OW 2001.18 - Stalbeschrijving kraamzeugen
Systeembeschrijving van schuiven in een mestgoot.
Versienummer OW 2001.18.V1 van januari 2024.
Op deze pagina
- Diercategorie
- Emissiefactoren
- Korte omschrijving van het stalsysteem
- Eisen aan de uitvoering
- Eisen aan het gebruik
- Nadere bijzonderheden
- Afbeeldingen
- Informatie bij
Diercategorie
Kraamzeugen (inclusief biggen tot spenen).
Emissiefactoren
Voor de emissiefactoren van het huisvestingssysteem, zie bijlage V van de Omgevingsregeling.
Korte omschrijving van het stalsysteem
De ammoniakemissie wordt beperkt door verkleining van het emitterend mestoppervlak in het mestkanaal in combinatie met frequente mestafvoer en beperking van het contact tussen mest en urine. De mestkelder is voorzien van schuine wanden en een goot. Door meerdere schuiven wordt de mest van zowel de schuine wanden als in de goot frequent verwijderd.
Eisen aan de uitvoering
- Kraamhokken
- Mestkanaal
- Mestschuif
- Mestafvoer
Kraamhokken
De kraamhokken dienen voorzien te zijn van een dicht vloergedeelte en een roostervloer bestaande uit metalen driekantrooster.
Mestkanaal
Het mestkanaal is voorzien van schuine wanden met een hellingshoek van minimaal 40 graden ten opzicht van de werkvloer en onderin een ronde goot met een diameter van 25 - 30 cm. De schuine wanden dienen gemaakt te zijn van niet-mestaanhechtend materiaal. Het geheel van schuine wanden en goot kan in een prefab kunststof vorm in de mestkelder worden aangebracht.
Mestschuif
Het schuifsysteem bestaat uit een combinatie van 6 schuiven, die bevestigd zijn aan een cilinder. De cilinder is 0,60 meter lang en heeft aan beide uiteinden een roestvrij stalen ronde plaat, voorzien van een rubberen ring, die als schuif voor de goot fungeert. De schuine wanden zijn voorzien van elk 2 rechte roestvrijstalen strips die gekoppeld zijn aan de cilinder. De strips schrapen de mest van de wand. De schuifcombinatie wordt voortbewogen met behulp van een staalkabel. 1 schuifbeweging bestaat uit een heengaande beweging; bij een volgende schuifbeweging gaat de schuif weer terug.
Mestafvoer
Het grootste deel van de urine dient continu weg te stromen via afvoerpunten aan beide uiteinden van het mestkanaal. Bij elke schuifbeweging wordt de vaste mest en het resterende deel van de urine via dezelfde afvoerpunten afgevoerd naar een opslag. De afvoerpunten dienen voorzien te zijn van een klep die opengaat als er mest en/of urine op komt en weer dicht gaat als de mest en/of urine afgevoerd is. Kieren van de klep (door bijvoorbeeld bevuiling met mest) mag niet optreden.
Eisen aan het gebruik
- De mest wordt minimaal achtmaal per dag uit de afdeling geschoven.
- Het besturingssysteem kan een overzicht geven van het aantal schuifbewegingen gedurende de afgelopen 7 dagen.
Nadere bijzonderheden
Deze beschrijving is opgesteld op basis van een meetrapport. De ammoniakemissie bedraagt 2,5 kg NH3 per dierplaats per jaar.
Afbeeldingen
Let op: deze afbeeldingen voldoen niet aan de eisen voor digitale toegankelijkheid. Ervaart u hierdoor problemen? Neem dan contact met ons op voor een passende oplossing.
Informatie bij
- Wientjes te Wanroij, tel. 0485 - 478970
- IMAG te Wageningen, tel. 0317 – 476300
- Praktijkonderzoek Veehouderij te Lelystad, tel. 0320 – 293211
Vorige versie
BWL 2001.18.