OW 2004.11 - Stalbeschrijving legkippen
Systeembeschrijving van scharrelstal in 2 verdiepingen met mestbanden onder de roosters (tweemaal per week afdraaien).
Versienummer: OW 2004.11.V1 van januari 2024.
Op deze pagina
- Diercategorie
- Emissiefactoren
- Korte omschrijving van het stalsysteem
- Eisen aan de uitvoering
- Eisen aan het gebruik
- Nadere bijzonderheden
- Afbeeldingen
- Informatie bij
- Vorige versie
Diercategorie
Legkippen en (groot-)ouderdieren van legrassen.
Emissiefactoren
Voor de emissiefactoren van het huisvestingssysteem, zie bijlage V van de Omgevingsregeling.
Korte omschrijving van het stalsysteem
Stal uitgevoerd in twee of meer verdiepingen die dezelfde inrichting hebben. De onderste verdieping is over de hele oppervlakte voorzien van een betonvloer. Tussen de verdiepingen zit een warmtegeleidende vloer. Onder de roosters zijn mestbanden geplaatst, waarmee de mest minimaal twee maal per week wordt afgevoerd. De verdiepingen zijn voorzien van een eigen klimaatbeheersingssysteem. De lagere ammoniakemissie is het gevolg van het regelmatig verwijderen van de mest en droging van het strooisel in de strooiselruimte van de bovenste verdieping door de warmte van de onderste.
Eisen aan de uitvoering
- Hokuitvoering en roostervloer
- Voer en drinkwater
- Mestafvoer
- Verdiepingsvloer
1. Hokuitvoering en roostervloer
Per m² bruikbaar oppervlak worden maximaal 9 dieren gehuisvest. De totale bruikbare dieroppervlakte bestaat voor minimaal ½ tot maximaal 2/3 deel uit roostervloer en minimaal 1/3 deel uit strooiselvloer. Boven de roostervloer (beun) zijn zitstokken aanwezig. Op de overgang tussen strooisel en rooster is het maximale hoogteverschil 500 mm.
2. Voer en drinkwater
De voorzieningen voor voer en drinkwater zijn geplaatst, bij voorkeur verhoogd, boven de roostervloer.
3. Mestafvoer
De afvoer van de op de roosters geproduceerde mest vindt plaats via mestbanden onder de roosters.
4. Verdiepingsvloer
De vloer tussen beide verdiepingen heeft een maximale warmtegeleiding, en voldoen aan de bouwkundige eisen.
Eisen aan het gebruik
De mest op de mestbanden wordt minimaal twee keer per week uit de stal verwijderd. Deze mest wordt of direct van het bedrijf afgevoerd, of maximaal twee weken opgeslagen in een afgedekte container, of verwerkt in een mestnadroogsysteem (categorie E 6).
Nadere bijzonderheden
- Controle is mogelijk tijdens de inrichting en het gebruik van de stal. De afdraaifrequentie van de mestbanden wordt automatisch geregistreerd en vastgelegd met hiervoor geschikte apparatuur. De registratie van minimaal twee maanden geleden zijn opvraagbaar.
- De beschrijving is opgesteld op basis een meetrapport. De emissie bedraagt 0,068 kg NH3 per dierplaats per jaar.
Afbeeldingen
Let op: deze afbeeldingen voldoen niet aan de eisen voor digitale toegankelijkheid. Ervaart u hierdoor problemen? Neem dan contact met ons op voor een passende oplossing.
Informatie bij
Praktijkonderzoek van Animal Sciences Group van Wageningen UR, tel. 0320-293211.
Vorige versie
BWL 2004.11 van april 2004.