OW 2001.13 - Stalbeschrijving gespeende biggen
Systeembeschrijving van een schuine putwand met een emitterende mestoppervlak ten hoogste 0,07 m2, ongeacht groepsgrootte.
Versienummer: OW 2001.13.V1 van januari 2024.
Inhoud
- Diercategorie
- Emissiefactoren
- Werkingsprincipe
- De technische uitvoering van het systeem: bouwkundig
- De technische uitvoering van het systeem: technische voorzieningen
- Gebruikseisen systeem
- Meetrapporten
- Afbeeldingen
- Vorige versie
Diercategorie
Gespeende biggen minder dan 25 kg (HD1.6.1).
Emissiefactoren
Voor de emissiefactoren van het huisvestingssysteem, zie bijlage V van de Omgevingsregeling.
Werkingsprincipe
Ammoniakemissiebeperking is gebaseerd op het beperken van hokemissie en putemissie. Vermindering van hokemissie vindt plaats door een sturing in het mestgedrag in combinatie met het toepassen van goed doorlatende roosters op de mestplaats. Beperking van de putemissie vindt plaats door het verkleinen van het emitterend mestoppervlak middels het toepassen van een gedeeltelijk roostervloer met een (water- en) mestkanaal.
De technische uitvoering van het systeem: bouwkundig
- Vloeruitvoering
- Waterkanaal
- Mestkanaal
- Emitterend oppervlak mestkanaal
- Waarborg emitterend oppervlak
- Aflaat kanalen
Vloeruitvoering
-
Voor de vloeruitvoering zijn er 2 opties: 1. Een gedeeltelijk roostervloer met aan de voorzijde van het hok een hellende dichte vloer en aan de achterzijde een roostervloer boven het mestkanaal. 2. Een dichte bolle vloer met aan de voorzijde een roostervloer boven het waterkanaal en aan de achterzijde een roostervloer boven het mestkanaal
- Er is minimaal 0,12 m² dichte vloer per dierplaats.
Waterkanaal bij bolle vloer
- Het roosteroppervlak boven het waterkanaal is niet groter dan het roosteroppervlak boven het mestkanaal.
- Er mogen 1 of 2 schuine wanden worden aangebracht.
- De helling van de schuine wand t.o.v. putvloer is minimaal 45°.
- De uitvoering van de schuine wand is volgens het technisch informatiedocument ‘Schuine wanden in stallen voor varkens’.
- Er is geen open verbinding met het mestkanaal of met andere kanalen.
- Het wateroppervlak is maximaal 600 mm breed bij een waterniveau van 50 mm.
- Het kanaal is waterdicht uitgevoerd.
Mestkanaal
- Het mestkanaal is voorzien van metalen driekant roosters.
- De breedte van het mestkanaal is minimaal 600 mm.
- Er mogen 1 of 2 schuine wanden worden aangebracht.
- Bij aanwezigheid van 1 schuine wand moet deze tegen de dichte vloer zijn aangebracht.
- De helling t.o.v. putvloer minimaal 45° bij de schuine wand tegen dichte vloer en minimaal 60° bij de schuine wand tegen achterwand.
- De uitvoering van de schuine wand is conform het technisch informatiedocument 'Schuine wanden in stallen voor varkens'.
- Er is geen open verbinding met andere kanalen.
- De hoogte van het mestniveau is bij toepassing schuine wand(en) gerelateerd aan het emitterend oppervlak.
Emitterend oppervlak mestkanaal
Maximaal 0,07 m² per dierplaats.
Waarborg emitterend oppervlak
- Een overloop is verplicht bij het toepassen van schuine wand(en) in het mestkanaal.
- De uitvoering van de overloop is conform het hoofdstuk 'overloop in mestkanalen' uit technisch informatiedocument 'Afvoersystemen voor de varkenshouderij'
Aflaat kanalen
- De diameter van de afvoeropeningen is minimaal 150 mm, bij mestpannen minimaal 110 mm.
- De diameter van de afvoerleiding is 200 mm.
- Een aflaat waterkanaal is aanwezig, uitvoering volgens hoofdstuk 'aflaat waterkanaal' uit het technisch informatiedocument 'Afvoersystemen voor de varkenshouderij'.
- Er is een rioolsysteem voor het aflaat mestkanaal, uitvoering conform hoofdstuk rioolsysteem uit het technisch informatiedocument 'Afvoersystemen voor de varkenshouderij'.
De technische uitvoering van het systeem: technische voorzieningen
De plaatsing van het voersysteem is boven de dichte vloer en / of het waterkanaal.
Gebruikseisen systeem
- Aflaatfrequentie mestkanaal
- Overloop
- Reiniging schuine wand
- Aflaatfrequentie waterkanaal
- Waterniveau waterkanaal
Aflaatfrequentie mestkanaal
-
De aflaat gebeurt in ieder geval na afloop van elke productieronde en, indien van toepassing, tijdens de productieronde bij het bereiken van het maximaal toegestane emitterend oppervlak.
-
Het afvoeren van mest gaat frequent en restloos.
Overloop
Een overloop is een noodvoorziening, deze mag niet permanent als mestafvoerleiding functioneren.
Reiniging schuine wand(en)
De reiniging van de schuine wand(en), indien aanwezig, gebeurt na afloop van elke productieronde.
Aflaatfrequentie waterkanaal
Het aflaten van het waterkanaal gebeurt, indien aanwezig, na afloop van elke productieronde.
Waterniveau waterkanaal (indien aanwezig)
Het waterniveau van het waterkanaal is, indien aanwezig, minimaal 50 mm na het reiniging van het kanaal en voor aanvang van een nieuwe productieronde.
Meetrapporten
Proefverslag P 4.31 van ASG (www.pv.wur.nl).
Afbeeldingen
Let op: deze afbeeldingen voldoen niet aan de eisen voor digitale toegankelijkheid. Ervaart u hierdoor problemen? Neem dan contact met ons op voor een passende oplossing.
Vorige versie
Beschrijving BWL 2001.13.V2 van september 2013.