Vergunningplicht flora- en fauna-activiteit met gevolgen voor vogels
Voor flora- en fauna-activiteiten met gevolgen voor vogels kan vanwege de Vogelrichtlijn een vergunningplicht gelden. Er kunnen ook vrijstellingen gelden.
Vergunningplicht
Er geldt een vergunningplicht voor:
- Schadelijke handelingen bij vogels
- Commercieel bezit van vogels
- Niet-commercieel bezit van vogels
- Gebruik van bepaalde middelen bij het vangen van vogels
Er kunnen ook vrijstellingen gelden.
Schadelijke handelingen bij vogels
Er geldt een vergunningplicht voor schadelijke handelingen bij vogels (artikel 11.37, lid 1, Besluit activiteiten leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bal)). Het gaat om vogels die in Nederland in het wild leven en daar van nature voorkomen. Het gaat dus niet om vogels die in gevangenschap zijn geboren, gefokte vogels of ontsnapte vogels die zijn verwilderd. Onder schadelijke handelingen bij vogels vallen:
- het opzettelijk doden of vangen ervan
- het opzettelijk vernielen of beschadigen van hun nesten, rustplaatsen of eieren
- het opzettelijk wegnemen van hun nesten
- het rapen en onder zich hebben van hun eieren
- het opzettelijk storen ervan
Vangen
Onder 'vangen' valt niet het vangen van een vogel om deze te bevrijden uit een ongewilde gevangenschap. Bijvoorbeeld het vangen en vrijlaten van een mus die een winkel is binnengevlogen.
Storen
De mate van 'storen' hangt per soort af van:
- intensiteit van de verstoring
- duur van de verstoring
- frequentie van de verstoring
- het effect van de verstoring op de staat van instandhouding van de soort
Zeldzame verstoringen zonder mogelijk negatief effect, vallen niet onder 'storen'.
Opzettelijk
Er is vaak alleen sprake van een schadelijke handeling als deze 'opzettelijk' gebeurt. Onder 'opzettelijk' valt ook 'voorwaardelijke opzet'. Daarvan is sprake als iemand een handeling verricht en daarbij bewust de aanmerkelijke kans aanvaardt dat zijn gedrag schadelijke gevolgen heeft voor een vogel. Zoals de vangst of de dood van het dier. Ook bij het gebruik van de bodem voor landbouw-, bosbouw- en visserijdoeleinden kan sprake zijn van (voorwaardelijke) opzet.
Voorbeeld van géén voorwaardelijke opzet
Het onbedoeld vangen van vogels die naar vis duiken en dan in visnetten belanden. Dit is geen voorwaardelijke opzet als:
- de nodige maatregelen zijn getroffen om dit soort ‘bijvangst’ van vogels zoveel mogelijk te voorkomen,
- monitoring van de maatregelen plaatsvindt, en
- zo nodig bijstelling van de maatregelen plaatsvindt
Geen vergunningplicht vanwege andere wet of maatregel
Er is geen omgevingsvergunning nodig als:
- de activiteit op grond van een andere wet is toegestaan. Als voorwaarde geldt dat bij die toestemming voldaan is aan artikelen 9, lid 1 en 2, en 13 van de Vogelrichtlijn. Inhoudelijk komen die artikelen overeen met de beoordelingsregels voor de flora- en fauna-activiteit.
- de activiteit voor het uitvoeren van een instandhoudingsmaatregel of passende maatregel is (artikel 11.37, lid 2, Bal).
Soms geen vergunningplicht bij verstoring vogels
Soms is er geen omgevingsvergunning nodig voor het verstoren van vogels. Dat is het geval als de verstoring geen noemenswaardig effect heeft op de staat van instandhouding van de vogelsoort (artikel 11.37, lid 3, Bal). Zo is er geen noemenswaardig effect als een vogelpopulatie de mogelijke negatieve effecten van een verstoring zélf weg kan nemen. Bijvoorbeeld door bij een tijdelijke verstoring even weg te vliegen om vervolgens weer terug te kunnen keren.
Bezit van vogels (commercieel en niet-commercieel)
Commercieel bezit van vogels
Er geldt een vergunningplicht voor het commercieel bezit van dode of levende vogels. Het gaat om vogels van soorten die van nature in het wild voorkomen in een EU-lidstaat. Het beperkt zich dus niet tot alleen vogels die in Nederland voorkomen. De vergunningplicht geldt ook voor gemakkelijk herkenbare delen van de vogels of uit de vogels verkregen producten (artikel 11.38, lid 1, Bal).
Onder commercieel bezit valt:
- verkopen
- vervoeren voor verkoop
- onder zich hebben voor verkoop
- aanbieden voor verkoop
Geen vergunningplicht bij gefokte of in gevangenschap geboren vogels
De vergunningplicht geldt niet voor vogels die in gevangenschap zijn geboren of voor gefokte vogels.
Geen vergunningplicht bij fazant, wilde eend of houtduif
Er geldt geen vergunningplicht als het om de fazant, wilde eend of houtduif gaat (of delen of producten daarvan). Dat zijn vogels waarop jacht is toegestaan in Nederland. De uitzondering geldt alleen als het doden, gevangen nemen of verkrijgen ervan aantoonbaar voldoet aan de regels daarover in het Bal (artikel 11.38, lid 2, Bal). Denk bijvoorbeeld aan regels over jacht.
Niet-commercieel bezit van vogels
Er geldt een vergunningplicht voor het niet-commercieel bezit van dode of levende vogels. Het gaat om vogels die van nature in het wild voorkomen in een EU-lidstaat. Het beperkt zich dus niet tot alleen vogels die in Nederland voorkomen. De vergunningplicht geldt ook voor gemakkelijk herkenbare delen van de vogels of uit de vogels verkregen producten (artikel 11.39, lid 1, Bal). Onder niet-commercieel bezit valt het onder zich hebben of vervoeren maar niet met verkoop als doel.
Geen vergunningplicht bij gefokte of in gevangenschap geboren vogels
De vergunningplicht geldt niet voor vogels die in gevangenschap zijn geboren of voor gefokte vogels.
Geen vergunningplicht als doden, gevangen nemen, verkrijgen voldoet aan regels in het Bal
De vergunningplicht geldt niet als het bezit volgt na het doden, gevangen nemen of verkrijgen als dat doden, gevangen nemen of verkrijgen voldoet aan de regels in het Bal. Denk aan regels die gelden over jacht of dat er een omgevingsvergunning voor is of een vrijstelling voor geldt (artikel 11.39, lid 2, Bal).
Geen vergunningplicht vanwege andere wet of maatregel
Er is geen omgevingsvergunning nodig als:
- de activiteit op grond van een andere wet is toegestaan. Als voorwaarde geldt dat bij die toestemming voldaan is aan artikelen 9, lid 1 en 2, en 13 van de Vogelrichtlijn. Inhoudelijk komen die artikelen overeen met de beoordelingsregels voor de flora- en fauna-activiteit.
- de activiteit nodig is voor het uitvoeren van een instandhoudingsmaatregel of passende maatregel (artikel 11.39, lid 2, Bal).
Gebruik van bepaalde middelen bij vangen vogels
Er geldt een vergunningplicht voor het vangen of doden van in het wild levende vogels met niet-selectieve middelen of met behulp van bepaalde vervoermiddelen. Het gaat om vogels die van nature in Nederland voorkomen. Niet-selectieve middelen zijn middelen die een groot aantal vogels van 1 of meer soortgroepen kunnen vangen of doden. Hoeveelheid, soort, leeftijd, geslacht en grootte van de vogels is daarbij niet van tevoren te bepalen. Artikel 11.40 van het Bal geeft aan om welke (vervoer)middelen het gaat. Voorbeelden zijn strikken, blindgemaakte of verminkte levende vogels gebruikt als lokvogels, elektrocutie-apparatuur, lijm of haken.
Regels over omgevingsvergunning
Als een omgevingsvergunning nodig is, gelden er regels over de omgevingsvergunning zoals beoordelingsregels en regels over vergunningvoorschriften.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.