. Het oude recht blijft gelden tot het besluit op de aanvraag onherroepelijk is. Dit volgt uit artikel 4.3, aanhef en onder a, Invoeringswet Omgevingswet. Deze toepasselijkheid van het oude recht omvat ook de regels over de aanhoudingsplicht uit artikel 3.3, Wabo.
Is het bestemmingsplan (of inpassingsplan) niet voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet in ontwerp ter inzage gelegd? Dan past de toepasselijkheid van artikel 3.3, Wabo als gevolg van het overgangsrecht in artikel 4.3, Invoeringswet Omgevingswet niet goed. Na de inwerkingtreding van de Omgevingswet kan namelijk geen ontwerp van een bestemmingsplan of inpassingsplan meer ter inzage worden gelegd. De aanhoudingsplicht uit artikel 3.3, lid 1, Wabo, kan dan eindigen zonder dat het bevoegd gezag de vergunning voor ongewenste activiteiten, met het tijdig tot stand brengen van een wijziging van het omgevingsplan, kan weigeren. Ook een aanhoudingsplicht op grond van artikel 3.3, lid 4, Wabo, zou eeuwig blijven gelden. Het is dan namelijk niet meer mogelijk om een voor bescherming van het beschermd stads- of dorpsgezicht bedoeld bestemmingsplan of beheersverordening vast te stellen. Omdat dit onwenselijk is, bevat artikel 4.80a, Invoeringswet Omgevingswet een regeling voor de aanhoudingsplicht.
Heeft het bestuursorgaan op het moment van inwerkingtreding van de Omgevingswet nog geen bestemmingsplan of inpassingsplan ter inzage gelegd? Dan duurt de aanhoudingsplicht voort totdat:
- voor een voorbereidingsbesluit voor een omgevingsplan, de termijn van 1 jaar en 6 maanden na het moment van inwerkingtreding Omgevingswet is verlopen. Of als de wijziging van het omgevingsplan met de nieuwe regels binnen die termijn is bekendgemaakt, tot het moment dat:
- de nieuwe regels in het omgevingsplan in werking treden, of
- de rechter de nieuwe regels in het omgevingsplan vernietigt (artikel 4.80a, lid 1, onder a, Invoeringswet Omgevingswet).
- voor een voorbereidingsbesluit voor een proactieve aanwijzing van de provincie of het Rijk, de termijn van 1 jaar en 6 maanden na het moment van inwerkingtreding Omgevingswet is verlopen. Of het omgevingsplan dat uitvoering geeft aan de aanwijzing in werking treedt of de rechter het vernietigt (artikel 4.80a, lid 1, onder b, Invoeringswet Omgevingswet).
- voor een voorbereidingsbesluit voor een inpassingsplan van de provincie of het Rijk, de termijn van 1 jaar en 6 maanden is verstreken. Is het projectbesluit eerder bekendgemaakt, dan vervalt de aanhoudingsplicht op het moment dat het projectbesluit in werking treedt of de rechter het vernietigt (artikel 4.80a, lid 1, onder b, Invoeringswet Omgevingswet).
- voor een luchthavenindelingsbesluit, luchthavenbesluit of besluit beperkingengebied buitenlandse luchthaven dat als voorbereidingsbesluit geldt, het gewijzigde omgevingsplan in werking treedt of de rechter het vernietigt (artikel 4.80a, lid 1, onder c, Invoeringswet Omgevingswet).
- voor een aanwijzing als stads- of dorpsgezicht, totdat het omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van een stads- of dorpsgezicht in werking treedt.
De tijdstippen waarop onder het oude recht de aanhoudingsplicht vervalt en de hierboven genoemde tijdstippen op grond van artikel 4.80a kunnen niet tegelijkertijd van toepassing zijn. Daarom is voor de duur van de aanhoudingsplicht artikel 3.3, lid 2, aanhef en onder a, en lid 5 van de Wabo en artikel 8.9, lid 2, van de Wet luchtvaart niet van toepassing. Dit staat in artikel 4.80a, lid 2, Invoeringswet Omgevingswet.
Nieuwe aanvragen omgevingsplanactiviteiten Omgevingswet: extra weigeringsgrond in artikelen 22.33 en 22.278 van de Bruidsschat
Zie onder het kopje Nieuwe aanvragen omgevingsplanactiviteiten Omgevingswet: extra weigeringsgrond in artikelen 22.33 en 22.278 bruidsschat.
Samenvatting
Bovenstaande uitleg van het overgangsrecht is in te korten tot onderstaande samenvatting over het overgangsrecht voor voorbereidingsbesluiten (vbb's).
Voorbereidingsbesluit-oud-recht, waarbij wel een ontwerp-bestemmingsplan ter inzage is gelegd voor inwerkingtreding Omgevingswet:
- Oud recht blijft van toepassing (lid 1, 4.103/4.104/4.104a, Invoeringswet Omgevingswet). De vbb's vervallen dus niet.
- Deze vbb's worden onderdeel van tijdelijk deel omgevingsplan. Eventuele regels in het vbb blijven dus ook onder nieuw recht van kracht.
- Voor lopende bouw- en aanlegaanvragen geldt artikel 4.3, Invoeringswet Omgevingswet: aanhoudingsplicht loopt door overeenkomstig 3.3, Wabo.
- Nieuwe aanvragen omgevingsplanactiviteiten Omgevingswet: extra weigeringsgrond in artikelen 22.33 en 22.278, bruidsschat omgevingsplan.
Voorbereidingsbesluit-oud-recht, waarbij geen ontwerp-bestemmingsplan ter inzage is gelegd voor inwerkingtreding Omgevingswet:
- Deze voorbereidingsbesluiten gelden als vbb nieuw recht (lid 2, 4.103/4.104, 4.104a, Invoeringswet Omgevingswet). De vbb's vervallen dus niet.
- Voor lopende bouw- en aanlegaanvragen continueert aanhoudingsplicht op grond van 4.80a, Invoeringswet Omgevingswet.
- Nieuwe aanvragen omgevingsplanactiviteiten Omgevingswet: extra weigeringsgrond in artikel 22.33 en 22.278, bruidsschat omgevingsplan.
Meer informatie
Voorbereidingsbesluit en voorbeschermingsregels (overzichtspagina)