Beoordelingsregels omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit
Er gelden regels over het beoordelen van een vergunningaanvraag voor een jachtgeweeractiviteit. Het bevoegd gezag beoordeelt met die beoordelingsregels of iemand een omgevingsvergunning voor een jachtgeweeractiviteit kan krijgen.
Persoonlijke betrokkenheid bij de aanvraag
Het verlenen van een omgevingsvergunning voor een jachtgeweeractiviteit mag alleen als de aanvrager voldaan heeft aan de volgende voorwaarden (artikel 8.74t, Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)). De aanvrager:
- heeft meegewerkt aan een onderzoek naar zijn psychische gesteldheid
- was aanwezig op zijn adres toen de korpschef de voorzieningen voor de opslag van wapens en munitie daar controleerde
De eisen gelden niet als de aanvrager nog in het bezit is van een geldige omgevingsvergunning voor een jachtgeweeractiviteit. Tenzij de korpschef aangeeft dat deze eisen toch moeten gelden voor de beoordeling.
Leeftijd, verzekering en juist handelen
Het verlenen van een omgevingsvergunning mag alleen onder de volgende voorwaarden (artikel 8.74t, Bkl):
- De aanvrager is 18 jaar of ouder.
- De aanvrager heeft een geldige aansprakelijkheidsverzekering voor het gebruik van een geweer.
- Het is niet aannemelijk dat de aanvrager misbruik zal maken van de bevoegdheden die hij met een omgevingsvergunning zou krijgen of een gevaar zal opleveren.
- Het is niet aannemelijk dat de aanvrager nalaat te doen wat een goede jager wel zou moeten doen bij de jacht.
Examen
Het verlenen van een omgevingsvergunning mag alleen als de aanvrager met goed gevolg een examen voor een jachtgeweeractiviteit heeft afgelegd (artikel 8.74t, Bkl). Het moet een examen zijn dat erkend is door of:
- de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)
- Duitsland, België of Luxemburg
Deze beoordelingsregel geldt niet als de aanvrager in de periode van 1 januari 1977 tot en met 30 september 2004 een jachtakte heeft ontvangen onder de Jachtwet, of Flora- of Faunawet.
Erkend examen door de minister van LNV
De minister van LNV erkent het examen als de Stichting Jachtexamens het examen afneemt. Verder moet het examen een theoretische en praktische toets inhouden die voldoen aan voorwaarden. Dit volgt uit artikel 3.71 van het Bkl, artikelen 11.87, 11.90, 11.91, van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en artikelen 3.31 en 3.34 van de Omgevingsregeling.
Theoretische toets
Het theoretische deel moet kennis toetsen over:
- dieren (zoals wild) die schade kunnen veroorzaken, en hun leefomgeving
- wildbeheer waaronder het edelhert, de ree, het damhert en het wilde zwijn
- wetgeving over jacht en natuurbescherming
- wetgeving over het hebben van geweren en munitie
- het geweer, het gebruik ervan en daarvoor te gebruiken munitie
- gewassen die gevoelig zijn voor schade die dieren aanrichten
- maatregelen om schade aan gewassen te voorkomen
- middelen om dieren mee te vangen en te doden en de jachtmethode
- hetgeen een goede jager zou moeten weten
Praktische toets
Het praktische deel toetst of de jager goed kan omgaan met vuurwapens en de schietvaardigheid. De toets kan daarbij onderscheid maken op basis van de aard van het gebruik van de munitie. Een schutter moet het geweer gericht en kundig kunnen gebruiken om onbedoelde schade aan natuurwaarden te voorkomen en om de openbare veiligheid te waarborgen.
Aanvullende eisen voor theoretische en praktische toets
Er gelden aanvullende eisen voor de theoretische en praktische toets. Die eisen gaan over het aantal theorievragen, hoe de praktijktoets eruit moet zien en over de wijze van beoordeling van examenresultaten (artikel 3.31, Omgevingsregeling).
Erkend examen door Duitsland, België of Luxemburg
Het mag ook een examen zijn dat erkend is door Duitsland, België of Luxemburg. Het moet dan wel een examen zijn dat gelijkwaardig is aan het erkende examen van de minister van LNV. Die gelijkwaardige examens staan in de Omgevingsregeling (artikel 3.35).
Erkend examen onder vervallen wetten geldt ook
Een erkend examen onder de vervallen Wet natuurbescherming, Jachtwet en Flora- en Faunawet geldt als erkend examen onder de Omgevingswet (artikelen 2.5, vierde lid, Aanvullingswet natuur).
Jachtveld en wildbeheereenheid
Het verlenen van een omgevingsvergunning mag alleen onder de volgende voorwaarden:
- De aanvrager is lid van een wildbeheereenheid en zijn jachtveld voldoet aan de regels in artikel 11.76 van het Bal. Deze voorwaarde geldt alleen als de aanvrager een jachthouder is met een eigen jachtveld.
- De aanvrager heeft toestemming van een jachthouder om te jagen op zijn jachtveld en die jachthouder is lid van een wildbeheereenheid. Deze voorwaarde geldt alleen als de aanvrager geen jachthouder is met een eigen jachtveld.
Deze beoordelingsregels gelden niet als de aanvrager buiten Nederland woont en hij aan kan tonen dat hij mag jagen in het land waar hij woont (artikel 8.74u, Bkl).
Geen eerdere ontzegging, boete of straf
Het verlenen van een omgevingsvergunning mag alleen onder de volgende voorwaarden (artikel 8.74t, 2e lid, Bkl):
- Er geldt voor de aanvrager geen rechterlijke ontzegging van het uitoefenen van de jacht.
- De aanvrager is de afgelopen 2 jaar niet veroordeeld voor een strafbaar feit op grond van de Omgevingswet of bepaalde artikelen van de Wet dieren.
- De aanvrager heeft de afgelopen 2 jaar geen strafbeschikking of een bestuurlijke boete gekregen op grond van bepaalde artikelen van de Wet dieren.
- De aanvrager is de afgelopen 8 jaar niet veroordeeld voor een misdrijf op grond van de Wet wapens en munitie, de Opiumwet of bepaalde artikelen van het Wetboek van Strafrecht.
Bezwaar of beroep
Administratief beroep is mogelijk na het besluit om een omgevingsvergunning te weigeren (artikel 16.87a, Omgevingswet). Dit kan alleen als de vergunningverlener 1 van de redenen heeft gebruikt voor de weigering die genoemd is onder ‘Misbruik wapens en munitie’. Het indienen van een administratief beroep moet dan plaatsvinden bij de minister van Justitie en Veiligheid en niet bij de korpschef die de aanvraag heeft afgehandeld.
Als het om een andere weigeringsgrond gaat, is het mogelijk om na een weigering bezwaar te maken bij de korpschef.
Aanvraagvereisten en andere regels omgevingsvergunning
Naast beoordelingsregels gelden er ook nog andere regels over de omgevingsvergunning zoals regels over de aanvraag.