Eendenkooi
Het gebruik van een eendenkooi vindt plaats bij jacht, maar ook voor andere doeleinden. Hiervoor gelden rijksregels en kan het afpalingsrecht van toepassing zijn. Verder moet er voor het gebruik een examen zijn afgelegd.
Voorwaarden gebruik eendenkooi
Een eendenkooi bestaat uit water (kooiplas) met daaromheen bos of struiken (kooibos) en een installatie voor het vangen van eenden. Het gebruik van een eendenkooi vindt plaats bij jacht of andere doeleinden, zoals wetenschappelijk onderzoek. De volgende voorwaarden gelden voor het gebruik van een eendenkooi:
- De gebruiker heeft met goed gevolg een erkend examen voor het gebruik van een eendenkooi afgelegd.
- Er is open water aanwezig van minstens 200 m2.
- Er moet een denkbeeldige cirkel met een straal van minstens 7,5 meter volledig in het open water 'passen'. Dit is om te voorkomen dat het open water te smal is.
- Het water is minstens 50 cm diep.
- Rondom het water ligt een rand van bos of struiken.
- Er is minstens één vangpijp (sloot) aanwezig die in open verbinding staat met het open water. Deze is onmiddellijk te gebruiken als vangmiddel.
- Het vrijlaten of doden van gevangen dieren moet na het vangen meteen plaatsvinden.
- De eigenaar van een eendenkooi (kooiker) moet voor de afbakening van de eendenkooi palen gebruiken met daarop de tekst: Eendenkooi van x, met recht van afpaling op y m, gerekend uit het midden der kooi. Bij 'x' moet de naam van de eigenaar van de eendenkooi staan. Bij 'y' het aantal meters waarop het afpalingsrecht betrekking heeft.
Dit volgt uit artikel 11.86 van het Besluit activiteiten leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bal).
Afpalingsrecht en verbod
Het afpalingsrecht is een oud zakelijk recht. Het geeft de kooiker (eigenaar van de eendenkooi) het recht om een vastgesteld gebied rondom de eendenkooi af te bakenen (afpalingskring).
Als er op 31 maart 1977 een afpalingsrecht gold op een eendenkooi, dan mag niemand binnen de afpalingskring van die eendenkooi activiteiten verrichten die onrust (kunnen) veroorzaken bij eenden binnen de afpalingskring (artikel 8.5 van de Omgevingswet). Behalve als het de kooiker is of iemand die toestemming heeft van de kooiker. Het verbod geldt niet als het om één van de volgende activiteiten gaat:
- activiteiten voor het realiseren, onderhoud en gebruik van openbare werken
- activiteiten bij het uitoefenen van een beroep of bedrijf
Voor deze uitzonderingen geldt als voorwaarde dat het verrichten van de activiteit redelijkerwijs niet te vermijden is.
Degene die met een uitgezonderde activiteit schade veroorzaakt aan (het gebruik van) de eendenkooi, moet dat vergoeden aan de kooiker. Tenzij daarover andere afspraken zijn gemaakt met de kooiker.
Examen
Voor het gebruik van een eendenkooi moet met goed gevolg een examen zijn afgelegd dat erkend is door:
- de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), of
- Duitsland, België of Luxemburg
Erkend examen door de minister van LNV
De minister van LNV erkent het examen als de Stichting Jachtexamens het examen afneemt. Verder moet het examen een theoretische toets inhouden over:
- dieren (zoals wild) die schade kunnen veroorzaken en hun leefomgeving
- wildbeheer
- wetgeving over jacht en natuurbescherming
- de eendenkooi en andere middelen voor het vangen, de jachtmethode en de verzorging van voor consumptie bestemde dieren
- hetgeen een goede jager zou moeten weten
Aanvullende eisen over de theoretische toets staan in de Omgevingsregeling. Deze gaan over het aantal theorievragen en over de wijze van beoordeling van examenresultaten.
Dit volgt uit artikel 3.71 van het Besluit kwaliteit leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup), artikelen 11.89, 11.90, 11.91 van het Bal en artikelen 3.33 en 3.34 van de Omgevingsregeling.
Erkend examen door Duitsland, België of Luxemburg
Het mag ook een examen zijn dat erkend is door Duitsland, België of Luxemburg. Het moet dan wel een examen zijn dat gelijkwaardig is aan het examen dat de minister van LNV erkent. Die gelijkwaardige examens staan in de Omgevingsregeling (artikel 3.35).
Erkend examen onder vervallen wetten geldt ook
Een erkend examen onder de Wet natuurbescherming, Jachtwet en Flora- en Faunawet geldt als erkend examen onder de Omgevingswet (artikelen 2.5, vierde lid, Aanvullingswet natuur).
Aanvullende regels over eendenkooi
Naast deze regels gelden er ook nog aanvullende rijksregels over eendenkooien. Die zijn te vinden via de pagina Middelen, methoden en installaties voor het vangen of doden van dieren.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.
Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.