OW 2004.05 - Stalbeschrijving vleesvarkens

Versienummer: OW 2004.05.V1 van januari 2024.

Op deze pagina

• Diercategorie
• Emissiefactoren
• Werkingsprincipe
• De technische uitvoering van het systeem: bouwkundig
• De technische uitvoering van het systeem: technisch
• Uitvoeringseisen systeem: technisch
• Gebruikseisen systeem
• Emissiefactoren
• Meetrapporten
• Afbeeldingen
• Vorige versie

Diercategorie

Vleesvarkens van 25 kg en meer, opfokberen van 25 kg meer en jonger dan 7 maanden, opfokzeugen van 25 kg en meer.

Emissiefactoren

Voor de emissiefactoren van het huisvestingssysteem, zie bijlage V van de Omgevingsregeling.

Werkingsprincipe

Ammoniakemissiebeperking is gebaseerd op het beperken van putemissie door het verkleinen van het emitterend mestoppervlak middels het toepassen van een gedeeltelijk roostervloer met een (water- en) mestkanaal.

De technische uitvoering van het systeem: bouwkundig

1. Vloeruitvoering
2. Waterkanaal bij bolle vloer
3. Mestkanaal
4. Emitterend oppervlak mestkanaal
5. Waarborg emitterend oppervlak
6. Aflaat kanalen

1. Vloeruitvoering

1. Voor de vloeruitvoering zijn er 2 opties. De vloeruitvoering is een gedeeltelijk roostervloer met aan de voorzijde van het hok een hellende dichte vloer en aan de achterzijde een roostervloer boven het mestkanaal; of het is een dichte bolle vloer met aan de voorzijde een roostervloer boven het waterkanaal en aan de achterzijde een roostervloer boven het mestkanaal.
2. Er is minimaal 0,30 m² dichte vloer per dierplaats.

2. Waterkanaal bij bolle vloer

1. Het roosteroppervlak boven het waterkanaal is niet groter dan het roosteroppervlak boven het mestkanaal.
2. Er mogen 1 of 2 schuine wanden, of een goot, worden aangebracht.
3. De helling van de schuine wand t.o.v. putvloer is minimaal 45°.
4. De uitvoering van de schuine wand is volgens technisch informatiedocument ‘Schuine wanden in stallen voor varkens’.
5. Er is geen open verbinding met het mestkanaal of met andere kanalen.

6. Bij renovatie van BB 99.02.070 geldt: wateroppervlak is minimaal 400 mm breed bij een waterniveau van 100 mm. In andere situaties geldt: het wateroppervlak is maximaal 600 mm breed bij een waterniveau van 100 mm.

7. Het waterkanaal is waterdicht uitgevoerd.

3. Mestkanaal

1. Het mestkanaal is voorzien van andere dan metalen driekant roosters.

2. Bij renovatie van BB 99.02.070 geldt: het mestkanaal is minimaal 1000 mm breed. Bij andere situaties geldt: het mestkanaal is minimaal 1100 mm breed.

3. Er mogen 1 of 2 schuine wanden worden aangebracht.
4. Bij aanwezigheid van 1 schuine wand, is deze tegen de dichte vloer aangebracht.
5. De helling ten opzichte van de putvloer is minimaal 45° bij de schuine wand tegen dichte vloer en minimaal 60° bij schuine wand tegen achterwand.
6. De uitvoering van de schuine wand is volgens technisch informatiedocument ‘Schuine wanden in stallen voor varkens’.
7. Er is geen open verbinding met andere kanalen.
8. De hoogte van het mestniveau is bij toepassing schuine wand(en) gerelateerd aan het emitterend oppervlak.

4. Emitterend oppervlak mestkanaal

1. Het emitterend oppervlak van het mestkanaal is maximaal 0,18 m² per dierplaats.

5. Waarborg emitterend oppervlak

1. Bij toepassing van schuine wand(en) in het mestkanaal is een overloop aanwezig.
2. De uitvoering van de overloop is conform hoofdstuk 'overloop in mestkanalen' uit technisch informatiedocument ‘Afvoersystemen voor de varkenshouderij’.

6. Aflaat kanalen

1. De diameter van de afvoeropeningen is minimaal 150 mm, bij mestpannen is dit minimaal 110 mm.
2. De diameter van de afvoerleiding is minimaal 200 mm.
3. Er is een aflaat waterkanaal aanwezig. De uitvoering is volgens hoofdstuk 'aflaat waterkanaal' uit technisch informatiedocument 'Afvoersystemen voor de varkenshouderij'.
4. Er is een rioolsysteem voor de aflaat mestkanaal, uitvoering volgens hoofdstuk 'rioolsysteem' uit technisch informatiedocument 'Afvoersystemen voor de varkenshouderij'.

De technische uitvoering van het systeem: technisch

1. Voersysteem

1. Voersysteem

Het voersysteem is geplaatst boven de dichte vloer en / of het waterkanaal. Alleen bij toepassing van een dwarstrog mag een deel van het voersysteem boven het mestkanaal zijn gesitueerd.

Gebruikseisen systeem

1. Aflaat mestkanaal
2. Overloop bij schuine wanden in het mestkanaal
3. Reiniging schuine wanden in het mestkanaal
4. Aflaatfrequentie waterkanaal
5. Waterniveau waterkanaal

1. Aflaat mestkanaal

1. Aflaat van het mestkanaal gebeurt in ieder geval na afloop van elke productieronde en, indien van toepassing, tijdens de productieronde bij het bereiken van het maximaal toegestane emitterend oppervlak.
2. Het afvoeren van de mest gaat frequent en restloos.

2. Overloop bij schuine wand(en) in het mestkanaal

Een overloop bij schuine wanden in het mestkanaal is een noodvoorziening, dit mag niet permanent als mestafvoerleiding functioneren.

3. Reiniging schuine wand(en) in het mestkanaal (indien aanwezig)

De reiniging van schuine wanden gebeurt na afloop van elke productieronde.

4. Aflaatfrequentie waterkanaal (indien aanwezig)

Aflaten van het waterkanaal gebeurt na afloop van elke productieronde.

5. Waterniveau waterkanaal (indien aanwezig)

Het waterniveau is minimaal 100 mm na reiniging van het kanaal en voor aanvang van een nieuwe productieronde.

Meetrapporten

Betreft een afgeleide emissiefactor van het vergelijkbare systeem met metalen driekant roosters, zie Proefverslag P 4.22 van ASG (www.pv.wur.nl).

Afbeeldingen

Let op: deze afbeeldingen voldoen niet aan de eisen voor digitale toegankelijkheid. Ervaart u hierdoor problemen? Neem dan contact met ons op voor een passende oplossing.

Vorige versie

BWL 2004.05.V5 van mei 2021.