Vergunningplicht flora- en fauna-activiteit met gevolgen voor soorten Habitatrichtlijn en verdragen
Voor flora- en fauna-activiteiten met gevolgen voor dieren en planten van de Habitatrichtlijn en internationale verdragen kan een vergunningplicht gelden. Er kunnen ook vrijstellingen gelden.
Vergunningplicht
Sommige dieren en planten zijn internationaal strikt beschermd in de Europese Unie. Het gaat om beschermde dieren en planten die staan in de Habitatrichtlijn. Ze kunnen ook staan in het Verdrag van Bern of het Verdrag van Bonn. Voor die soorten geldt een vergunningplicht bij:
Er kunnen ook vrijstellingen gelden.
Schadelijke handelingen bij soorten Habitatrichtlijn en verdragen
Er geldt een vergunningplicht voor schadelijke handelingen bij dier- en plantensoorten van de Habitatrichtlijn en de verdragen van Bonn en Bern (artikel 11.46, eerste lid, Besluit activiteiten leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bal)).
Schadelijke handelingen met dieren
De bedoelde diersoorten zijn in het wilde levende soorten (geen vogels) van:
- bijlage IVa bij de Habitatrichtlijn
- bijlage II bij het Verdrag van Bern
- bijlage I bij het Verdrag van Bonn
Schadelijke handelingen bij die dieren zijn de volgende handelingen in hun natuurlijke verspreidingsgebied:
- opzettelijk doden of opzettelijk vangen
- opzettelijk hun eieren vernielen of rapen in de natuur
- opzettelijk verstoren
- hun voortplantingsplaatsen of rustplaatsen beschadigen of vernielen
Ook als zo’n handeling plaatsvindt tijdens onderzoek dan valt dat onder ‘schadelijke handeling’.
Vangen
Niet al het vangen valt gelijk onder de vergunningplicht. Het doel van de vergunningplicht voor het vangen is om soorten te beschermen. Om te beoordelen of sprake is van vergunningplicht is niet alleen dat doel maar ook het doel van het vangen aan de orde. Neem bijvoorbeeld het vangen van amfibieën tijdens de voorjaarstrek om ze over de weg te zetten. Het vangen heeft als doel om overrijden te voorkomen. Dat vangen is niet vergunningplichtig.
Een ander voorbeeld is het vangen van een dier om het te bevrijden uit een ongewilde gevangenschap. Zo is het vangen van een amfibie om deze te bevrijden uit de sanitaire voorziening van een camping niet vergunningplichtig.
Verstoren
De mate van ‘verstoren’ hangt per soort af van de intensiteit, duur en frequentie van de verstoring. Verder is het effect van de verstoring op de staat van instandhouding van de soort van belang.
Zeldzame verstoringen zonder mogelijk negatief effect, vallen niet onder ‘verstoren’.
Schadelijke handelingen bij planten
De bedoelde plantensoorten zijn soorten in het wild van:
- bijlage IVb bij de Habitatrichtlijn
- bijlage I bij het Verdrag van Bern
Schadelijke handelingen bij die planten zijn het opzettelijk plukken, verzamelen, afsnijden, ontwortelen of vernielen van groeiplaatsen in hun natuurlijke verspreidingsgebied.
Opzettelijk
Onder 'opzettelijk' valt ook 'voorwaardelijke opzet'. Daarvan is sprake als iemand een handeling verricht en daarbij bewust de aanmerkelijke kans aanvaardt dat zijn gedragingen schadelijke gevolgen hebben voor een dier of een plant. Zoals de vangst of de dood van dieren of het vertrappen of ontwortelen van planten.
Geen vergunningplicht
De vergunningplicht voor schadelijke handelingen geldt niet in één van de volgende gevallen:
- de activiteit is door een andere wet toegestaan. Als voorwaarde geldt dat bij die toestemming voldaan is aan artikel 16, eerste lid, van de Habitatrichtlijn. Inhoudelijk komt dat artikel overeen met de beoordelingsregels voor de flora- en fauna-activiteit.
- de activiteit is voor het uitvoeren van een instandhoudingsmaatregel of passende maatregel (artikel 11.46, tweede lid, Bal).
Bezit van soorten Habitatrichtlijn en verdragen
Er geldt een vergunningplicht voor het commercieel en niet-commercieel bezit van dode of levende soorten (artikel 11.47, eerste lid, Bal), inclusief delen of producten ervan. Het gaat om soorten met een natuurlijk verspreidingsgebied in een EU-lidstaat. Het beperkt zich dus niet tot alleen soorten die in Nederland voorkomen. Verder moet het om een soort gaan (geen vogels) die staat in:
- bijlage IV (planten en dieren) bij de Habitatrichtlijn,
- bijlage I (planten) en bijlage II (dieren) bij het Verdrag van Bern, of
- bijlage I (dieren) bij het Verdrag van Bonn
Onder commercieel bezit valt:
- verkopen
- vervoeren voor verkoop
- verhandelen
- ruilen
- aanbieden voor verkoop of ruilen
Onder niet-commercieel bezit valt het onder zich hebben of vervoeren maar dan niet voor verkoop.
Prepareren
De vergunningplicht voor bezit is ook aan de orde bij het prepareren van dieren. Dus als iemand een preparaat maakt van een dier is daarvoor een omgevingsvergunning nodig voor het in bezit hebben ervan. Een omgevingsverlening is alleen te verlenen als voldaan is aan beoordelingsregels. Zo zal - om een omgevingsvergunning te kunnen verlenen - het in bezit hebben van een opgezet dier wel een bepaald belang moeten dienen. Zoals een educatief doel. De pagina over beoordelingsregels geeft meer informatie over het beoordelen van aanvragen.
Geen vergunningplicht
De vergunningplicht voor bezit geldt niet in één van de volgende gevallen (artikel 11.47, tweede lid, Bal):
- het gaat om gefokte of gekweekte dieren en planten.
- de activiteit is door een andere wet toegestaan. Als voorwaarde geldt dat bij die toestemming voldaan is aan artikel 16, eerste lid, van de Habitatrichtlijn. Inhoudelijk komt dat artikel overeen met de beoordelingsregels voor de flora- en fauna-activiteit.
- de activiteit is voor het uitvoeren van een instandhoudingsmaatregel of passende maatregel is.
- het dier of de plant is uiterlijk op 10 juni 1994 legaal uit de natuur gehaald. Die datum hangt samen met de uiterlijke datum die lidstaten hadden voor het uitvoeren van de Habitatrichtlijn. De kans is overigens klein dat planten en dieren van voor die tijd nog in leven zijn.
Gebruik van bepaalde middelen bij vangen dieren van Habitatrichtlijn en Verdrag
Er geldt een vergunningplicht voor het vangen of doden van dieren met niet-selectieve middelen of met bepaalde vervoermiddelen. Het gaat om dieren (geen vogels) die vallen onder:
- bijlage IV bij de Habitatrichtlijn, of
- bijlage II bij het Verdrag van Bern
Er geldt een vergunningplicht voor het uit de natuur halen van dieren met niet-selectieve middelen of met bepaalde vervoermiddelen. Het gaat om dieren die vallen onder:
- bijlage V bij de Habitatrichtlijn, of
- bijlage III bij het Verdrag van Bern
Niet-selectieve middelen zijn middelen die een groot aantal dieren van één of meer soortgroepen kunnen vangen of doden. Hoeveelheid, soort, leeftijd, geslacht en grootte van de dieren is daarbij niet van tevoren te bepalen. Bijlage VI bij de Habitatrichtlijn geeft aan om welke (vervoer)middelen het gaat. Voorbeelden zijn explosieven, vergif en rijdende motorvoertuigen.
Regels over omgevingsvergunning
Als een omgevingsvergunning nodig is, gelden er regels over de omgevingsvergunning zoals beoordelingsregels en regels over vergunningvoorschriften.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.