Emissiearme stal pluimvee ammoniak
Een stal voor pluimvee moet emissiearm zijn voor fijnstof en ammoniak. Dit betekent dat de uitstoot van ammoniak en fijnstof minder is dan uit een traditionele stal. Deze eisen staan in paragraaf 4.82 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Op deze pagina staat de uitleg voor ammoniak.
Wanneer de regels van toepassing zijn
In hoofdstuk 3 en 4 van het Besluit activiteiten leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bal) staat of de regels van toepassing zijn. De regels voor emissiearme stallen gelden in de volgende gevallen:
- Er is sprake van een veehouderij die onder paragraaf 3.6.1 van het Bal valt.
- Er worden meer dan 500 kippen, 10 vleeskalkoenen of 10 vleeseenden (zie artikel 4.806 Bal) gehouden.
Let op: Er is sprake van een veehouderij bij het houden van meer dan 350 kippen of in totaal meer dan 25 kalkoenen en eenden. Dit staat in artikel 3.200 van het Bal. Een stal moet emissiearm zijn bij het houden van meer dan 500 kippen of meer dan 10 vleeskalkoenen of meer dan 10 vleeseenden. Dit staat in artikel 4.806 van het Bal.
Welke emissiegrenswaarde voor ammoniak geldt
De emissiegrenswaarden voor ammoniak staan in artikel 4.820 van het Bal. Welke grenswaarde geldt, is afhankelijk van het moment dat de stal is gebouwd en klaar is voor gebruik. Soms geldt de emissiegrenswaarde ook voor een uitloop.
Diercategorie |
A (stal gebouwd op of na 1 april 2008 en voor 1 juli 2015) |
B (stal gebouwd op of na 1 juli 2015 en voor 1 januari 2020 of stal gebouwd op of na 1 januari 2020 bij een niet-IPPC-bedrijf) |
C (stal gebouwd op of na 1 januari 2020 bij een IPPC-bedrijf) |
---|---|---|---|
Opfokhennen en hanen van legkippen jonger dan 18 weken: batterijhuisvesting zonder geïntegreerde droogtunnel |
0,006 | 0,006 | 0,006 |
Opfokhennen en hanen van legkippen jonger dan 18 weken: batterijhuisvesting met geïntegreerde droogtunnel |
0,016 | 0,016 | 0,016 |
Opfokhennen en hanen van legkippen jonger dan 18 weken: niet-batterijhuisvesting |
- | 0,110 | 0,051 |
Legkippen van 18 weken en ouder | 0,125 | 0,068 | 0,068 |
Ouderdieren van legkippen van 18 weken en ouder | 0,150 | 0,150 | 0,150 |
Ouderdieren van vleeskuikens in opfok, jonger dan 19 weken | - | 0,183 | 0,183 |
Ouderdieren van vleeskuikens van 19 weken en ouder | 0,435 | 0,435 | 0,435 |
Vleeskuikens | 0,045 | 0,035 | 0,024 |
Vleeskalkoenen mechanisch geventileerde stal | - | 0,49 | 0,49 |
Vleeskalkoenen natuurlijk geventileerde stal | - | - | 0,49 |
Kolom A in plaats van kolom B
Voor een stal die is gebouwd op of na 1 juli 2015, geldt soms kolom A in plaats van kolom B. Dit is zo in de volgende gevallen:
- De stal was op 1 juli 2015 nog niet gebouwd, maar de omgevingsvergunning bouwen is wel verleend. Als de stal uiterlijk op 30 september 2016 klaar voor gebruik was, dan geldt kolom A en niet kolom B.
- De stal was op 1 juli 2015 nog niet gebouwd, maar op die datum was wel een aanvraag voor de omgevingsvergunning bouwen ingediend. Als de stal dan binnen 15 maanden na vergunningverlening klaar voor gebruik was, geldt kolom A en niet kolom B.
Wanneer is de emissie laag genoeg
De verschillende soorten stallen (huisvestingssystemen) en aanvullende technieken staan in bijlage V en VI van de Omgevingsregeling. De emissie vanuit de stal is gelijk aan de emissiefactor die staat in bijlage V. Deze emissie kan worden verlaagd door extra technieken die de emissie reduceren. Er zijn rekenregels om de emissie te berekenen.
Wanneer de stal niet emissiearm hoeft te zijn voor ammoniak
De eis van minder ammoniak geldt niet in de volgende situaties:
- De stal wordt gebruikt om dieren biologisch te houden.
- De stal is gebouwd voor 1 januari 2007 en er zijn andere stallen die de ammoniak meer verminderen dan verplicht is. Dit heet intern salderen.
- De stal wordt gebruikt voor het houden van legkippen of grootouderdieren in koloniehuisvesting of in verrijkte kooien.
- De stal heeft een uitloop voor kippen en deze is niet nodig om te voldoen aan de eis voor het leefoppervlak per kip. Voor de uitloop geldt de eis dan niet.
Intern salderen
Intern salderen betekent dat sommige stallen niet emissiearm zijn en andere stallen meer ammoniak reduceren dan verplicht is. Dus de emissiearme stallen compenseren de niet-emissiearme stallen. Alleen een stal die is opgericht vóór 1 januari 2007, mag worden gecompenseerd met een andere stal. Intern salderen staat in artikel 4.833 van het Bal.
Moet een uitloop emissiearm?
Of een uitloop emissiearm moet, hangt af van het gebruik van de uitloop. Maakt de uitloop wel of niet deel uit van de leefruimte.
Uitloop maakt geen deel uit van de leefruimte
Een uitloop hoeft niet emissiearm te zijn als de oppervlakte van die uitloop geen deel uitmaakt van de leefruimte die per dier nodig is. De uitloop geeft extra bewegingsruimte aan de kippen. Deze uitzondering staat in artikel 4.820 lid 4 van het Bal. De leefruimte staat in het Besluit houders van dieren. Het gaat om de vereiste bruikbare oppervlakte.
Uitloop maakt deel uit van de leefruimte
Een uitloop moet emissiearm zijn als de oppervlakte van die uitloop deel uitmaakt van de leefruimte die per dier nodig is. Het totaal aantal dieren is dan bepaald op basis van de oppervlakte van de stal, inclusief de overdekte uitloop (of een deel daarvan).
Leghennen
Bij leghennen is het mogelijk om een overdekte uitloop toe te passen waarvan de oppervlakte meetelt als leefruimte. Bij leghennen mag de overdekte uitloop meetellen als leefruimte bij volière- en traditionele scharrelhuisvesting (grondhuisvesting). Van belang is dan dat de verhouding tussen strooisel- en roostervloer overeenkomt met die in de systeembeschrijving van het emissiearme stalsysteem.
Plateauroosters geen leefruimte
Bij volièrehuisvesting worden soms plateauroosters gebruikt. Deze tellen niet meer bij de oppervlakte van de leefruimte als er geen voorzieningen zijn om de mest op te vangen. De mest komt neer op de dieren die eronder zitten. Zie de uitspraak zaaknummer AWB 14/2157 van de rechtbank.
Vleeskuikens
Bij vleeskuikens is het mogelijk om een overdekte uitloop toe te passen waarvan de oppervlakte meetelt als leefruimte. Bij vleeskuikens past de veehouder meestal een techniek toe om de strooiselmest snel te kunnen drogen. Als de oppervlakte van de uitloop ook meetelt als leefruimte, is luchtcirculatie over het strooisel in de uitloop nodig. Deze luchtcirculatie in de uitloop moet overeenkomen met de gebruikseisen in de systeembeschrijving van het emissiearme stalsysteem. Dit betekent het plaatsen van steun- of recirculatieventilatoren in de uitloop. Emissiearme stalsystemen met het opwarmen van lucht zijn niet logisch in de uitloop.
Meer informatie
Meer informatie over leefruimte en de relatie tussen welzijns- en milieuregelgeving staat in het WUR-rapport Informatiedocument leefoppervlaktes.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.