Beoordelingsregels omgevingsvergunning Natura 2000-activiteit
Er gelden regels voor het beoordelen van een vergunningaanvraag voor een Natura 2000-activiteit. Het bevoegd gezag beoordeelt met die beoordelingsregels of iemand een omgevingsvergunning voor een Natura 2000-activiteit kan krijgen.
Beoordelingsregels
De beoordelingsregels hebben als doel om de natuur in Natura 2000-gebieden te beschermen. Ze gaan over:
- een passende beoordeling
- regels in gemeentelijk programma stikstof over vergunningverlening
- het gebruiken van stikstofdepositieruimte
Passende beoordeling bij project met mogelijk significant negatieve gevolgen
Sommige projecten hebben mogelijk significant negatieve gevolgen voor een Natura 2000-gebied (een zogenoemde ‘voortoets’ heeft dat niet kunnen uitsluiten). Voor die projecten moet eerst een passende beoordeling plaatsvinden (artikel 16.53c, Omgevingswet). Die beoordeling moet zekerheid geven dat het project de natuurlijke kenmerken van het Natura 2000-gebied niet zal aantasten. In dat geval kan vergunningverlening plaatsvinden (artikel 8.74b, Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)). Geeft die beoordeling deze zekerheid niet, dan kan vergunningverlening alleen plaatsvinden als aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
- er zijn geen reële alternatieven voor de activiteit
- er is sprake van een dwingende reden van groot openbaar belang
- er vindt natuurcompensatie plaats
Dwingende reden van groot openbaar belang
Een dwingende reden van groot openbaar belang kan ook een reden zijn van sociale of economische aard.
Als het om een prioritaire habitat of prioritaire soort gaat, dan geldt als dwingende reden van groot openbaar belang alleen:
- menselijke gezondheid
- openbare veiligheid
- gunstige effecten voor het milieu
- reden die door de Europese Commissie is geaccepteerd (dat kan ook een reden van sociale of economische aard zijn)
Gemeentelijk Programma Aanpak Stikstof (PAS)
Een gemeentelijk Programma Aanpak Stikstof (PAS) kan regels bevatten over het verlenen van omgevingsvergunningen. Het gaat om Natura 2000-activiteiten die stikstofdepositie veroorzaken. Die regels moet het bevoegd gezag gebruiken bij het beoordelen van de aanvraag (artikel 8.74d, Bkl). In het geval van een projectbesluit hoeft dat niet als daarin staat dat:
- het geldt als een omgevingsvergunning voor een Natura 2000-activiteit
- regels over vergunningverlening in het gemeentelijk programma aanpak stikstof niet gelden als beoordelingsregel
Gebruik maken van stikstofdepositieruimte
Er geldt een beoordelingsregel voor Natura 2000-activiteiten die stikstofdepositie veroorzaken in een stikstofgevoelig Natura 2000-gebied (artikel 17a.2 Omgevingsregeling, dit artikel is tijdelijk in de plaats van artikel 8.74e, Bkl).
Die beoordelingsregel houdt in dat vergunningverlening kan plaatsvinden met gebruik van de stikstofdepositieruimte in het stikstofregistratiesysteem van AERIUS Register. Dat systeem registreert per stikstofgevoelig Natura 2000-gebied wat de stikstofreductie is door stikstofmaatregelen die zijn getroffen en aan dat systeem zijn gekoppeld. Stikstofmaatregelen die te koppelen zijn aan dat systeem zijn sluitingen van varkenshouderijen (artikel 17a.3, lid 1, Omgevingsregeling, dit artikel is tijdelijk in de plaats van artikel 11.70, lid 1, Bkl). Deze maatregelen zijn aanvullend op de maatregelen die nodig zijn om de Natura 2000-waarden te behouden of te herstellen.
De opgebouwde stikstofreductie in het systeem heet stikstofdepositieruimte. De vergunningverlener kan die opgebouwde stikstofreductie vervolgens toebedelen aan een activiteit die stikstofdepositie veroorzaakt. De hoeveelheid aan stikstofdepositie die zo’n activiteit veroorzaakt, boekt het systeem van AERIUS Register vervolgens af. Die hoeveelheid is dan niet meer voor andere activiteiten beschikbaar.
De toe te bedelen stikstofdepositieruimte voor een hectare aan habitat mag even hoog zijn als de maximale stikstofdepositie op die hectare die de activiteit in een jaar kan veroorzaken. Maar minder toebedelen mag ook (artikel 17a.3, lid 1, Omgevingsregeling, dit artikel is tijdelijk in de plaats van artikel 11.70, lid 2, Bkl).
Voorwaarden toebedelen stikstofdepositieruimte
Het toebedelen van stikstofdepositieruimte mag alleen onder de volgende voorwaarden (artikel 17a.2, leden 4 en 5, Omgevingsregeling, dit artikel is tijdelijk in de plaats van 8.74e, leden 3 en 4, Bkl):
- Het is alleen mogelijk voor de bouw van aardgasvrije woningen, bepaalde snelwegen en gemelde PAS-activiteiten (dat zijn activiteiten waarvoor onder de oude PAS-regeling een melding is gedaan).
- De toe te bedelen stikstofdepositieruimte is eerst gereserveerd in AERIUS Register.
- De toe te bedelen stikstofdepositieruimte mag niet meer zijn dan AERIUS Register beschikbaar stelt.
De precieze voorwaarden staan in hoofdstuk 17A van de Omgevingsregeling.
Aanvraagvereisten en andere regels omgevingsvergunning
Naast beoordelingsregels gelden er ook nog andere regels over de omgevingsvergunning zoals regels over de aanvraag of wie het bevoegd gezag is.