Ga naar de inhoud
Direct naar
  • Contact
  • Stel uw vraag
Informatiepunt Leefomgeving
Zoeken in deze site
  1. Home ›
  2. Regelgeving ›
  3. Regels voor activiteiten ›
  4. Activiteiten natuur ›
  5. Jachtgeweeractiviteit ›
  6. Omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit ›
  7. Beoordeling
  • Home
  • Actueel
  • Regelgeving
  • Thema's
  • Digitaal stelsel
  • Contact
  • Contact
  • Stel uw vraag

Beoordelingsregels omgevingsvergunning jachtgeweeractiviteit

Er gelden regels over het beoordelen van een vergunningaanvraag voor een jachtgeweeractiviteit. Het bevoegd gezag beoordeelt met die beoordelingsregels of iemand een omgevingsvergunning voor een jachtgeweeractiviteit kan krijgen.

Persoonlijke betrokkenheid bij de aanvraag

Het verlenen van een omgevingsvergunning voor een jachtgeweeractiviteit mag alleen als de aanvrager voldaan heeft aan de volgende voorwaarden (artikel 8.74t, Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)). De aanvrager:

  1. heeft meegewerkt aan een onderzoek naar zijn psychische gesteldheid
  2. was aanwezig op zijn adres toen de korpschef de voorzieningen voor de opslag van wapens en munitie daar controleerde

De eisen gelden niet als de aanvrager nog in het bezit is van een geldige omgevingsvergunning voor een jachtgeweeractiviteit. Tenzij de korpschef aangeeft dat deze eisen toch moeten gelden voor de beoordeling.

Leeftijd, verzekering en juist handelen

Het verlenen van een omgevingsvergunning mag alleen onder de volgende voorwaarden (artikel 8.74t, Bkl):

  • De aanvrager is 18 jaar of ouder.
  • De aanvrager heeft een geldige aansprakelijkheidsverzekering voor het gebruik van een geweer.
  • Het is niet aannemelijk dat de aanvrager misbruik zal maken van de bevoegdheden die hij met een omgevingsvergunning zou krijgen of een gevaar zal opleveren.
  • Het is niet aannemelijk dat de aanvrager nalaat te doen wat een goede jager wel zou moeten doen bij de jacht.

Examen

Het verlenen van een omgevingsvergunning mag alleen als de aanvrager met goed gevolg een examen voor een jachtgeweeractiviteit heeft afgelegd (artikel 8.74t, Bkl). Het moet een examen zijn dat erkend is door of:

  • de staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN)
  • Duitsland, België of Luxemburg

Deze beoordelingsregel geldt niet als de aanvrager in de periode van 1 januari 1977 tot en met 30 september 2004 een jachtakte heeft ontvangen onder de Jachtwet, of Flora- of Faunawet.

Erkend examen door de staatssecretaris van LVVN

De staatssecretaris van LVVN erkent het examen als de Stichting Jachtexamens het examen afneemt. Verder moet het examen een theoretische en praktische toets inhouden die voldoen aan voorwaarden. Dit volgt uit artikel 3.71 van het Bkl, artikelen 11.87, 11.90, 11.91, van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en artikelen 3.31 en 3.34 van de Omgevingsregeling.

Theoretische toets

Het theoretische deel moet kennis toetsen over:

  • dieren (zoals wild) die schade kunnen veroorzaken, en hun leefomgeving
  • wildbeheer waaronder het edelhert, de ree, het damhert en het wilde zwijn
  • wetgeving over jacht en natuurbescherming
  • wetgeving over het hebben van geweren en munitie
  • het geweer, het gebruik ervan en daarvoor te gebruiken munitie
  • gewassen die gevoelig zijn voor schade die dieren aanrichten
  • maatregelen om schade aan gewassen te voorkomen
  • middelen om dieren mee te vangen en te doden en de jachtmethode
  • hetgeen een goede jager zou moeten weten

Praktische toets

Het praktische deel toetst of de jager goed kan omgaan met vuurwapens en de schietvaardigheid. De toets kan daarbij onderscheid maken op basis van de aard van het gebruik van de munitie. Een schutter moet het geweer gericht en kundig kunnen gebruiken om onbedoelde schade aan natuurwaarden te voorkomen en om de openbare veiligheid te waarborgen.

Aanvullende eisen voor theoretische en praktische toets

Er gelden aanvullende eisen voor de theoretische en praktische toets. Die eisen gaan over het aantal theorievragen, hoe de praktijktoets eruit moet zien en over de wijze van beoordeling van examenresultaten (artikel 3.31, Omgevingsregeling).

Erkend examen door Duitsland, België of Luxemburg

Het mag ook een examen zijn dat erkend is door Duitsland, België of Luxemburg. Het moet dan wel een examen zijn dat gelijkwaardig is aan het erkende examen van de staatssecretaris van LVVN. Die gelijkwaardige examens staan in de Omgevingsregeling (artikel 3.35).

Erkend examen onder vervallen wetten geldt ook

Een erkend examen onder de vervallen Wet natuurbescherming, Jachtwet en Flora- en Faunawet geldt als erkend examen onder de Omgevingswet (artikelen 2.5, vierde lid, Aanvullingswet natuur).

Jachtveld en wildbeheereenheid

Het verlenen van een omgevingsvergunning mag alleen onder de volgende voorwaarden:

  • De aanvrager is lid van een wildbeheereenheid en zijn jachtveld voldoet aan de regels in artikel 11.76 van het Bal. Deze voorwaarde geldt alleen als de aanvrager een jachthouder is met een eigen jachtveld.
  • De aanvrager heeft toestemming van een jachthouder om te jagen op zijn jachtveld en die jachthouder is lid van een wildbeheereenheid. Deze voorwaarde geldt alleen als de aanvrager geen jachthouder is met een eigen jachtveld.

Deze beoordelingsregels gelden niet als de aanvrager buiten Nederland woont en hij aan kan tonen dat hij mag jagen in het land waar hij woont (artikel 8.74u, Bkl).

Geen eerdere ontzegging, boete of straf

Het verlenen van een omgevingsvergunning mag alleen onder de volgende voorwaarden (artikel 8.74t, 2e lid, Bkl):

  • Er geldt voor de aanvrager geen rechterlijke ontzegging van het uitoefenen van de jacht.
  • De aanvrager is de afgelopen 2 jaar niet veroordeeld voor een strafbaar feit op grond van de Omgevingswet of bepaalde artikelen van de Wet dieren.
  • De aanvrager heeft de afgelopen 2 jaar geen strafbeschikking of een bestuurlijke boete gekregen op grond van bepaalde artikelen van de Wet dieren.
  • De aanvrager is de afgelopen 8 jaar niet veroordeeld voor een misdrijf op grond van de Wet wapens en munitie, de Opiumwet of bepaalde artikelen van het Wetboek van Strafrecht.

Bezwaar of beroep

Administratief beroep is mogelijk na het besluit om een omgevingsvergunning te weigeren (artikel 16.87a, Omgevingswet). Dit kan alleen als de vergunningverlener 1 van de redenen heeft gebruikt voor de weigering die genoemd is onder ‘Misbruik wapens en munitie’. Het indienen van een administratief beroep moet dan plaatsvinden bij de minister van Justitie en Veiligheid en niet bij de korpschef die de aanvraag heeft afgehandeld.

Als het om een andere weigeringsgrond gaat, is het mogelijk om na een weigering bezwaar te maken bij de korpschef.

Aanvraagvereisten en andere regels omgevingsvergunning

Naast beoordelingsregels gelden er ook nog andere regels over de omgevingsvergunning zoals regels over de aanvraag.



delen

  • Delen op LinkedIn

pdf maken

  • pdf maken

Vraag het onze experts!

Heeft u beroepsmatig te maken met regelgeving over de leefomgeving, de Omgevingswet of het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO)? Hierover kunt u vragen stellen aan onze helpdesk. Wilt u als inwoner meer weten over deze onderwerpen? Neem dan contact op met uw gemeente.

Stel uw vraag

IPLO geeft informatie en beantwoordt vragen

Het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) is het kenniscentrum van de overheid dat uitleg geeft over de Omgevingswet, het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en de regelgeving voor de leefomgeving. Onze experts geven via de IPLO-website en de helpdesk antwoord op vragen. IPLO maakt deel uit van het interbestuurlijke programma Aan de slag met de Omgevingswet. Meer informatie vindt u op onze pagina Over IPLO.

Service

  • Over IPLO
  • Abonneren
  • Contact
  • Archief
  • Omgevingswet op LinkedIn

Over deze site

  • Verantwoording
  • Toegankelijkheid
  • Privacyverklaring
  • Cookies
  • Kwetsbaarheid melden
Rijksoverheid
UvW - Unie van Waterschappen
VNG - Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Interprovinciaal overleg - IPO