Opslag asbest bij particulieren, milieustraten, in tussenopslag en op stortplaatsen
Verwijderd asbest hoort eventueel via tussenopslag op de stortplaats terecht te komen. Meestal valt de (tussen)opslag van asbesthoudend afval onder het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). De regels voor opslag van asbest bij particulieren staan in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).
Eisen aan het verpakken en opslag bij particulieren
Particulieren mogen bepaalde strikt omschreven toepassingen zelf verwijderen en opslaan na een sloopmelding (artikel 7.10 Bbl) bij de gemeente. Dat volgt uit artikelen 7.9 en 7.21 van het Bbl. Op Spelregels rondom particuliere verwijdering staan die regels en voorwaarden voor particulieren.
De eisen voor het verpakken en opslaan door een particulier op de locatie van verwijdering staan in artikel 7.21 van het Bbl.
Eisen aan de opslag bij verwijderingsbedrijven en milieustraat
De eisen voor opslag van asbesthoudende materialen bij milieustraten (paragraaf 3.5.6 Bal) staan in paragraaf 4.52 van het Bal. In die paragraaf staan ook de opslagregels voor een asbestverwijderingsbedrijf of ander type bedrijf (zoals een onderhouds-, installatie- of schildersbedrijf) dat asbest verwijdert en meeneemt naar de eigen locatie voor tussenopslag (paragraaf 3.7.1 Bal). Vaak wordt namelijk asbest afkomstig van kleine saneringen of onderhoudswerk tijdelijk opgeslagen op het eigen terrein voordat het wordt afgevoerd naar de stortplaats. Er mag maximaal 50 ton opgeslagen worden zonder omgevingsvergunning. Zie de tabel verderop met een overzicht van opslagregels. Boven deze hoeveelheid is een omgevingsvergunning nodig (er is dan sprake van afvalbeheer IPPC-installatie).
Er gelden de volgende voorwaarden:
- Het opslaan van asbest geeft geen stofverspreiding die met het blote oog waarneembaar is.
- Asbest is uitsluitend aanwezig in een container en verpakt in niet-luchtdoorlatend verpakkingsmateriaal van voldoende dikte en sterkte.
- Als de verwijderaar asbest van verschillende verwijderingen samenvoegt in een container, legt diegene per container vast van welke verwijderingen het asbest afkomstig is. De verwijderaar bewaart deze gegevens gedurende ten minste 5 jaar.
- De maximale termijn voor het opslaan van verwijderd asbest bedraagt 1 jaar.
- Voor het opslaan geldt een meldingsplicht bij het bevoegd gezag.
Deze eisen staan in paragraaf 4.52 van het Bal. Alleen het bewaren van gegevens regelt de Wet milieubeheer.
De eisen aan het verwijderen zelf staan in het Bbl (artikel 7.20), het Asbestverwijderingsbesluit 2005 en het Arbeidsomstandighedenbesluit (artikel 4.45 t/m 4.54d). Uit deze eisen volgt onder andere dat verwijderd asbest op de verwijderingslocatie ook alleen in verpakking aanwezig mag zijn.
De eisen voor het verpakken en opslaan door een verwijderingsbedrijf tijdens de sanering volgen uit de Arboregelgeving.
Eisen aan de opslag bij stortplaatsen
Voor de opslag van asbesthoudend afval bij stortplaatsen gelden de volgende eisen:
- Asbesthoudend afval niet mengen met ander afval.
- Asbesthoudend afval zodanig afdekken dat er geen vezels kunnen vrijkomen.
- Op de stortplaats mogen geen dingen gebeuren waarbij asbestvezels vrij kunnen komen.
- De stortplaats heeft een overzicht van de plekken waar asbesthoudend afval is gestort. Ook de manier waar op het afval is afgedekt, om verspreiding van vezels te voorkomen, is onderdeel van dit overzicht.
- De stortplaats mag asbesthoudend afval alleen storten in een specifieke cel die alleen bestemd is voor asbesthoudende afvalstoffen.
Deze eisen moeten als voorschriften in de omgevingsvergunning staan (artikel 8.52 van het Bkl).
Naast de eisen aan de opslag gelden vanuit Arboregelgeving ook eisen aan de vakbekwaamheid van het bedrijf en aan de opleiding van medewerkers.
Overzicht opslagregels asbest
Het volgende overzicht geeft aan waar de regels voor de opslag van asbest staan en wanneer een vergunningplicht geldt.
Initiatiefnemer | Milieubelastende activiteit in hoofdstuk 3 van het Bal | Vergunningplicht | Opslagregels |
---|---|---|---|
Particulier | - | - | Artikel 7.21 Bbl |
Asbestverwijderingsbedrijf, bouwbedrijf, onderhoudsbedrijf, schildersbedrijf | Paragraaf 3.7.1 (bouw-, installatie-, sloopbedrijven) | Nee | Paragraaf 4.52 Bal |
Asbestverwijderingsbedrijf, bouwbedrijf, onderhoudsbedrijf, schildersbedrijf | Paragraaf 3.5.11 (afvalverwerkers) maar alleen als het gaat om ingezameld/ afgegeven asbest (zie toelichting onder de tabel, punt 1) | Ja (artikel 3.197 Bal) | Eventueel in vergunning (zie toelichting, punt 3) |
Asbestverwijderingsbedrijf, bouwbedrijf, onderhoudsbedrijf, schildersbedrijf | Paragraaf 3.2.13 (eigen afval), maar alleen als het gaat om meer dan 50 ton van niet- ingezameld/ niet-afgegeven asbest (zie toelichting, punt 1) | Ja (artikel 3.40 Bal) | Eventueel in vergunning (zie toelichting, punt 3) |
Asbestverwijderingsbedrijf, bouwbedrijf, onderhoudsbedrijf, schildersbedrijf | Paragraaf 3.3.10 (afval IPPC-bedrijven) als het gaat om meer dan 50 ton (zie toelichting, punt 2) | Ja (artikel 3.79 Bal) | Vergunning (zie toelichting, punt 4) |
Milieustraat | Paragraaf 3.5.6 (milieustraat) | Nee | Paragraaf 4.52 Bal |
Milieustraat | Paragraaf 3.5.11 (afvalverwerkers) | Ja (artikel 3.197 Bal) | Eventueel in vergunning (zie toelichting, punt 3) |
Milieustraat | Paragraaf 3.3.10 (afval IPPC-bedrijven) als het gaat om meer dan 50 ton (zie toelichting, punt 2) | Ja (artikel 3.79 Bal) | Vergunning (zie toelichting, punt 4) |
Stortplaats | Paragraaf 3.3.12 (stortplaats) |
Ja (artikel 3.85 Bal) | Vergunning (artikel 8.52 Bkl regelt wat in vergunning moet staan) |
Toelichting bij de tabel
- Bij asbestverwijderingsbedrijf kan discussie zijn of het om 'eigen' asbest gaat (niet-ingezameld/ niet-afgegeven) of asbest 'van een ander' (ingezameld/ afgegeven). Maar altijd valt het bedrijf wel onder paragraaf 3.7.1 Bal.
- Bij 'Milieustraat, paragraaf 3.3.10 (afval IPPC-bedrijven) als het gaat om meer dan 50 ton' geldt: het valt dan onder IPPC-categorie 5.5. (tijdelijke opslag van niet onder punt 5.4 vallende gevaarlijke afvalstoffen, in afwachting van een van de onder de punten 5.1, 5.2, 5.4 en 5.6 vermelde handelingen, met een totale capaciteit van meer dan 50 t, met uitsluiting van tijdelijke opslag, voorafgaande aan inzameling, op de plaats van productie).
- Voor paragraaf 3.5.11 geldt: het bedrijf valt sowieso onder paragraaf 3.7.1/3.5.6. Dus gelden naast de vergunningplicht ook de opslagregels van paragraaf 4.52 Bal. 'Eventueel in vergunning' betekent dat in de vergunning aanvullende of afwijkende regels kunnen staan.
- Voor een bedrijf dat onder paragraaf 3.3.10 valt, gelden de regels van paragraaf 4.52 Bal niet. De vergunning is voor het regelen van de opslag.