Inhoudelijke regels water betoncentrale (paragraaf 4.8 Bal)
Voor een betoncentrale gelden regels over water uit paragraaf 4.8 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Alleen het spoelwater afkomstig van het reinigen van installatieonderdelen voor het maken van betonmortel en het inwendig reinigen van voertuigen waarin betonmortel is vervoerd, mag geloosd worden.
Wanneer de regels gelden
In hoofdstuk 3 en 4 van het Bal staat of de regels van toepassing zijn. De regels gelden als:
- de activiteit onder het toepassingsbereik van paragraaf 4.8 van het Bal valt, en
-
de activiteit onder paragraaf 3.4.5 Minerale producten industrie valt
Opnieuw gebruiken spoelwater
Om de hoeveelheid te lozen afvalwater te beperken wordt het spoelwater opnieuw gebruikt (artikel 4.139 van het Bal). Het spoelwater kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor het aanmaken van de betonmortel, waarmee lozingen kunnen worden voorkomen of beperkt.
Lozingsroutes
De voorgeschreven lozingsroute voor het afvalwater afkomstig van het reinigen van installaties en voorzieningen voor het maken van betonmortel en het inwendig reinigen van voertuigen waarin betonmortel is gemaakt, is een oppervlaktewaterlichaam (artikel 4.140 van het Bal).
De gemeente kan bij maatwerkvoorschrift of vergunningvoorschrift een andere lozingsroute toestaan. In dat geval mag het afvalwater ook via die andere route worden geloosd. Zie voor meer informatie over alternatieve lozingsroutes bij maatwerkvoorschrift of vergunningvoorschrift de pagina Algemene systematiek van lozen in decentrale regels en voorschriften.
Bezinkvoorziening
Bij lozen op het oppervlaktewater wordt het te lozen afvalwater geleid door een voldoende gedimensioneerde bezinkvoorziening (artikel 4.141 van het Bal).
Emissiegrenswaarden op oppervlaktewaterlichaam
Bij het lozen op een oppervlaktewater gelden de volgende emissiegrenswaarden van:
- 100 mg/l voor onopgeloste stoffen
- een zuurgraad van maximaal pH 10
Deze worden gemeten in een steekmonster (artikel 4.141 van het Bal).
Het moet mogelijk zijn om het afvalwater doelmatig te bemonsteren. Daarom moet het monsternamepunt goed toegankelijk zijn en in goede staat verkeren. Dit volgt uit de specifieke zorgplicht.
Meetmethode
Het Bal bevat voor deze activiteit geen verplichting tot bemonsteren. Maar als deze activiteit wordt bemonsterd, gelden de volgende normen:
- Voor het bemonsteren van afvalwater geldt NEN 6600-1. Het monster wordt niet gefiltreerd. Bij het analyseren van een monster worden onopgeloste stoffen meegenomen.
- Voor het conserveren van een monster geldt NEN-EN-ISO 5667-3.
- Op het analyseren van een monster is voor onopgeloste stoffen NEN-EN 872 van toepassing.
Meer informatie over bemonsteren is te vinden op de pagina Meten, bemonsteren en analyseren afvalwater.
Riooltekening
De initiatiefnemer moet een riooltekening hebben waar duidelijk op staat:
- op welke punten welk afvalwater wordt geloosd
- of de lozingspunten zijn aangesloten op het eigen vuilwaterriool of een schoonwaterriool
- op welke lozingsroutes het eigen vuilwaterriool en het schoonwaterriool uitkomen
Andere inhoudelijke regels
Naast regels over water gelden ook andere regels. Deze vindt u op de pagina Inhoudelijke regels betoncentrale.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.