OW 2004.06 - Stalbeschrijving gespeende biggen
Systeembeschrijving schuine putwand, emitterend mestoppervlak 0,07–0,10 m2 per dierplaats in groepen tot 30 dieren.
Versienummer: OW 2004.06.V1 van januari 2024.
Op deze pagina
- Diercategorie
- Emissiefactoren
- Werkingsprincipe
- De technische uitvoering van het systeem: bouwkundig
- De technische uitvoering van het systeem: technische voorzieningen
- Gebruikseisen systeem
- Emissiefactoren
- Meetrapporten
- Afbeeldingen
- Vorige versie
Diercategorie
Gespeende biggen minder dan 25 kg.
Emissiefactoren
Voor de emissiefactoren van het huisvestingssysteem zie code HD1.6.2 in bijlage V van de Omgevingsregeling.
Werkingsprincipe
Ammoniakemissiebeperking is gebaseerd op het beperken van hokemissie en putemissie. Vermindering van hokemissie vindt plaats door een sturing in het mestgedrag in combinatie met het toepassen van goed doorlatende roosters op de mestplaats. Beperking van de putemissie door het verkleinen van het emitterend mestoppervlak en het toepassen van een gedeeltelijk roostervloer met een (water- en) mestkanaal.
De technische uitvoering van het systeem: bouwkundig
- Vloeruitvoering
- Waterkanaal bij bolle vloer
- Mestkanaal
- Emitterend oppervlak mestkanaal
- Waarborg emitterend oppervlak
- Aflaat kanalen
1. Vloeruitvoering
- Voor de vloeruitvoering zijn er twee opties. De vloeruitvoering is een gedeeltelijk roostervloer met aan de voorzijde van het hok een hellende dichte vloer en aan de achterzijde een roostervloer boven het mestkanaal; of het is een dichte bolle vloer met aan de voorzijde een roostervloer boven het waterkanaal en aan de achterzijde een roostervloer boven het mestkanaal.
- Er is minimaal 0,12 m² dichte vloer per dierplaats.
2. Waterkanaal bij bolle vloer
- Het roosteroppervlak boven het waterkanaal is niet groter dan het roosteroppervlak boven het mestkanaal.
- Er mogen 1 of 2 schuine wanden, of een goot, worden aangebracht.
- De helling van de schuine wand t.o.v. putvloer is minimaal 45°.
- De uitvoering van de schuine wand is volgens technisch informatiedocument ‘Schuine wanden in stallen voor varkens’.
- Er is geen open verbinding met het mestkanaal of met andere kanalen.
- Het wateroppervlak is maximaal 600 mm breed bij een waterniveau van 100 mm.
- Het waterkanaal is waterdicht uitgevoerd.
3. Mestkanaal
- Het mestkanaal is voorzien van metalen driekant roosters.
- Het mestkanaal is minimaal 600 mm breed.
- Er mogen 1 of 2 schuine wanden worden aangebracht.
- Bij aanwezigheid van 1 schuine wand, is deze tegen de dichte vloer aangebracht.
- De helling ten opzichte van de putvloer is minimaal 45° bij de schuine wand tegen dichte vloer en minimaal 60° bij schuine wand tegen achterwand.
- De uitvoering van de schuine wand is volgens technisch informatiedocument ‘Schuine wanden in stallen voor varkens’.
- Er is geen open verbinding met andere kanalen.
- De hoogte van het mestniveau is bij toepassing schuine wand(en) gerelateerd aan het emitterend oppervlak.
4. Emitterend oppervlak mestkanaal
Het emitterend oppervlak van het mestkanaal is groter dan 0,07 m², maar kleiner dan 0,10 m² per dierplaats.
5. Waarborg emitterend oppervlak
- Bij toepassing schuine wand(en) in het mestkanaal is een overloop aanwezig.
- De uitvoering van de overloop is volgens hoofdstuk 'Overloop in mestkanalen' uit technisch informatiedocument ‘Afvoersystemen voor de varkenshouderij’.
6. Aflaat kanalen
- De diameter van de afvoeropeningen is minimaal 150 mm, bij mestpannen is dit minimaal 110 mm.
- De diameter van de afvoerleiding is minimaal 200 mm.
- Er is een aflaat waterkanaal aanwezig. De uitvoering is volgens hoofdstuk 'aflaat waterkanaal' uit technisch informatiedocument ‘Afvoersystemen voor de varkenshouderij’.
- Er is een rioolsysteem voor de aflaat mestkanaal, uitvoering volgens hoofdstuk 'rioolsysteem' uit technisch informatiedocument ‘Afvoersystemen voor de varkenshouderij’.
De technische uitvoering van het systeem: technische voorzieningen
1. Voersysteem
Het voersysteem is geplaatst boven de dichte vloer en / of het waterkanaal.
Gebruikseisen systeem
- Groepsgrootte
- Aflaatfrequentie mestkanaal
- Overloop
- Reiniging schuine wanden in het mestkanaal
- Afhaalfrequentie waterkanaal
- Waterniveau waterkanaal
1. Groepsgrootte
Kleine groepen (minder dan 30 gespeende biggenplaatsen per groep).
2. Aflaatfrequentie mestkanaal
- In ieder geval na afloop van elke productieronde en, indien van toepassing, tijdens de productieronde bij het bereiken van het maximaal toegestane emitterend oppervlak
- Het afvoeren van de mest gaat frequent en restloos.
3. Overloop
Is een noodvoorziening, dit mag niet permanent als mestafvoerleiding functioneren.
4. Reiniging schuine wand(en) in het mestkanaal (indien aanwezig)
De reiniging van schuine wanden gebeurt na afloop van elke productieronde.
5. Aflaatfrequentie waterkanaal (indien aanwezig)
Aflaten van het waterkanaal gebeurt na afloop van elke productieronde.
6. Waterniveau waterkanaal (indien aanwezig)
Het waterniveau is minimaal 50mm na reiniging van het kanaal en voor aanvang van een nieuwe productieronde.
Meetrapporten
Proefverslag P 1.207 van ASG (www.pv.wur.nl).
Afbeeldingen
Let op: deze afbeeldingen voldoen niet aan de eisen voor digitale toegankelijkheid. Ervaart u hierdoor problemen? Neem dan contact met ons op voor een passende oplossing.
Vorige versie
Beschrijving BWL 2004.06.V2 van september 2013.