Bruidsschat waterschapsverordening
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet vervallen sommige rijksregels over lozingen. Die regels gaan naar de waterschapsverordeningen. Het gaat om lozingen op een oppervlaktewater van een waterschap of zuiveringtechnisch werk van een waterschap. De verplaatsing van deze regels staat bekend als de bruidsschat. De Invoeringswet zorgt ervoor dat de zogeheten bruidsschat staat in het waterschapsverordening.
Bruidsschat waterschapsverordening in nieuwe deel waterschapsverordening
Bij inwerkingtreding van de Omgevingswet komt de bruidsschat van de waterschapsverordening van rechtswege te staan in het nieuwe gedeelte van de waterschapsverordening. Dit betekent dat de lozingsregels voor onbepaalde tijd gelden. Het houdt ook in dat een waterschap niet verplicht is om deze lozingsregels aan te passen of in te trekken.
Download bruidsschat waterschapsverordening
- Regels bruidsschat waterschapsverordening (pdf, 932 kB)
- Toelichting regels waterschapsverordening (pdf, 655 kB)
Bruidsschat aanpassen
Na inwerkingtreding van de Omgevingswet kunnen waterschappen de bruidsschatregels omzetten naar regels die beter passen bij de lokale situatie. Bij deze omzetting moet het waterschap wel rekening houden met de taken en bevoegdheden van het andere bestuursorgaan. Men moet met elkaar rekening houden vanwege de samenhang van de instrumenten.
Aanvullende regels op rijksniveau
De lozingsregels in de waterschapsverordening gelden naast de regels die het Rijk over activiteiten heeft gesteld in het Bal. Als er een afbakening tussen de waterschapsverordening en het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) nodig is, dan staat dat in de bruidsschat.
Zo gelden de regels over het lozen van koelwater bijvoorbeeld niet voor bedrijven die onder hoofdstuk 3 van het Bal vallen.
Bruidsschat in het Digitaal Stelsel Omgevingswet
U kunt de bruidsschat in de waterschapsverordening ook bekijken op de pagina Bruidsschat in het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Dit kan op de pre-productieomgeving van het Omgevingsloket.
Specifieke zorgplicht
Door de komst van de bruidsschat staat er in de waterschapsverordening een specifieke zorgplicht voor lozingsactiviteiten op een oppervlaktewaterlichaam of een zuiveringtechnisch werk (artikel 2.4 bruidsschat waterschapsverordening). De formulering van deze specifieke zorgplicht is hetzelfde als in het Bal. Zie artikel 2.11 van het Bal over zorgplicht.
De specifieke zorgplicht in de waterschapsverordening geldt naast de inhoudelijke regels over lozingsactiviteiten. Die staan in afdeling 2.2 tot en met 2.18 van de bruidsschat waterschapsverordening. En de zorgplicht geldt ook naast een eventuele omgevingsvergunning voor de lozingsactiviteit.
Inhoudelijke regels over lozingen op het oppervlaktewater
De bruidsschat plaatst in de waterschapsverordening inhoudelijke regels over lozingen op regionale wateren. Dat zijn oppervlaktewateren in beheer van een waterschap. In de tabel hierna is aangeven:
- om welke soorten lozingen het gaat;
- in welke afdeling van de waterschapsverordening de inhoudelijke regels staan;
- waar deze regels vandaan komen.
Voor alle in de tabel genoemde lozingen geldt geen vergunningplicht voor het lozen.
Soort lozing op oppervlaktewater van waterschap |
Regels in bruidsschat waterschapsverordening |
Herkomst regels |
---|---|---|
Grondwater bij grondwatersanering of bodemsanering | afdeling 2.2 |
|
Grondwater bij ontwatering | afdeling 2.2 |
|
Afvloeiend hemelwater dat niet van een bodembeschermende voorziening afkomt | afdeling 2.3 |
|
Huishoudelijk afvalwater | afdeling 2.4 |
|
Koelwater | afdeling 2.5 | Activiteitenbesluit (paragraaf 3.1.5) |
Stoffen bij reinigen, conserveren, bouwen, renoveren of slopen van bouwwerken | afdeling 2.6 |
|
afdeling 2.7 |
|
|
Stoffen bij het opslaan en overslaan van niet-inerte goederen* | afdeling 2.8 |
|
Afvalwater van gemeentelijke voorziening voor inzameling en transport van afvalwater | afdeling 2.9 |
|
Stoffen die vrijkomen bij ontgraven of baggeren van de waterbodem | afdeling 2.10 |
|
Stoffen die vrijkomen bij werkzaamheden waterbeheerder op oppervlaktewater | afdeling 2.10 |
|
Algen en bacteriën bij werkzaamheden waterbeheerder op oppervlaktewater | afdeling 2.10 |
|
Afvalwater van schoonmaken drinkwaterleidingen | afdeling 2.11 |
|
Afvalwater van calamiteitenoefeningen | afdeling 2.12 |
|
Afvalwater bij het telen of kweken van gewassen in een gebouw anders dan een kas | afdeling 2.13 |
|
Afvalwater bij spoelen of sorteren van biologisch geteelde gewassen |
afdeling 2.13 |
|
Afvalwater bij omgekeerde osmose of ionenwisselaars bij agrarische activiteiten | afdeling 2.13 |
|
Afvalwater van ontijzeren grondwater bij agrarische activiteiten | afdeling 2.13 |
|
Afvalwater bij maken van betonmortel | afdeling 2.14 |
|
Afvalwater bij uitwassen van beton | afdeling 2.14 |
|
Afvalwater van niet-industriële voedselbereiding | afdeling 2.15 |
|
Spuiwater van recreatieve visvijvers | afdeling 2.16 |
|
Afvalwater van het spoelen van zeezand tijdens het varen | afdeling 2.17 |
|
Afvalwater van het scheiden van zand of grind op vaar- of werktuig | afdeling 2.17 |
|
As bij asverstrooiing (geen bedrijfsmatig verstrooien) | afdeling 2.18 |
|
*Inerte goederen zijn goederen die niet bodembedreigend zijn. En ook geen gevaarlijke, kankerverwekkende, mutagene (genetische verandering veroorzakende) of reproductietoxische (giftig voor de voortplanting) stoffen zijn. Niet-inerte goederen zijn goederen die wel 1 of meer van deze eigenschappen hebben. |
Vergunningplicht voor overige lozingen op oppervlaktewater
Er zijn ook lozingen die niet in de tabel staan. Ook voor die lozingen op een oppervlaktewater van een waterschap, plaatst de bruidsschat regels in de waterschapsverordening. Die regels houden in dat er een omgevingsvergunning nodig is voor de lozing (afdeling 2.19 bruidsschat waterschapsverordening). Deze vergunningplicht geldt niet als de lozing afkomstig is van een milieubelastende activiteit in het Bal. Het Bal bepaalt voor die lozingen in welke gevallen een omgevingsvergunning is vereist.
Vergunningplicht voor lozing op zuiveringtechnisch werk
Voor lozingen op een zuiveringtechnisch werk plaatst de bruidsschat een vergunningplicht in de waterschapsverordening (afdeling 2.19 bruidsschat waterschapsverordening). Deze vergunningplicht geldt niet als de lozing afkomstig is van een milieubelastende activiteit in het Bal.
Omgevingsvergunning
De bruidsschat plaatst in de waterschapsverordening regels over de omgevingsvergunning voor een lozingsactiviteit. Zie afdeling 1.2 en 2.20 van de bruidsschat waterschapsverordening. Het gaat om regels over gegevens die bij een aanvraag moeten zitten, regels over het beoordelen van de aanvraag én regels over op te nemen vergunningvoorschriften.
Informeren bevoegd gezag
De bruidsschat plaatst in de waterschapsverordening regels over welke gegevens en bescheiden naar het waterschap moeten. Zie artikelen 2.6 tot en met 2.8 van de bruidsschat waterschapsverordening. En regels over het informeren van het waterschap bij een ongewoon voorval. Zie artikelen 2.9 en 2.10 bruidsschat waterschapsverordening.
Maatwerkvoorschriften
De bruidsschat plaatst in de waterschapsverordening een bepaling over de bevoegdheid tot het stellen van maatwerkvoorschriften (artikel 2.5 bruidsschat waterschapsverordening). Deze bevoegdheid is niet begrensd. En is dus ruimer dan de maatwerkbevoegdheden in bijvoorbeeld het Activiteitenbesluit. Deze ruimere bevoegdheid sluit aan bij de beleidskeuze over maatwerk in het Bal.
Maatwerkvoorschriften zijn mogelijk over de specifieke zorgplicht. Maar ook over regels over ongewone voorvallen. En over lozingen waarover inhoudelijke regels in de bruidsschat waterschapsverordening gelden (afdelingen 2.2 tot en met 2.18 bruidsschat waterschapsverordening). Maatwerkvoorschriften hebben hetzelfde oogmerk als de lozingsregels in de bruidsschat waterschapsverordening. Het oogmerk staat in artikel 2.2 van de bruidsschat waterschapsverordening.