OW 2001.10 - Stalbeschrijving legkippen

Systeembeschrijving grondhuisvesting met mestbeluchting via buizen onder de beun.

Versienummer: OW 2001.10.V1 van januari 2024.

Op deze pagina

Diercategorie

Legkippen van 18 weken en ouder en ouderdieren van legkippen van 18 weken en ouder (HE2.2.3).

Emissiefactoren

Voor de emissiefactoren van het huisvestingssysteem, zie bijlage V van de Omgevingsregeling.

Werkingsprincipe

Ammoniakemissiebeperking is gebaseerd op het drogen van de mest in de mestopslag onder de roostervloer. Droging vindt plaats door met behulp van buizen lucht over de mest te blazen.

Uitvoeringseisen systeem

De technische uitvoering van het systeem; bouwkundig

Geen bijzonderheden.

De technische uitvoering van het systeem; technische voorzieningen

Huisvestingsvorm

Grondhuisvesting (dieren kunnen zich vrij bewegen tussen de beun met roosters en de strooiselvloer).

Vloeruitvoering

maximaal 2/3 deel van het leefoppervlak is uitgevoerd als roostervloer
minimaal 1/3 deel van het leefoppervlak is uitgevoerd als strooiselvloer

Voer en drinkwater / zitstokken

Voorzieningen aangebracht boven de roostervloer.

Mestopslagruimte

Aanwezig onder de roostervloer.

Beluchting

Mestbeluchting aanwezig, via buizen wordt lucht over het mestoppervlak geblazen waarbij het gehele mestoppervlak in contact met lucht wordt gebracht.
Aanvoer lucht naar de mestopslag via buizen onder de roostervloer.
- de maximale afstand tussen de buizen is 3 meter
- de buis blaast 2 zijden op zodat de luchtafstand maximaal 1,5 meter is
Beluchting evenwijdig aan de legnesten:

- tussen legnest en strooiselvloer ten minste 2 buizen (bij voorkeur aangebracht onder de voerlijnen)

beluchting dwars op de legnesten:
Afstand tussen rand strooiselvloer en eerste buis is maximaal 500 mm.
Buizen zijn verticaal beweegbaar opgehangen.

Registratieapparatuur

De volgende registratieapparatuur dient aanwezig te zijn:

temperatuurmeter voor het meten van de temperatuur van de beluchtingslucht, meten in het hoofdtoevoerkanaal van de beluchting;
apparatuur voor het registreren van het aanstaan van de beluchting (urenteller, kWh-meter, toerenteller of meetventilator);
apparatuur voor het meten van de capaciteit van de beluchting, meten aan het begin van de beluchtingsbuizen onder de roostervloer

Gebruikseisen systeem

Leefoppervlak
Beluchtingscapaciteit
Temperatuur drooglucht
Niveau beluchtingsbuizen
Registratie

Leefoppervlak

Het leefoppervlak is minimaal 1.111 cm² per dier bij opzet. Maximaal 9 dieren per m².

Beluchtingscapaciteit

De beluchtingscapaciteit is minimaal 1,2 m³ per dier per uur.

Temperatuur drooglucht

De temperatuur van de drooglucht is minimaal 20 °C.

Niveau beluchtingsbuizen

De buizen hangen circa 200 mm boven het mestoppervlak.

Registratie

Ten behoeve van een controle op de werking van het droogsysteem moeten de volgende gegevens automatisch worden geregistreerd:

de temperatuur van beluchtingslucht
het aan staan van de beluchting
de capaciteit van de beluchting

Van de geregistreerde waarden moet tijdens de controle een uitdraai van de huidige en vorige productieperiode opvraagbaar zijn.

Emissiefactor

Voor de emissiefactor van het huisvestingssysteem, zie bijlage V van de Omgevingsregeling.

Meetrapporten

PP-uitgave no. 81 van ASG (www.pv.wur.nl).

Afbeeldingen

Een doorsnede en plattegrond van een systeem voor beluchting evenwijdig aan de legnesten. Zie de begeleidende tekst voor een beschrijving. — Beluchting evenwijdig aan de legnesten

Beschrijving van afbeelding van beluchting evenwijdig aan de legnesten

Het plaatje toont 2 tekeningen en een legenda aan de rechterkant. De bovenste 2 tekeningen zijn doorsnedes, de onderste tekening is een plattegrond.

Doorsnedes

De eerste tekening bovenaan is een doorsnede van een kippenhok met een verdiepte kelder. In het midden van het hok ziet u een rechthoekige structuur, dit is het legnest (1) waar kippen eieren leggen. Het legnest is toegankelijk vanuit de bovenkant. Aan beide zijden van het legnest zijn twee rijen met horizontale lijnen, dit zijn de roosters of zitstokken (2) waar de kippen op kunnen rusten. Boven de roosters zijn kleine driehoekjes die vogels voorstellen, wat aangeeft dat dit de plek is waar de kippen zullen zitten. De roosters bevinden zich boven de verdiepte kelder die voor mestopslag (4) is bedoeld. De randen van het hok, aan beide uiteinden van de tekening, zijn aangeduid als strooiselruimte (3), wat de gebieden zijn waar kippen kunnen scharrelen. Boven in het hok, aan beide uiteinden, zijn halfronde vormen die de beluchtingsbuizen (5) voorstellen.

De 2^e tekening is vergelijkbaar met de 1e, maar toont een variant met een vlakke vloer in plaats van een verdiepte kelder. De locatie van het legnest, de roosters, de strooiselruimte en de beluchtingsbuizen is hetzelfde.

Plattegrond

De plattegrond toont de indeling van bovenaf. In het midden van de plattegrond ziet u twee grote rechthoekige gebieden met strepen, dit zijn de roosters (2). Tussen de twee roostergebieden in is een leeg vierkant, dit is de locatie van het legnest (1). Rondom de roosters en het legnest is een groter rechthoekig gebied dat de strooiselruimte (3) voorstelt. De voorruimte aan de onderkant van de plattegrond is gelabeld en bedoeld voor het verzamelen van eieren, eieropslag en een hygiënesluis.

De legenda aan de rechterkant van het plaatje geeft een overzicht van deze nummers en hun corresponderende onderdelen in het kippenhok.

Luchtcirculatie

De pijlen in de tekeningen geven de richting van de luchtstroom aan, die door het hok beweegt om frisse lucht te verschaffen. De pijlen wijzen vanaf de beluchtingsbuizen (5) naar beneden richting de vloer aan beide kanten van het hok.

3d-tekening van een systeem voor beluchting dwars op de legnesten. Zie de begeleidende tekst voor een beschrijving. — Beluchting dwars op de legnesten

Beschrijving van afbeelding van beluchting dwars op de legnesten

Deze afbeelding toont een driedimensionaal model van de binnenkant van een kippenhok. Centraal in het beeld is een groot, plat object dat lijkt op een brug of platform. Dit zijn roosters waar de kippen op kunnen zitten.

Aan beide zijden van de roosters is een scharrelruimte. Midden op de roosters staat een verhoogd, huisachtig object. Dit is het legnest waar kippen hun eieren leggen. Onder de roosters is een gele strook. Dit is de mestopslag, waar de mest van de kippen wordt verzameld.

Onder het legnest loopt een donkerblauwe buis. Dit is het luchtkanaal. Vanuit het luchtkanaal loopt een blauwe beluchtingsbuis onder de roosters door. Deze verspreidt lucht vanuit het midden van het hok naar de overige delen.

Vorige versie

Beschrijving BWL 2001.10.V2 van oktober 2012.