Toepassingsbereik, melding en luchtvoorschriften crematorium (paragraaf 4.54 Bal)

Let op: deze regels gelden alleen als het gaat om een activiteit die valt onder paragraaf 3.7.4 Crematorium.

Toepassingsbereik: dit valt eronder

De regels in paragraaf 4.54 gelden voor crematoria. Het gaat hierbij zowel om humane crematoria als dierencrematoria.

Melding

Het is verboden deze activiteit te starten zonder dit ten minste 4 weken van tevoren te melden. De melding bevat alleen algemene gegevens. Zie hiervoor Meldingsplicht milieuregels Bal.

Verbod verbranden metalen en kunststoffen

Kisten bekleed met lood en zink mogen niet worden verbrand. Metalen en kunststofonderdelen moeten voor verbranding zijn verwijderd.

Eisen voor goede verbranding

Voor een goede en volledige verbranding moet een crematieoven aan de volgende eisen voldoen:

• Een crematieoven moet een naverbrandingsruimte hebben. In deze ruimte moeten de rookgassen uit de hoofdkamer met een naverbrander worden naverbrand.
• De afgassen in de naverbrandingsruimte moeten een verblijftijd hebben van minimaal 1,5 seconde bij een temperatuur van minimaal 800 °C. Hiervoor moet de brander een automatische regeling hebben.
• In de naverbrandingsruimte moeten rookgassen zo worden gemengd dat ze zo volledig mogelijk verbranden.
• Het zuurstofgehalte in de naverbrandingsruimte is minimaal 6%. Een kortdurende onderschrijding is toegestaan. Maar alleen als dit niet langer dan een minuut duurt en het zuurstofgehalte boven de 3% blijft.
• Om de vorming van stikstofoxiden bij de verbranding van gas tegen te gaan is een Low-NOx-brander verplicht. Dit geldt voor de brander in de oven en voor de brander in de naverbrandingsruimte.
• De temperatuur en het zuurstofgehalte in de naverbrandingsruimte moeten continu worden gemeten en geregistreerd.
• 6 maanden na ingebruikname van de crematieoven, en daarna jaarlijks, vindt controle van de goede werking van de oven plaats. Die controle gebeurt door een onderneming met een certificaat voor de deelregeling voor inspectie en onderhoud van stookinstallaties.

Logboek

Er moet een logboek aanwezig zijn, en worden bijgehouden, met daarin:

• de onderhoudsresultaten en controleresultaten van de crematieoven
• de meetwaarden (temperatuur en zuurstofgehalte) in de naverbrandingsruimte
• opgetreden storingen of andere onregelmatigheden met invloed op de luchtemissie. Hierbij moet de datum, tijdstip en aard van de storing staan. En welke acties zijn getroffen om de storing ongedaan te maken en in de toekomst te voorkomen.

Emissie kwik en kwikverbindingen

Emissies van kwik komen alleen voor bij een crematorium voor mensen.

Maatregelen voor het beperken van de emissie

Een maatregel voor het reduceren van de emissie van kwik en kwikverbindingen is het afvoeren van de vrijkomende verbrandingsgassen door een adsorptiemedium en een geschikte filtrerende afscheider. Met deze maatregel voldoet het bedrijf aan de emissiegrenswaarde voor kwik en kwikverbindingen.

Bij het ontwerp, de uitvoering en het onderhoud van het adsorptiemedium en de filtrerende afscheider moet rekening worden gehouden met:

• het voorkomen van dioxinevorming en furanenvorming in het filter
• het afvangen van de in de afgassen aanwezige dioxinen en furanen

Furanen en dioxinen zijn net als kwik Zeer Zorgwekkende Stoffen Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).

Emissiegrenswaarde

De emissiegrenswaarde voor kwik en kwikverbindingen, berekend als Hg, is maximaal 0,05 g/Nm3. Deze emissiegrenswaarde geldt niet als de emissievracht niet meer bedraagt dan 0,075 kg/jaar (artikel 4.638 lid 2 Bal).

Emissie totaalstof (crematieoven voor dieren)

De emissiegrenswaarde voor stof geldt alleen voor dierencrematoria. Dit is nodig omdat de emissiegrenswaarde voor kwik en de nageschakelde technieken niet gelden voor dierencrematoria.

Maatregelen voor het beperken van de emissie

Een maatregel voor het beperken van stofemissie is het afvoeren van de vrijkomende verbrandingsgassen door een geschikte filtrerende afscheider. Met deze maatregel voldoet het dierencrematorium aan de emissiegrenswaarde voor totaal stof.

Inzamelen stof

Het afgevangen stof uit de filtrerende afscheider wordt afgegeven aan een erkende inzamelaar.

Emissiegrenswaarde

De emissiegrenswaarde voor totaalstof bij een crematieoven voor dieren is 5 mg/Nm³. Deze emissiegrenswaarde geldt niet als de emissie van totaalstof niet meer is dan 100 kg/jaar (artikel 4.642 lid 2 Bal).

Toezicht: maatregelen of meetplicht

De toezichthouder controleert of het bedrijf de maatregelen voor het beperken van emissie van kwik en totaalstof in de lucht voldoende toepast. Dit staat in (artikel 4.638 en artikel 4.642 van het Bal. Is dit niet het geval, dan toont het bedrijf met een eenmalige meting aan dat het voldoet aan de emissiegrenswaarde voor kwik of totaalstof. De meting moet voldoen aan de eisen uit artikel 4.645 van het Bal. Dit zijn vergelijkbare eisen als voor een meting voor luchtvoorschriften. Die  staan in hoofdstuk 5 van het Bal.

Crematieoven is een stookinstallatie

Een crematieoven is een stookinstallatie en valt dus ook onder paragraaf 3.2.1 stookinstallaties  en paragraaf 4.31 Kleine en middelgrote stookinstallaties voor standaard brandstoffen. Daarom moet een crematieoven ook voldoen aan de eisen voor keuring en onderhoud van een stookinstallatie. De emissiegrenswaarden gelden niet. Dit volgt uit artikel 4.431h van het Bal.