Huisvestingssystemen stal
Een stal heeft een huisvestingssysteem en soms een aanvullende techniek. Een huisvestingssysteem is het deel van de stal waarin dieren van 1 diercategorie op dezelfde wijze worden gehouden. In 1 stal kunnen meerdere huisvestingssystemen zitten.
Welke huisvestingssystemen er zijn
De huisvestingssystemen staan in bijlage V van de Omgevingsregeling. De indeling van de huisvestingssystemen staat in de tabel hieronder. In bijlage V staat per huisvestingssysteem:
- de code, de naam en het nummer van de systeembeschrijving
- de emissiefactor voor ammoniak, geur en fijnstof
Let op
- Luchtwassers waren voorheen aangemerkt als huisvestingssysteem. Ze staan nu op de lijst met aanvullende technieken. Deze staan in bijlage VI van de Omgevingsregeling.
- Bij inwerkingtreding van de Omgevingswet hebben alle huisvestingssystemen een nieuwe code gekregen. Alle codes beginnen met een H. Een tabel met nieuwe en oude codes vindt u op de pagina Conversietabel OW- naar Rav-code bijlage V van de Omgevingsregeling.
Stalsysteem met warmtewisselaar in combinatie met warmtewisselaar als aanvullende techniek
Stalsysteem OW 2010.13.V1 is een stalsysteem met een warmtewisselaar. Dit stalsysteem heeft standaard een warmtewisselaar die fijnstof met 13% reduceert, maar kan ook worden toegepast met een warmtewisselaar met een hogere reductie. De emissiefactor voor ammoniak blijft dan hetzelfde en het verwijderingspercentage voor fijnstof wordt hoger. Het bedrijf moet dan aan de systeembeschrijving OW 2010.13.V1 voldoen. En voor de warmtewisselaar aan systeembeschrijving OW 2021.01.V1, die hoort bij de warmtewisselaar. Het is van belang dat er altijd interne luchtcirculatie aanwezig is (zie OW 2010.13.V1) en de warmtewisselaar aan blijft staan tot het eind van de productieperiode.
Minimoederdieren
Mini-ouderdieren van vleeskuikens (minimoederdieren) vallen in categorie HE4 (grootouderdieren van vleeskuikens). Deze mini-ouderdieren van vleeskuikens kunnen ook worden gehuisvest in een huisvestingssysteem van diercategorie HE2 (legkippen). Het bevoegd gezag kan met maatwerk een stalsysteem uit de categorie HE2 toestaan. Voorheen was dit geregeld met voetnoot 23 in de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav).
Mini-ouderdieren zijn ouderdieren voor trager groeiende vleeskuikens. Het eindgewicht van de hennen van een koppel mini-ouderdieren is gemiddeld maximaal 2.400 gram. De bezetting van hennen en hanen samen geeft een beschikbaar leefoppervlak per dier van minimaal 1.200 cm2.
Meer informatie over huisvestingssystemen
- Emissiearme vloeren bij rundvee
- Technisch informatiedocument 'Schuine wanden in stallen voor varkens'
- Technisch informatiedocument 'Afvoersystemen voor de varkenshouderij'
- Informatiedocument leefoppervlaktes: Relatie tussen welzijns- en milieuregelgeving, WUR (2015)
Indeling huisvestingssystemen in bijlage V van de Omgevingsregeling
Code |
Hoofdcategorie en diercategorie |
---|---|
A |
Rundvee |
HA1 |
Diercategorie melk- en kalfkoeien van 2 jaar en ouder (inclusief kalveren jonger dan 14 dagen) |
HA2 |
Diercategorie vrouwelijk jongvee jonger dan 2 jaar Diercategorie fokstieren jonger dan 2 jaar |
HA3 |
Diercategorie vleeskalveren jonger dan 1 jaar |
HA4 |
Diercategorie zoogkoeien van 2 jaar en ouder (inclusief ongespeende kalveren) |
HA5 |
Diercategorie overig vleesvee vanaf spenen en jonger dan 2 jaar |
HA6 |
Diercategorie overig rundvee van 2 jaar en ouder |
B |
Schapen |
HB1 |
Diercategorie schapen van 1 jaar en ouder (inclusief lammeren) |
C |
Geiten |
HC1 |
Diercategorie geiten van 1 jaar en ouder |
HC2 |
Diercategorie geiten vanaf 61 dagen tot 1 jaar |
HC3 |
Diercategorie geiten tot 61 dagen |
D |
Varkens |
HD1 |
Diercategorie gespeende biggen minder dan 25 kg |
HD2 |
Diercategorie kraamzeugen (inclusief biggen tot spenen) |
HD3 |
Diercategorie guste en dragende zeugen |
HD4 |
Diercategorie dekberen van 7 maanden en ouder |
HD5 |
Diercategorie vleesvarkens van 25 kg en meer Diercategorie opfokberen van 25 kg meer en jonger dan 7 maanden Diercategorie opfokzeugen van 25 kg en meer |
E |
Kippen |
HE1 |
Diercategorie opfokhennen en -hanen van legkippen jonger dan 18 weken |
HE2 |
Diercategorie legkippen van 18 weken en ouder Diercategorie ouderdieren van legkippen van 18 weken en ouder |
HE3 |
Diercategorie ouderdieren van vleeskuikens in opfok jonger dan 19 weken |
HE4 |
Diercategorie ouderdieren van vleeskuikens van 19 weken en ouder |
HE5 |
Diercategorie vleeskuikens |
F |
Parelhoenders |
HF1 |
Diercategorie vleesparelhoenders |
G |
Kalkoenen |
HG1 |
Diercategorie ouderdieren van vleeskalkoenen jonger dan 6 weken |
HG2 |
Diercategorie ouderdieren van vleeskalkoenen van 6 en ouder en jonger dan 30 weken |
HG3 |
Diercategorie ouderdieren van vleeskalkoenen van 30 weken en ouder |
HG4 |
Diercategorie vleeskalkoenen |
H |
Eenden |
HH1 |
Diercategorie ouderdieren van vleeseenden |
HH2 |
Diercategorie vleeseenden |
I |
Struisvogels |
HI1 |
Diercategorie struisvogels jonger dan 4 maanden |
HI2 |
Diercategorie struisvogels van 4 maanden en ouder en jonger dan 12 maanden |
HI3 |
Diercategorie struisvogels van 12 maanden en ouder |
K |
Konijnen |
HK1 |
Diercategorie voedster |
HK2 |
Diercategorie vlees- en opfokkonijnen tot dekleeftijd |
L |
Paarden |
HL1 |
Diercategorie paarden van 3 jaar en ouder |
HL2 |
Diercategorie paarden jonger dan 3 jaar |
HL3 |
Diercategorie pony's van 3 jaar en ouder |
HL4 |
Diercategorie pony's jonger dan 3 jaar |