Inspraak en rechtsbescherming bij de Omgevingswet
Inspraak en rechtsbescherming voor besluiten op grond van de Omgevingswet verlopen conform de procedures van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Wel zijn er gevallen waarin niet alle rechtsmiddelen openstaan.
De standaardmiddelen voor inspraak en rechtsbescherming zijn zienswijzen, bezwaar en beroep. In de tabel onderaan deze pagina staat per besluit wat wanneer aan de orde is. Participatie behandelen we op een andere pagina.
Op deze pagina
- Zienswijze
- Bezwaar
- Beroep
- Voorlopige voorziening
- Dwangsom en beroep bij niet op tijd beslissen
- Schema inspraak en rechtsmiddelen
Zienswijze
Zowel tijdens de korte procedure als tijdens de uitgebreide procedure zijn er gevallen waarin het bevoegd gezag om zienswijzen moet vragen.
Zienswijze ontwerpbesluit
In de uitgebreide procedure stelt het bevoegd gezag een ontwerpbesluit op. Over dit ontwerpbesluit kan men zienswijzen inbrengen. Het bevoegd gezag moet vervolgens bij de motivering van het definitieve besluit ingaan op de ingediende zienswijzen. Iedereen die wat wil zeggen over het ontwerpbesluit, kan zienswijzen indienen. In artikel 16.23 van de Omgevingswet staan 2 uitzonderingen op deze regel:
- De gedoogplichtbeschikking: alleen belanghebbenden en bepaalde overheidsorganen kunnen zienswijzen indienen.
- De onteigeningsbeschikking: alleen belanghebbenden kunnen zienswijzen indienen.
Zienswijze bij afwijzen aanvraag
Als een bestuursorgaan een aanvraag geheel of gedeeltelijk wil afwijzen, moet het soms de aanvrager om een zienswijze vragen. Dit is het geval als het bestuursorgaan een beschikking heeft gebaseerd op gegevens over zaken die de aanvrager betreffen en die afwijken van door de aanvrager verstrekte gegevens.
In de volgende gevallen hoeft het bevoegd gezag niet om een zienswijze te vragen:
- Het gaat om een afwijking van de aanvraag die slechts van geringe betekenis voor de aanvrager kan zijn.
- De vereiste spoed verzet zich tegen het vragen om een zienswijze.
- De belanghebbende heeft al eerder gelegenheid gehad om zijn zienswijze naar voren te brengen en er zijn sinds dat moment geen nieuwe feiten of omstandigheden geweest.
- Het met de beschikking beoogde doel kan slechts worden bereikt als de belanghebbende daar niet van tevoren van op de hoogte is.
Zie artikel 4:7 en 4:11 Awb.
Zienswijze bij mogelijke bedenkingen belanghebbende die de beschikking niet heeft aangevraagd
Een bestuursorgaan moet soms een belanghebbende die een beschikking niet heeft aangevraagd om een zienswijze vragen. Zie artikel 4:8 Awb. Dit is het geval als de volgende 3 voorwaarden van toepassing zijn:
- De belanghebbende zal naar verwachting bedenkingen
- Het bestuursorgaan heeft de beschikking gebaseerd op gegevens over zaken die de belanghebbende betreffen.
- De belanghebbende heeft die gegevens niet zelf verstrekt.
Een veel voorkomend geval waarin het bevoegd gezag op grond van artikel 4:8 om een zienswijze moet vragen, is een handhavingsbeschikking.
In de volgende gevallen hoeft het bevoegd gezag niet om een zienswijze te vragen:
- De belanghebbende heeft niet voldaan aan een wettelijke verplichting gegevens te verstrekken.
- De vereiste spoed verzet zich tegen het vragen om een zienswijze.
- De belanghebbende heeft al eerder gelegenheid gehad om zijn zienswijze naar voren te brengen en er zijn sinds dat moment geen nieuwe feiten of omstandigheden geweest.
- Het met de beschikking beoogde doel kan slechts worden bereikt als de belanghebbende daar niet van tevoren van op de hoogte is.
Zie artikel 4:8 en 4:11 Awb.
Bezwaar
De mogelijkheid van bezwaar komt alleen in de korte procedure voor. In de bezwaarprocedure maakt iemand bezwaar tegen een besluit. Deze persoon moet het bezwaar binnen 6 weken indienen bij het bevoegd gezag dat het besluit heeft genomen. Wanneer iemand het niet eens is met het besluit op dat bezwaar, kan hij of zij nog in beroep gaan.
In de uitgebreide procedure is bezwaar niet nodig. Daar bestaat namelijk de mogelijkheid om zienswijzen tegen het ontwerpbesluit in te dienen.
In bijlage 1 bij de Awb staan enkele gevallen waarin wel beroep mogelijk is, maar geen bezwaar.
Beroep
In een beroepsprocedure geeft de rechter een oordeel over een besluit van het bevoegd gezag. Bij de meeste besluiten is beroep in eerste instantie bij de rechtbank mogelijk. Daarna kan degene die in beroep is gegaan, nog eenmaal in hoger beroep gaan bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS).
Bij sommige besluiten is er geen beroepsmogelijkheid bij de rechtbank, maar moet iemand meteen naar de ABRvS. Deze besluiten staan in bijlage 2, artikel 2, van de Awb.
Beroep tegen een algemeen verbindend voorschrift of een beleidsregel is in principe niet mogelijk (artikel 8:3, Awb). Daar zijn uitzonderingen op. Er is bijvoorbeeld wel beroep mogelijk tegen het omgevingsplan. Ook dat is geregeld in bijlage 2, artikel 2, van de Awb.
Beroep is ook niet mogelijk tegen besluiten die in bijlage 2, artikel 1, van de Awb staan.
Voorlopige voorziening
Als iemand bezwaar heeft gemaakt of beroep heeft ingesteld, kan de persoon in kwestie bij de rechter om een voorlopige voorziening vragen. Dit is een tijdelijke maatregel die meestal de inwerkingtreding van een bepaald besluit tegenhoudt (schorst). Dat is om te voorkomen dat er een onomkeerbare situatie ontstaat. De rechter beoordeelt of het verzoek om een voorlopige voorziening terecht is. De rechter besluit dan of het besluit wordt geschorst.
In sommige gevallen heeft een verzoek om voorlopige voorziening al direct een automatisch schorsende werking van het besluit. Het besluit is dan geschorst totdat de rechter op het verzoek heeft beslist. In dit geval treedt het besluit nog niet in werking. Dat geldt alleen voor een omgevingsvergunning met onomkeerbare gevolgen. Ook moet de verzoeker het verzoek binnen een bepaalde termijn hebben ingediend.
Dwangsom en beroep bij niet op tijd beslissen
Soms is de beslistermijn verstreken, maar is nog geen besluit genomen. Dat heeft enkele gevolgen. 1 daarvan is dat het bevoegd gezag een dwangsom moet betalen aan de aanvrager. Dat staat in paragraaf 4.1.3.2 van de Algemene wet bestuursrecht. Het maakt voor het van toepassing zijn van deze dwangsomregeling niet uit of de korte of de uitgebreide procedure van toepassing is.
Vanaf het moment dat de dwangsom gaat lopen, kan men ook direct beroep instellen bij de rechtbank. Het is niet nodig om eerst bezwaar te maken. Als de rechter het beroep gegrond verklaart, moet het bevoegd gezag binnen 2 weken alsnog beslissen.
Schema inspraak en rechtsmiddelen
De tabel met de naam 'schema inspraak en rechtsmiddelen' beschrijft voor enkele belangrijke besluiten op grond van de Omgevingswet of zienswijzen, bezwaar en beroep mogelijk zijn. Enkele opmerkingen bij de tabel:
- De verplichtingen van 4:7 en 4:8 Awb om actief zienswijzen te vragen staan niet in de tabel. Dit omdat die verplichtingen alleen in speciale gevallen van toepassing zijn.
- Vooroverleg is een buitenwettelijk instrument en staat dus ook niet in de tabel.
- Een voorlopige voorziening aanvragen is in principe mogelijk bij alle besluiten waartegen bezwaar en beroep mogelijk zijn.
Besluit |
Zienswijzen over ontwerpbesluit |
Bezwaar |
Beroep bij de rechtbank |
Beroep / hoger beroep bij de ABRvS |
---|---|---|---|---|
Handhavingsbesluit |
- |
Ja |
Ja |
Ja |
Maatwerkvoorschrift |
- |
Ja |
Ja |
Ja |
Omgevingsplan |
Ja | - | - | Ja |
Omgevingsvisie |
Ja | - | - | - |
Omgevingsvergunning reguliere procedure |
- | Ja | Ja | Ja |
Omgevingsvergunning uitgebreide procedure |
Ja | - | Ja | Ja |
Omgevingsverordening |
Ja | - | - | - |
Ontheffing van Instructieregels |
- | Ja | Ja | Ja |
Peilbesluit |
Ja | - | Ja | Ja |
Programma, aangewezen in de Omgevingswet | Ja | - | Nee, tenzij* | Nee, tenzij* |
Projectbesluit | Ja | - | - | Ja |
Uitvoeringsbesluit van een projectbesluit (korte procedure) | - | Ja | - | Ja |
Uitvoeringsbesluit van een projectbesluit (uitgebreide procedure) | Ja | - | - | Ja |
Voorbereidingsbesluit | - | - | - | - |
Voorkeursbeslissing voor een projectbesluit |
Ja | - | - | - |
Voorkeursrechtbeschikking |
- | Ja | Ja | Ja |
Waterschapsverordening |
Ja | - | - | - |
* Bij een programma is alleen beroep mogelijk tegen een beschrijving van een activiteit waardoor die activiteit is toegestaan. Zie artikel 1 van bijlage 2 bij de Algemene wet bestuursrecht, zoals gewijzigd door de Invoeringswet.