Afvalvoorschriften autodemontage en tweewielerdemontage (paragraaf 4.47 Bal)
Voor de milieubelastende activiteit Autodemontage en tweewielerdemontage gelden afvalvoorschriften uit paragraaf 4.47 van het Besluit activiteiten leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bal). Het gaat onder andere om voorschriften over het aftappen van vloeistoffen, te demonteren onderdelen, de opslag van het afval, de afvoer van wrakken en een certificaat van vernietiging.
Wanneer de regels gelden
In hoofdstuk 3 en 4 van het Bal staat of de regels gelden. De regels gelden als:
- uw activiteit onder het toepassingsbereik van paragraaf 4.47 valt en
- uw activiteit ook valt onder paragraaf 3.5.1 Autodemontagebedrijf en tweewielerdemontagebedrijf
Aftappen vloeistoffen en demonteren onderdelen binnen 2 weken
Het demontagebedrijf moet binnen 2 weken na ontvangst van een autowrak of een wrak van een tweewielig motorvoertuig vloeistoffen aftappen en onderdelen demonteren. Het gaat om de volgende vloeistoffen en onderdelen:
- vloeistoffen die bodembedreigend zijn (zoals oliën, remvloeistoffen, koelvloeistoffen, ruitensproeiervloeistoffen, airconditioningsvloeistoffen, brandstoffen)
- LPG-tanks, aardgas- en waterstoftanks (oftewel alle tanks met gassen die tot vloeistof zijn gecomprimeerd of verdicht)
- accu's
- oliefilters
- PCB/PCT-houdende condensatoren
- batterijen
- ontplofbare onderdelen die niet geneutraliseerd zijn. Er geldt een uitzondering voor elektrische airbags en gordelspanners. Die kunnen niet geneutraliseerd zijn, maar die mag het bedrijf er ook na 2 weken uithalen.
Olie soms laten zitten
Om een onderdeel opnieuw te kunnen gebruiken, kan het noodzakelijk zijn om de olie in dat onderdeel te laten zitten. Het bedrijf hoeft in dat geval de olie in zo’n onderdeel niet af te tappen en kan het oliefilter weer terugplaatsen.
Andere te demonteren onderdelen van een autowrak
Er moeten ook nog andere onderdelen uit een autowrak (maar niet per se binnen 2 weken):
- katalysatoren
- onderdelen die lood, kwik, cadmium of zeswaardig chroom bevatten
- elektrische airbags en gordelspanners die niet geneutraliseerd zijn
- banden, glas, grote kunststofonderdelen (zoals bumper, instrumentenbord, vloeistoftank)
- metalen onderdelen die koper, aluminium of magnesium bevatten
Banden, glas, grote kunststofonderdelen en metalen mogen soms blijven zitten
Voor banden, glas, grote kunststofonderdelen en metalen geldt een uitzondering. Zo’n materiaal mag blijven zitten als het shredderproces het materiaal scheidt voor recycling.
Onder shredderproces valt de handeling in de shredder (het stuktrekken of versnijden van autowrakken), maar ook de (na)scheidingsstappen erna.
Andere te demonteren onderdelen van een tweewielig wrak
Er moeten ook nog andere onderdelen uit een wrak van een tweewielig motorvoertuig (maar niet per se binnen 2 weken):
- onderdelen die lood, kwik, cadmium of zeswaardig chroom bevatten
- elektrische airbags en gordelspanners die niet geneutraliseerd zijn
Autowrak moet herkenbaar blijven
De identiteit en inhoud van een autowrak moeten herkenbaar blijven. Dat geldt bij het pletten, knippen, snijbranden en andere manieren van verkleinen.
De identiteit van een autowrak is herkenbaar als zichtbaar blijft:
- merk
- type
- voertuigidentificatienummer
- eventuele identificatieobjecten die vanwege een verwerkingssysteem zijn aangebracht
De inhoud van een autowrak blijft herkenbaar als te controleren is of:
- de verplicht af te tappen vloeistoffen en te demonteren onderdelen uit het wrak zijn
- het autowrak geen afval bevat dat niet bij een autowrak hoort
Onderdelen en vloeistoffen uit het wrak moeten gescheiden blijven
Vloeistoffen en onderdelen die binnen 2 weken uit een wrak moeten, moeten gescheiden blijven. Maar alleen als dat nodig is voor voorbereiden voor hergebruik, recycling of andere nuttige toepassing.
Voor andere onderdelen die uit een autowrak moeten, geldt ook een regel over het opslaan.
Het opslaan mag niet zodanig zijn dat het de mogelijkheden beperkt voor voorbereiden voor hergebruik, recycling of andere nuttige toepassingen. Zo zal de opslag beschermd moeten zijn tegen inregenen, als dat inregenen die genoemde mogelijkheden beperkt.
Voor alle afgetapte vloeistoffen en gedemonteerde onderdelen geldt ook het volgende. Het kan zijn dat een vloeistof of onderdeel niet geschikt is voor voorbereiden voor hergebruik, maar er wel een andere vorm van nuttige toepassing mogelijk is. In dat geval moet zo’n vloeistof of onderdeel ook gescheiden blijven. Bovendien moet het bedrijf die vloeistoffen of onderdelen afvoeren naar een bedrijf met een milieuhygiënisch verantwoorde en doelmatige verwerkingsmogelijkheid.
Stapelen van wrakken
Het stapelen van wrakken vóór demontage mag niet. Eerst moeten de vloeistoffen en onderdelen die binnen 2 weken uit een wrak moeten, uit het wrak zijn gehaald.
Daarna mag het stapelen van wrakken van tweewielige motorvoertuigen wel. Dat geldt ook voor het stapelen van autowrakken waarin nog andere te demonteren onderdelen zitten. Wel geldt dan een stapelhoogte van maximaal 2 autowrakken én maximaal 4,5 meter.
Afgifte gedemonteerde autowrakken
Een autowrak mag na het demonteren en aftappen alleen naar een bedrijf toe dat het autowrak met een shredderinstallatie scheidt in metaalschroot en shredderafvalstoffen. Er geldt een uitzondering voor tussenopslaglocaties en instellingen voor oefen- en opleidingsdoeleinden.
Instelling voor oefen- en opleidingsdoeleinden
Een autowrak mag ook eerst naar een instelling voor oefen- en opleidingsdoeleinden (bijvoorbeeld de brandweer), voordat het naar de shredderinstallatie gaat. Het afgeven aan zo’n instelling mag alleen als vloeistoffen en onderdelen die binnen 2 weken uit een wrak moeten uit het wrak zijn gehaald.
Tussenopslag
Een autowrak mag ook eerst naar een tussenopslaglocatie voordat het naar de shredderinstallatie gaat. Het afgeven aan een tussenopslaglocatie mag alleen als alle verplicht af te tappen vloeistoffen en te demonteren onderdelen uit het autowrak zijn. Dat zijn vloeistoffen en onderdelen die binnen 2 weken uit een wrak moeten maar ook andere verplicht te demonteren onderdelen.
Verder moet het demontagebedrijf ervoor zorgen dat:
- op de tussenopslaglocatie geen handelingen plaatsvinden die de identiteit of de inhoud van het autowrak onherkenbaar maken
- het autowrak ná opslag naar een shredderinstallatie gaat
Certificaat van vernietiging autowrakken
Een demontagebedrijf kan een autowrak ontvangen met een buitenlands kenteken van een EU-land. In dat geval moet het demontagebedrijf een certificaat van vernietiging geven aan degene die het wrak afgeeft, als die persoon erom vraagt.
De volgende gegevens moeten in ieder geval op het certificaat staan:
- naam, adres en handtekening van degene die het certificaat van vernietiging afgeeft
- datum van afgifte van het certificaat
- kenteken van het autowrak, inclusief de kenletters van het land
- categorie van voertuigen waar het autowrak onder valt, met het merk en model van het autowrak
- voertuigidentificatienummer van het autowrak
- naam, adres, nationaliteit en handtekening van de eigenaar of houder van het afgegeven autowrak
Het demontagebedrijf moet ook het kentekenbewijs van het autowrak bij het certificaat voegen. Als het kentekenbewijs niet aanwezig is, moet het certificaat dat vermelden.
Let op: er gelden ook andere voorschriften
Naast afvalvoorschriften gelden ook andere voorschriften. Deze vindt u op de pagina Inhoudelijke regels autodemontage en tweewielerdemontage.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.