Jachtmiddelen

Inzet van dieren

Bij jacht is alleen de inzet van de volgende dieren toegestaan:

• honden (maar geen lange honden, zoals Greyhound, Whippet, Italiaanse windhond of Afghaanse windhond)
• gefokte haviken
• gefokte slechtvalken
• lokeenden of lokduiven (die niet blind of verminkt zijn)
• fretten

Artikel 11.71 van het Besluit activiteiten leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bal) regelt dit. Een jager mag bij het jagen geen ander jagend dier bij zich hebben (artikel 11.72, tweede lid, Bal).

Geweer

Bij jacht is het gebruik van een geweer toegestaan (artikel 11.71, Bal). In dat geval is ook sprake van een jachtgeweeractiviteit. Daarnaast gelden regels over het gebruik van een geweer.

Eendenkooien, lokeenden, lokduiven, buidels, schermen

Bij jacht is het gebruik van eendenkooien, lokeenden en lokduiven (namaak), buidels en schermen toegestaan (artikel 11.71, Bal). Een buidel is een net voor het vangen van konijnen. Een jager plaatst dit net voor het gat van een konijnenhol. Een scherm dient bijvoorbeeld voor camouflage. Er gelden aanvullende regels voor het gebruik van eendenkooien.

Ondersteunende middelen

Bij jacht is het gebruik van ondersteunende middelen toegestaan. Zoals een optische beeldversterker, een hoogzit of een jachtmes (artikel 11.71, Bal).

Verboden jachtmiddelen

Andere jachtmiddelen zijn niet toegestaan. Bijvoorbeeld klemmen, strikken of vallen. Als die andere jachtmiddelen aanwezig zijn in het jachtveld, dan mag er geen jacht plaatsvinden. In geval van handhaving ligt de bewijslast bij de jager om aan te tonen dat hij niet jaagt met die andere jachtmiddelen (artikel 11.71, tweede en derde lid, Bal).

Geen maatwerk

Er is geen maatwerk mogelijk om af te wijken van deze regels.

Rijksregels over jacht

Naast deze regels gelden er ook nog rijksregels over jacht.