Gebruik van een geweer
Voor het gebruik van een geweer voor bijvoorbeeld jacht of populatiebeheer, gelden rijksregels. Deze gaan over vergunningplicht, wanneer het gebruik of dragen (niet) is toegestaan, de omvang van het jachtveld, aansprakelijkheidsverzekering, soorten geweren en munitie.
Omgevingsvergunning verplicht
Degene die een geweer wil gebruiken voor het doden van een dier in het wild, heeft altijd een omgevingsvergunning voor een jachtgeweeractiviteit nodig (voorheen jachtakte).
Gevallen waarin gebruik van geweer is toegestaan
Het gebruik van een geweer mag volgens artikel 11.75 van het Besluit activiteiten leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bal) plaatsvinden voor:
- de jacht
- een flora- en fauna-activiteit
- het bestrijden van verwilderde dieren of exoten
- het bestrijden van de zwarte rat, de bruine rat of de huismuis
- het schieten van kleiduiven
- het trainen van jachthonden (jachthondenproeven)
Jacht
Het gebruik van een geweer mag plaatsvinden voor de jacht op hazen, konijnen, wilde eenden, houtduiven en fazanten.
Flora- en fauna-activiteiten
Het gebruik van een geweer mag plaatsvinden als:
- een omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit over het doden van dieren dat mogelijk maakt.
- de omgevingsverordening of Omgevingsregeling dat mogelijk maakt voor vergunningvrije flora- en fauna-activiteiten. De vergunningvrije gevallen in de Omgevingsregeling staan in afdeling 4.7.
Bestrijden van verwilderde dieren of exoten
Het gebruik van een geweer mag plaatsvinden voor het bestrijden van verwilderde dieren of exoten als:
- de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) daartoe opdracht geeft,
- de provincie daartoe opdracht geeft, of
- de Omgevingsregeling de te bestrijden diersoorten aanwijst.
Verwilderde dieren zijn dieren die ooit bij een eigenaar verbleven, maar voor langere tijd geen eigenaar meer hebben. Het gaat niet om dieren die voor kortere tijd niet meer bij hun eigenaar zijn, zoals weggelopen dieren.
Gevallen waarin gebruik van geweer niet is toegestaan
Het gebruik van een geweer is niet toegestaan (artikel 11.83, Bal):
- vóór zonsopgang en ná zonsondergang. Voor de wilde eend geldt een uitzondering. Hiervoor geldt dat een half uur vóór zonsopgang en een half uur ná zonsondergang het gebruik van een geweer ook nog is toegestaan. Maar niet eerder en later dan dat.
- vanaf of vanuit een rijdend voertuig of een luchtvaartuig
- binnen de afpalingskring van een eendenkooi. De afpalingskring is een cirkel van palen rondom de eendenkooi die de aanwezigheid, omvang en eigenaar van de eendenkooi aanduiden.
- binnen de bebouwingscontour jacht of op een terrein dat daar direct aan grenst.
Gevallen waarin dragen van geweer niet is toegestaan
Het dragen van een geweer is niet toegestaan (artikel 11.84, Bal):
- op een terrein waar de drager het geweer niet mag gebruiken
- in het (jacht)veld als de drager geen omgevingsvergunning voor een jachtgeweeractiviteit heeft en ook niet om een andere reden het recht heeft om een geweer te gebruiken.
Omvang jachtveld
Het gebruiken van een geweer op een jachtveld mag alleen als de omvang van het jachtveld voldoet aan voorwaarden (artikel 11.76, Bal).
Aansprakelijkheidsverzekering
Dekkingsvoorwaarden
Bij het gebruik van een geweer is een aansprakelijkheidsverzekering verplicht (artikel 11.78, Bal). Zo'n verzekering moet:
- dekking geven van 1 april tot 1 april van het daaropvolgende jaar
- dekking geven voor geheel Nederland
- dekking geven voor een bedrag van minstens € 1.000.000 per gebeurtenis
Polisgegevens
In de polis van de aansprakelijkheidsverzekering moet in ieder geval staan:
- naam en adres van de verzekeraar
- naam en adres van de verzekeringnemer
- het polisnummer
- dagtekening en jaar van ingang en einde van de dekking
- de personen die als verzekerden worden aangemerkt
- het gebied waarin de verzekering van kracht is
- het verzekerde bedrag
Wijzigingen van deze gegevens moet degene die een omgevingsvergunning voor een jachtgeweeractiviteit heeft, melden aan de korpschef van de politie.
Gebruik van soorten geweren en munitie
Voor het gebruik van een geweer gelden regels over het geweer en munitie (artikel 11.79, Bal).
Soorten geweren en hulpmiddelen
Een geweer mag alleen een hagelgeweer zijn (gladde loop) of een kogelgeweer (getrokken loop). Ook een geweer met zowel een gladde loop als een getrokken loop zijn toegestaan. Het gebruik van andere soorten geweren mag niet zonder maatwerk.
Verboden instrumenten op geweer
Het geweer mag geen geluiddemper, kunstmatige lichtbron, voorziening om de prooi te verlichten, vizier met beeldomzetter, elektronische beeldversterker of een ander instrument hebben om mee in de nacht te schieten.
Hagelgeweer bij hazen, fazanten en wilde eenden
Bij hazen, fazanten en wilde eenden is alleen het gebruik van een hagelgeweer als geweer toegestaan (11.80, lid 3, Bal). Kogelgeweren mogen dus niet.
Kogelgeweer bij reeën, edelherten, damherten en wilde zwijnen
Bij reeën, edelherten, damherten en wilde zwijnen is alleen het gebruik van een kogelgeweer als geweer toegestaan. Hagelgeweren mogen dus niet. Bij reeën moeten kogelpatronen bovendien een trefenergie hebben van minstens 980 joule op 100 meter afstand van de loopmond. Bij edelherten, damherten en wilde zwijnen moeten de kogelpatronen een kaliber hebben van minstens 6,5 mm en een trefenergie van minstens 2.200 joule op 100 meter afstand van de loopmond (artikel 11.80, lid 1, Bal).
Maatwerk voor andere soorten geweren
Bij het gebruik van een ander soort geweer is meestal maatwerk nodig. Denk aan luchtdrukgeweren, verdovingsgeweren, gasdrukgeweren of veerdrukgeweren.
Zo is het gebruik van een luchtdrukgeweer soms een geschikt middel. Bijvoorbeeld het doden van vogels binnen gebouwen. Voor het gebruik van een ander soort geweer (dan een hagel- of kogelgeweer) is maatwerk vereist om af te mogen wijken van het verbod op het gebruik van andere geweren (artikel 11.79, Bal).
Waterschappen mogen wel zonder maatwerk een luchtdrukgeweer gebruiken voor het bestrijden van muskusratten en beverratten om waterstaatswerken te beschermen (artikel 11.81, Bal). Het moet wel een deskundig persoon zijn die het geweer gebruikt.
Eisen hagelgeweer
Een hagelgeweer en bijhorende munitie moeten voldoen aan de volgende eisen:
- het kaliber van een hagelgeweer is minimaal 24 en maximaal 12
- een enkelloops hagelgeweer heeft een magazijn dat maximaal twee patronen kan bevatten
- hagelkorrels hebben een doorsnede van 3,5 mm of minder
- hagelkorrels bevatten geen metallisch lood
Eisen kogelgeweer
Een kogelgeweer en bijhorende munitie moeten voldoen aan de volgende eisen:
- het nominaal kaliber van een kogelgeweer is minstens .22 inch of 5,58 mm
- een kogelgeweer heeft een magazijn dat maximaal twee patronen kan bevatten. Dit geldt niet als het geweer een grendelinrichting heeft waarmee het handmatig schot voor schot laden mogelijk is.
- kogelpatronen zijn geen militaire kogelpatronen (inclusief fosfor- of lichtspoorpatronen), kogelpatronen met volmantel of kogels die niet vervormen bij het treffen.
Kaliber kogelpatronen bij konijnen en houtduiven
Bij konijnen en houtduiven moeten kogelpatronen een kaliber hebben van .22 inch of 5,58 mm als het gebruik van een kogelgeweer plaatsvindt (11.80, lid 2, Bal).
Maatwerk voor munitie
Bij maatwerk over te gebruiken munitie moet het bevoegd gezag rekening houden met (artikel 11.82, Bal):
- natuurbescherming (en daarbij het dierenwelzijn)
- veiligheid
- gezondheid
- milieu
Aanvullende regels over geweer
Naast deze regels gelden er ook nog aanvullende rijksregels over geweren. Die zijn te vinden via de pagina's over:
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.